Nadat hij de gewone opleiding gevolgd had, kreeg hij na zijn priesterwijding de opdracht om geologie te studeren. Die studie moest hij onderbreken, toen hij in 1914 werd opgeroepen voor de militaire dienst. In de loopgraven tijdens de Eerste Wereldoorlog ontving hij zoals hijzelf zei “een doopsel in de Werkelijkheid”. Daar groeide zijn verlangen om ook in de ellende van de oorlog een menselijke en christelijke zin te ontdekken: wat is de verhouding tussen de materiële werkelijkheid en het goddelijke?
Omdat hij de theologische vragen benaderde vanuit zijn vakgebied en meer in het algemeen vanuit de exacte wetenschappen, wordt Teilhard door velen eigenlijk niet als theoloog beschouwd. Zijn bekendheid had hij zich verworven als paleontoloog; hij was meer iemand met een “visioen”, maar dat die visie van invloed is geweest op de theologie van de 20e eeuw kan moeilijk worden ontkend. Zijn eigen bedoeling was niet om filosofie of theologie te bedrijven, maar om het geheel van de fenomenen te beschrijven, met daarin centraal “het verschijnsel mens”. Nog liever bestempelt hij zijn wetenschappelijke methode als een “hyper-fysica”. Eigenlijk was zijn ideaal het hele gebied van de wetenschap tot synthese te brengen in een enkele homogene visie en zodoende de verschillende specialismen te verenigen. Het was het geheel wat hem boeide: van elementaire stof tot de geest-in-de-stof.
Maar het gevolg daarvan was wel dat Teilhard “in nauwelijks meer dan één adem spreekt over het atoom en over het eeuwigheidstreven van de mens, over de evolutie van het leven en over de wet van de naastenliefde en zelfs de Godsliefde” (P. Smulders). Het geheel van de wereld kreeg bij Teilhard een allesomvattende duiding.
De hele wereld zag hij als gericht op de mens en de mensheid als gericht op de liefdevolle vereniging met God. In een kosmisch wordingsproces is dat aan het gebeuren. Voor niet weinigen was dat een bron van nieuwe inspiratie, voor de officiële en kerkelijke theologie een oorzaak van verontrusting. Het is niet voor niets dat veel werken van Teilhard postuum zijn uitgegeven. Steeds weer waren er moeilijkheden en vragen.
In 1926 werd hij min of meer “verbannen” naar China, waar hij tot 1946 verbleef en succes beleefde als paleontoloog. Terug in Parijs vond hij daar wel erkenning voor zijn visie, maar ook grote huiver van de kant van de leiding van de Sociëteit. Na een studiereis naar de Verenigde Staten woonde en werkte hij vanaf 1951 tot zijn dood in New York. Zijn geloof en trouw aan Kerk en Sociëteit zijn voor Teilhard nooit een vraag geweest. Maar zijn opvatting over de verhouding van geloof en wetenschap en de wijze waarop hij dat inzicht in zijn geschriften uitwerkte, stootten tot het eind van zijn leven op onbegrip bij zijn oversten. Zijn invloed op de theologie van de 20e eeuw had hij vooral na zijn dood.
Hier een video over Teilhard, gemaakt door Sim D’Hertefelt (met dank aan Kerknet)