Het oudste wetenschappelijke genootschap van België
Het oudste wetenschappelijke genootschap van België
De Bollandisten – een werk van de Belgische jezuïeten, dat wereldfaam geniet voor zijn kritische studie van de hagiografie of de geschiedenis van de heiligenlevens – bestaan vierhonderd jaar.
De stichting The Bollandist Foundation moet de toekomst veilig stellen. De jezuïet Heribert Rosweyde publiceerde in 1607 bij uitgeverij Plantijn in Antwerpen het 92 bladzijden tellende boekje Fasti Sanctorum. Daarin kondigde hij aan een verzamelwerk samen te stellen van alle handschriften over de heiligenlevens in Belgische bibliotheken. Rosweyde overleed nog voor zijn werk kon worden voltooid, maar zijn confrater Jean Bolland zette dat werk voort. In 1643 verschenen de eerste twee delen van de Acta Sanctorum: een zo goed als volledige documentatie over alle heiligen die de christenen vereren. De opvolgers van Bolland werden de Bollandisten genoemd. Die groep vorsers bestendigt en actualiseert tot op vandaag het wetenschappelijk onderzoek over de heiligenlevens.
De 67 delen van de Acta Sanctorum tellen 60.000 bladzijden kritische informatie over meer dan 6.200 heiligenlevens. Sinds 1882 geven de Bollandisten het wetenschappelijke tijdschrift Analecta Bollandiana uit, waarin de voorbije 125 jaar andermaal zowat 60.000 bladzijden verschenen. Voorts geven de Bollandisten tal van boeken uit. De Subsidia hagiographica telt 87 delen en van de in 2002 nieuw opgestarte reeks Tabularium hagiographica – die de briefwisseling van de Bollandisten met belangrijke Westerse geleerden bevat – verschenen tot dusver vier titels.
,,De kern van de werking is een kritische en wetenschappelijke weergave van alle teksten over heiligen,’’ legt jezuïet Robert Godding uit. ,,De aloude tekstuitgaven worden dan ook altijd van commentaar voorzien.’’
Opmerkelijk is dat de belangstelling voor de hagiografie sinds een aantal jaren weer in de lift zit. Aan de universiteiten in West-Europa en de Verenigde Staten (VS) is het aantal eindverhandelingen, publicaties en congressen over dat onderwerp nog nauwelijks bij te houden. In de VS, Duitsland, Italië, Nederland en ons land ontstonden ook hagiografische verenigingen. Toch vormen de unieke bibliotheek en het archief van de Bollandisten de bakermat van alle onderzoek. Almaar meer onderzoekers komen dan ook aan de deur van de Sint-Michielslaan 24 in Etterbeek aankloppen.
Vanwaar die groeiende belangstelling voor de hagiografie? ,,In vergelijking met de politieke, economische en sociale geschiedenis werd het belang van de religieuze geschiedenis, en van de heiligenlevens in het bijzonder, sterk onderschat,’’ verklaart Godding. ,,Zeker voor de studie van de mentaliteitsgeschiedenis – die in volle opmars is –, zijn de heiligenlevens van groot belang. Zelf slaagde ik er door een nauwgezette studie van de merovingische hagiografische literatuur in de rol van de priester in het Gallië van de zesde en de zevende eeuw te reconstrueren.’’
Welke heiligen komen in aanmerking? ,,In principe bestuderen wij de geschriften over de heiligen die leefden voor de invoering van het Romeinse canonisatieproces, omstreeks 1500. Die periode valt ook samen met de verspreiding van de boekdrukkunst op grote schaal. Onze focus ligt vooral op een kritische uitgave van de bronnen – vooral dan de handschriften. Iedereen kan op onze website de lijst van die handschriften terugvinden, alsook de plaats waar die worden bewaard.’’
Over de meer recente heiligen bewaren de Bollandisten alle canonisatiedossiers. ,,De voorbije jaren werden tot veertig volumes per jaar gepubliceerd,’’ weet Godding. ,,Onder het pontificaat van de vorige paus, Johannes Paulus II, vonden heel wat heiligverklaringen plaats.’’
