“Immigranten zoeken in Europa een menswaardig bestaan, maar vinden vooral structurele en institutionele discriminatie op hun pad”, stelt Daniel Izuzquiza. De Spaanse jezuïet heeft op basis van deze harde analyse een politieke theologie van de migratie geconstrueerd die de eucharistie als vertrekpunt neemt. “Wie met migranten het brood breekt, dient ook een lans te breken voor hun sociale en politieke rechten.”
“Immigranten zoeken in Europa een menswaardig bestaan, maar vinden vooral structurele en institutionele discriminatie op hun pad”, stelt Daniel Izuzquiza. De Spaanse jezuïet heeft op basis van deze harde analyse een politieke theologie van de migratie geconstrueerd die de eucharistie als vertrekpunt neemt. “Wie met migranten het brood breekt, dient ook een lans te breken voor hun sociale en politieke rechten.”
Notities voor een politieke theologie van migratie’. Zo heet de lezing die Daniel Izuzquiza op uitnodiging van het Universitair Centrum Sint-Ignatius Antwerpen (UCSIA) in ons land heeft gehouden. Duidelijk begiftigd met de gave van het gesproken woord heeft de jezuïet daarbij doorlopend politieke en theologische argumenten naast elkaar geplaatst. Sociologisch jargon naadloos laten overvloeien in bespiegelingen rond de eucharistie en politieke of sociale rechten. ‘Faut le faire’.
“Economische en demografische evoluties binnen de EU scheppen ruimte voor buitenlandse arbeidskrachten. Maar de migranten die de sprong wagen, verrichten vaak noodgedwongen slecht betaald en onveilig werk. Deze banen liggen niet in de lijn van hun verwachtingen, diploma’s, competenties of ervaring. Bovendien is duidelijk sprake van structurele discriminatie op de arbeidsmarkt. Studies bewijzen dat de gemiddelde migrant moeilijker een job vindt, minder geld in zijn loonzakje krijgt voor hetzelfde werk en ook sneller opnieuw zijn baan verliest.”
“Zeker. Migranten werken vaker op basis van tijdelijke contracten. De crisis heeft hen dus als eersten in de werkloosheid geduwd. Daarbij verliezen ze in het Spaanse systeem niet alleen hun inkomen, maar vaak ook hun werkvergunning. Zo verworden ze na jaren op het grondgebied tot ‘sans-papiers’. De economische malaise is uiteraard ook ongenadig voor autochtonen, maar toch speelt hier institutionele discriminatie. Regelgeving treft in ongelijke mate mensen die gelijke rechten verdienen.”
“Het stemt in elk geval tot nadenken dat kapitaal bliksemsnel en zonder noemenswaardige belemmeringen de wereld rondreist. Het vrij verkeer van personen is veel minder gegarandeerd. De bestaande economische verhoudingen maken het voor inwoners van arme landen haast onmogelijk dicht bij huis een menswaardig leven uit te bouwen. En wanneer ze verhuizen naar regio’s die wel toekomstperspectieven bieden, wacht hen uitbuiting of een uitwijzing. Een mondiale markteconomie zonder ethische en politiek-sociale correcties leidt tot zulke onrechtvaardigheden.”
“De VS, Canada en in toenemende mate de EU lokken onder anderen ingenieurs en verpleegsters. Deze aanpak helpt de betrokkene gastlanden en werknemers zeker vooruit. Tegelijk verliezen de landen van herkomst menselijke rijkdom. Daarom dienen we zo’n migratie niet overdreven te stimuleren. Ik ben niet blind voor de nood aan economische efficiëntie, maar hoop dat rijke landen de ethische implicaties van deze strijd om buitenlandse hooggeschoolde arbeidskrachten niet uit het oog verliezen.”
“Ik betreur dat sommige werkgevers arbeidskrachten alleen beschouwen als vervangbare hulpbronnen. Welke baas heeft nog aandacht voor de mens achter de migrant? Wie houdt rekening met de familie van de werknemer? Immigranten werken vaak zowel voor hun inwonende gezinsleden als voor familieleden in het land van herkomst.”
“Mijn analyse vertrekt vanuit de Spaanse realiteit waarbij politieke vluchtelingen een minieme minderheid van de migrantenpopulatie uitmaken. De immigratiediensten in Madrid hebben de reputatie buitengewoon streng te zijn. Dat schrikt af. Maar uiteraard ben ik ook met hun lot begaan.”
