De 39-jarige Walter Ceyssens wordt door Antwerps bisschop Johan Bonny op 27 april 2013 in de Sint-Franciscus Xaveriuskerk in Borgerhout tot priester gewijd.
De 39-jarige Walter Ceyssens wordt door Antwerps bisschop Johan Bonny op 27 april 2013 in de Sint-Franciscus Xaveriuskerk in Borgerhout tot priester gewijd.
De jezuïet getuigt over zijn spirituele zoektocht in de aanloop naar roepingenzondag op 21 april, traditioneel het moment waarop de kerkgemeenschap vraagt de keuze voor het religieuze leven en het gewijde ambt te overwegen.
“Als puber wendde ik me af van het geloof. Het kwam toen bij mij over als te gemakkelijk en te mak, niet authentiek en niet redelijk. Ik was op zoek naar wat echt is. Als bewuste tiener zag ik de zaken zwart-wit en verwierp wat overkwam als niet echt. Ik dacht mijn weg wel te zoeken en die mocht meer radicaliteit bevatten dan het conformistische van elke zondag braaf naar de kerk gaan. Hoewel de Berlijnse muur net was gevallen, dweepte ik met het marxisme en de linkse bewegingen van Latijns-Amerika. Die hadden meer radicaliteit in mijn ogen. (lacht)
Een keerpunt was de zelfdoding van mijn neef David in 1998. Die confrontatie met de dood maakte veel in me los. Voor het eerst in mijn leven rouwde ik, stond stil bij de zinvraag en het waarom van alles. De uitvaart die hijzelf had voorbereid, maakte indruk op mij. Ik las voor in die eucharistie. Dat rituele leidde tot een religieuze ervaring waarbij ik voelde dat Iemand aanwezig was. Dat bracht me in contact met een diepere laag in mezelf. Er ontstond een dynamiek die me terug naar het geloof bracht, juist omdat ik toen zo’n aanwezige liefde ervoer.
Voor de lieve vrede ging ik met Kerstmis en Pasen nog altijd mee naar de kerk met mijn ouders. Een meewerkend priester raakte me met zijn homilieën. Die man droeg het heilige vuur in zich, had een enorm charisma en zei verstandige dingen die me deden nadenken. Hij kwam ook eens bij ons thuis waar we stevig discussieerden. Met Kerstmis 2000 dacht ik na de viering: ‘Wat die man heeft, dat moet ik ook hebben.’ Ik ging weer wekelijks naar de eucharistie omdat ik zijn geloof wou hebben.
Ontdekkingstocht
Steeds meer was ik op zoek. In 2001 vond ik een folder voor een pelgrimstocht naar Loyola. Dat leek me wel wat: wandelen in de natuur en tegelijk God zoeken. En de organisatie was in handen van een voor mij toen nog obscuur gezelschap: de Sociëteit van Jezus. Hun aanpak vanuit de Geestelijke Oefeningen openbaarde voor mij een heel ander soort van geloven en bidden dan ik gewoon was. Naast je verstand wordt je verbeelding aangesproken en daardoor ontdekte ik mijn innerlijke leven.
Door je in te leven in scènes uit het verhaal van Jezus, kom je tot ontmoetingen met die levende Heer. Je beseft dat je ook zelf bent zoals die rijke jongeling, die overspelige vrouw of Maria Magdalena. Je gaat met Jezus op weg in zijn lijden en komt met Hem tot nieuw leven. Hij blijkt niet die suikerzoete, makke figuur van de gipsen beelden te zijn. Er borrelde een bron van liefde, leven en schoonheid voor mij op. Het was liefde op het eerste gezicht. Ik was verkocht. De jezuïet die de tocht begeleidde, vertelde over zijn werk bij daklozen en in het onderwijs. Wie zijn die mannen, vroeg ik me af, dat ze zulke tegengestelde werelden bij elkaar kunnen brengen? Wat brengt zo’n eenheid in mijn leven? Kan God of Jezus die tot stand brengen?