Het project van de Bollandisten is het enige gezamenlijke initiatief van de Belgische jezuïeten, die in 1935 werden opgedeeld in een Nederlandstalige en een Franstalige provincie. ,,Vandaag zijn we met vier Bollandisten: drie jezuïeten en één leek,’’ vervolgt Godding. ,,Wij worden bijgestaan door een redactiesecretaris die verantwoordelijk is voor de publicaties, een bibliothecaris, een cartograaf – die de informatisering van de bibliotheekcatalogus voor zijn rekening neemt – en een verantwoordelijke voor de verkoop. Alles samen wordt dat initiatief gerund door negen mensen, onder wie vijf jezuïeten.
Wat brengt de toekomst? ,,Twintig jaar geleden werd die vraag ook al gesteld,’’ vervolgt Godding. ,,Toen kwam een commissie onder leiding van Jacques Denis, de voormalige rector van de universitaire faculteit in Namen, tot het besluit dat dit werk moest worden voortgezet. Dat leidde tot de uitvoering van grote werken in de bibliotheek, die de capaciteit en de veiligheid ten goede kwamen.’’ De voorbije jaren kwamen almaar meer leken in dienst, waardoor de werkingskosten aanzienlijk verhoogden. Daarbij komt dat deze oudste wetenschappelijke instelling van het land van de overheid geen enkele vorm van subsidie krijgt.
,,We werken – voor het beheer van de bibliotheek – al intens samen met de bibliotheek van de Franstalige katholieke universiteit UCL, maar wij zijn ervan overtuigd dat de zelfstandigheid van de Bollandisten ons beste toekomstscenario is,’’ legt Godding uit. ,,Daarom werd bij onze vierhonderdste verjaardag, in samenwerking met de Koning Boudewijnstichting, een stichting in het leven geroepen, The Bollandist Foundation, die middelen inzamelt om de toekomst van de Bollandisten veilig te stellen.’’
De Bollandisten, die van bij de oprichting waren gehuisvest in het jezuïetenhuis aan het Conscienceplein in Antwerpen, kenden een bewogen geschiedenis. Onder het Spaanse bewind leden ze sterk onder de inquisitie. Na de afschaffing van de orde van de jezuïeten in 1773 mochten de Bollandisten wegens hun ‘nuttige werk voor de wetenschap’ aanvankelijk nog voortwerken. Maar na de omvorming van het jezuïetenhuis in Antwerpen tot een militaire academie verhuisden zij met hun hebben en houden eerst naar Brussel en later naar de abdij van Tongerlo. Toen ook die na de Franse Revolutie werd afgeschaft, werd de werking opgedoekt en de unieke verzameling handschriften en boeken verkocht. Een groot deel kwam in handen van de Koninklijke Bibliotheek van België, terwijl andere stukken in privaat bezit belandden.
In 1838 hervatten de Bollandisten hun activiteiten helemaal opnieuw uit het niets. Zij konden heel wat oude papieren – waaronder handschriften en kopieën van oude geschriften, waarvan de originelen niet langer bestaan – recupereren. Daarnaast werd opnieuw werk gemaakt van de uitbouw van een gespecialiseerde bibliotheek. Met een verzameling van 500.000 titels en duizend tijdschriften over regionale geschiedenis uit tal van landen is dit zonder twijfel de rijkste bibliotheek ter wereld voor de hagiografie. Ze bevat drie afdelingen: een Latijnse, een Griekse en een Oosterse. Die laatste bevat grote verzamelingen uit de Slavische, Koptische, Georgische en Armeense cultuur – die stuk voor stuk kunnen bogen op een rijke hagiografische traditie. Sinds 1905 vond de verzameling een vast onderkomen in een ruim pand aan de Sint-Michielslaan in Etterbeek.
Voor meer info surf naar www.bollandistes.be.