“Elk individu dat langdurig in een bepaalde regio verblijft, wordt in een ideale wereld automatisch burger van die stad of dat land. Politieke en administratieve restricties verengen deze intuïtieve kijk op het begrip ‘burger’, zodat veel migranten niet aan de criteria voldoen.”
“De wereld is geglobaliseerd, maar globaal burgerschap bestaat jammer genoeg niet. Wetgevers zien de identiteit van mensen te vaak louter door de bril van natiestaten. Die visie is erg beperkt. Onze identiteit ontlenen we niet in de eerste plaats aan ons paspoort. We behoren toch in de eerste plaats allemaal tot het mensdom? Iedereen is wereldburger. Voor christenen komt daarbij dat we samen een mondiale christelijke familie vormen.”
“Het brood breken associeer ik spontaan met migratie, omdat dit aansluit bij mijn leven van alledag. Met een vijftal andere jezuïeten woon ik in Madrid tussen Afrikaanse ‘sans-papiers’ (zie ook kader, nvdr). Met hen delen we dromen, angsten, het leven en ja, ook het brood. Tegelijk vier ik bijna dagelijks eucharistie binnen deze leefgemeenschap. Zowel praktisch als sacramenteel breken we samen brood met migranten.”
“Wie eucharistie viert, neemt deel aan de heilige communie. Dat overstijgt evenwel het sacrament en leidt tot een fysieke gemeenschap of ‘communio’ met Christus en bij uitbreiding met alle mensen. Wanneer we het brood breken, ontstaan bijzondere relaties. Dit proces is niet vrijblijvend, maar heeft implicaties voor ons engagement.”
“Wanneer ik een zending uitspreek, druk ik gelovigen meestal op het hart dat eucharistie vieren niet volstaat. Na reflectie moet actie volgen. Christenen zijn geroepen om de ‘communio’ die tijdens de eucharistie groeit te verdiepen wanneer ze zich in sociale of politieke sferen begeven. Of nog: de christen die op zondag beaamt dat we allen broeders zijn, dient daar de rest van de week naar te handelen. En dit zeker tegenover migranten. Met het oog op vluchtelingen betekent dat de diversiteit aanvaarden als rijkdom en discriminatie bestrijden.”
“Ons wetgevende kader in de EU steunt onder meer op ontwikkelingssamenwerking. Kwestie van migratie ‘te voorkomen’. Een ander kernelement is werken aan een inclusieve samenleving, waarin migranten het relatief eenvoudig hebben om zich te integreren. Tot slot focust Europa op maatregelen die illegale migratie indijken.”
“Deze beleidsvisie klinkt evenwichtig, maar vertoont toch onmiskenbare denkfouten. Volgens Brussel zijn de barrières om wettelijk in een land te verblijven niet onoverkomelijk. Het tegendeel is in de praktijk waar, omdat de procedures voor nieuwkomers bijzonder taai en complex blijken. En wanneer migranten niet langs de wettelijke kanalen toegang krijgen tot een tweede thuisland, kiezen ze vaak voor de illegaliteit. Een situatie waarbij niemand gebaat is.”
“Die zijn ethisch hoogst problematisch. In Europa verblijven duizenden medemensen in dergelijke ‘gevangenissen’. Onze samenleving berooft hen zo van hun vrijheid; toch de hoogste straf binnen de EU sinds de doodstraf niet meer wordt toegepast. Zo schakelen we hen in de praktijk gelijk met misdadigers. Dit terwijl hun enige ‘misdaad’ erin bestaat dat ze niet over de juiste papieren beschikken. Onmenselijk en ongelooflijk vind ik dat. Het systeem van detentie is niet alleen psychologisch erg schadelijk voor de betrokkenen, maar ook duur voor de belastingbetaler. Daarom dringen alternatieven voor detentie zich op.”
“Open woonunits met psychosociale ondersteuning genieten mijn voorkeur. Wanneer het politieke water te diep is voor dat lossere systeem, bieden elektronische enkelbanden misschien een uitkomst. Ook vrijlating op borgtocht is een optie. Deze en andere alternatieve formules heeft de ‘Jesuit Refugee Service’ (JRS) vorig jaar gebundeld. Ik raad iedereen aan dat standpunt van de ngo voor vluchtelingen te lezen. Het staat bol van ‘best practices’ die menselijk en kostenefficiënt blijken. Zowel moreel als praktisch zijn ze superieur aan de gangbare praktijk van detentie.”