Onvermijdelijke keuze
De ignatiaanse spiritualiteit sprak me aan. Bidden met de Schrift bijvoorbeeld is als werken met een kompas met drie naalden. De eerste naald is die van je verbeelding en je rationaliteit waarmee je een Bijbelverhaal langs alle kanten bekijkt: wat is de setting van het verhaal, wie zijn de personages, wat doen ze, wat zeggen ze? De tweede is die van de emotie: wat brengt een evangelietekst in mij teweeg, wat raakt me, wat beweegt me? De derde naald verwijst naar de spirituele grondstroom waar je God in jouw leven of bij anderen op het spoor kunt komen. Het typische van de jezuïetenspiritualiteit ligt in het samengaan van die levensdimensies waardoor je tot religieuze ervaringen kunt komen. Wat ik op die tocht naar Loyola had opgedaan, wou ik meenemen in mijn verdere leven. Hoe kon dat vorm krijgen?
De methode die Ignatius van Loyola in zijn Geestelijke Oefeningen vastlegde, bevat een pedagogie van de keuze. Steeds concreter rijst de vraag: wat staat me nu te doen in mijn leven? Bij mij werd dat: is jezuïet worden misschien iets voor mij? Ik zocht een geestelijke begeleider. Gedurende anderhalf jaar kende ik ups en downs. Soms zei ik bewust neen, maar dan kwam het verlangen weer naar boven. Zou zo’n keuze geen vlucht zijn op zoek naar veiligheid? Kritische discussies zijn absoluut noodzakelijk om een roeping uit te zuiveren. Het is alsof je van een sneeuwhelling afglijdt. Soms kun je je even vasthouden aan een boom, maar zodra je die loslaat, glijd je verder naar beneden. Die weg blijkt onvermijdelijk. Er was geen ontsnappen meer aan en het was een ware bevrijding toen ik met de provinciaal van de jezuïeten contact opnam. Dat bracht rust.
De opleiding die volgde, helpt je te onderscheiden of dit leven iets voor jou is. Je ontwikkelt een souplesse in het vinden van God en het omgaan met mensen. Al voel je je soms machteloos in bijna uitzichtloze situaties, toch helpt de ignatiaanse spiritualiteit je vooruit om daar toch een uitweg in te vinden. Zo liep ik eens stage in een jeugdretraitecentrum in Londen. We ontvingen er een groep met uiterst moeilijke jongeren die allemaal bijna van school werden gestuurd nadat alle tuchtmaatregelen waren uitgeprobeerd. Dat was een zware opdoffer. Ik die meerdere jaren leerkracht was geweest, bleek de jongeren niet te kennen. Echt opvoeden en dag en nacht voor hen verantwoordelijk zijn, was een ander paar mouwen. Ik leerde me meer in te leven in hun wereld en te valoriseren wat zij denken. In elke overwogen mening zit iets goeds dat te respecteren valt.
Essentie
Dat optimisme vanuit de ignatiaanse spiritualiteit tracht ik nu toe te passen bij mijn lessen Latijn en godsdienst aan het Sint-Franciscus Xaveriuscollege in Borgerhout. Als jezuïet loop je in onze plurale en seculiere samenleving rond als een wandelend vraagteken. Zodra geweten is dat je jezuïet bent, zie je de vragen zo op je afkomen. Het antwoord daarop is te getuigen van wat je bezielt. Heel snel kun je dan naar de essentie gaan. Jongeren zijn enorm op zoek naar diepgang. Minder dan mijn generatie zijn ze geïnteresseerd in geld en carrière. Ze zitten met veel vragen en staan open voor een bezield verhaal.”
Wijselijk onwetend
Zes jonge jezuïeten uit Vlaanderen en Nederland stofferen de blog ‘Wijselijk onwetend’ (inmiddels niet meer actief). Ze zien het als een krachtig middel van onze tijd om mensen te bereiken. “Het is directer en persoonlijker dan de klassieke media”, merkt Walter Ceyssens op. “Dat we alle zes op een andere plek leven en werken, maakt dat onze impressies sterk uiteenlopen en een divers publiek kunnen aanspreken. Er is nood aan getuigenissen die mensen hoop geven bij hun tocht. We vertrekken altijd vanuit concrete ervaringen en voegen daar iets aan toe vanuit de ignatiaanse traditie. Zo wordt duidelijk dat je met kleine keuzes het verschil kunt maken. Schoonheid en kunst kunnen ook een toegangsweg zijn om God op het spoor te komen in het leven.” Ceyssens vindt het zeer ignatiaans om het internet niet af te wijzen als een gevaarlijke, boze wereld, maar het juist te zien als een middel voor iets goeds, om het betere in mensen naar boven te brengen en ten dienste van het geloof.
Emmanuel Van Lierde