“Eerst wens ik te onderstrepen dat al bijzonder veel krachten binnen de kerk aan het werk zijn om inwijkelingen te ondersteunen. Als ik toch een verbeterpunt dien te noemen, kies ik voor internationale samenwerking. Het is absoluut heilzaam om de handen in elkaar te slaan met geloofsgenoten uit bijvoorbeeld Congo die migranten ook een warm hart toedragen. Nauwere uitwisseling laat toe om Congolezen die in België aankomen, gepaster te begeleiden. Tegelijk is elke parochie geroepen een inclusieve geloofsgemeenschap uit te bouwen. Een plaats waar migranten thuis zijn, net omdat een vreemdeling voor christenen nooit echt een vreemde is.”
“Migratie hertekent zowel onze maatschappij als het kerkelijke landschap. Deze verschuiving gaat voor sommigen gepaard met angst en onzekerheid. Gevoelens waaraan wij christenen evenwel niet mogen toegeven. Priesters wacht daarbij een dubbele taak. Om nieuwbakken parochianen welkom te heten, dienen ze soms hun liturgie en pastorale aanpak aan te passen. En de vertouwde gezichten moeten ze diets maken dat migranten een injectie van vitaliteit en creativiteit geven. Parochiegemeenschappen evolueren met vallen en opstaan. Maar de praktijk leert dat wanneer de verschillen overbrugd raken een rijkere dialoog ontstaat.”
“De Belgische situatie ken ik onvoldoende, maar in Spanje merk ik dat veel leerkrachten op hun manier bijdragen aan een hechtere samenleving. Ze doen wonderen voor de sociale inclusie en maatschappelijke cohesie. Met het oog op migrantenkinderen denk ik dat het belangrijkste verbeterpunt niet eens de formele onderwijssituatie betreft. We dienen vooral hun families volledig mee aan boord te krijgen zodat ook zij hun kroost stimuleren om de aangeboden kansen te grijpen. De toegang tot het onderwijs is vaak niet het probleem. We dienen er vooral over te waken dat nieuwkomers de schoolbanken niet voortijdig vaarwel zeggen en het stilaan even goed doen als autochtonen.”
“Die term is niet de mijne. Ik heb het liever over ‘voorkeursbeleid’. Zulke maatregelen zijn goedbedoeld, maar we nemen ze het best bij uitzondering. Mij lijkt het onzinnig om bijvoorbeeld een vast percentage van de banen voor inwijkelingen te reserveren. Sociale correcties dienen vooral gericht te zijn op onder meer langdurig werklozen of mensen zonder kwalificaties. Laat sociale noden en niet de afkomst het beleid bepalen. Beleidsmatig maatwerk is de boodschap, ook als het op voorkeursbeleid aankomt.”
‘Kleine Luisa geeft migratie gezicht’
Daniel Izuzquiza is directeur van ‘Pueblos Unidos’ (PU; Verenigde Volkeren). Dat centrum begeleidt en helpt buitenlandse migranten in Madrid. Het biedt onder meer huisvesting aan Afrikanen. In een van die huizen woont theoloog Izuzquiza.
Naast deze uitgebouwde poot diaconie pleit en lobbyt PU ook voor een meer geïntegreerde en rechtvaardige maatschappij. “Wanneer ik tijdens publieke fora over migratie spreek, probeer ik het vraagstuk zo veel mogelijk een gezicht te geven door concrete getuigenissen”, vertelt de Spanjaard. “Zo heb ik onlangs in de marge van een bijeenkomst over een armoederapport het verhaal van Luisa verteld. Het duurt nog een tijdje vooraleer ze aan hogere studies toe is, maar haar migrantenouders slagen er nu al niet meer in haar studies te bekostigen. Zelfs voor boeken is er geen geld meer. Ook dat is een schaduwkant van migratie.”
Zijn engagement voor migranten wisselt Izuzquiza af met intellectuele arbeid. Zo is hij een drijvende kracht achter het cultureel tijdschrift Razón y fe (Rede en geloof) en doceert hij theologie aan de ‘Universidad Pontificia Comillas’ in Madrid.
Joris Delporte