Op 26 september 2010 bracht pater Adolfo Nicolás een bezoek aan de Vlaamse jezuïeten en hun medewerkers.
Op 26 september 2010 bracht pater Adolfo Nicolás een bezoek aan de Vlaamse jezuïeten en hun medewerkers.
De Algemene Overste van de Sociëteit van Jezus, Adolfo Nicolás, heeft tijdens het WE van 25-26 september 2010 een bezoek gebracht aan België. Op zaterdag was hij te gast bij onze Zuiderburen. Op zondag mochten de Vlaamse jezuïeten en hun medewerkers “Pater Generaal” verwelkomen in het jezuïetenhuis Lerkeveld (Heverlee). In de voormiddag was er een ontmoeting met een 40-tal leden van het Ignatiaans Apostolisch Netwerk (IgnAN). De namiddag werd besteed aan een samenkomst met 110 paters en broeders van de Vlaamse jezuïetenprovincie en werd afgesloten met een eucharistieviering. Pater Nicolás ging hierin voor.
In beide bijeenkomsten nam Adolfo Nicolás sj uitvoerig het woord. Hij hield geen eigenlijke toespraken maar ging in op vragen die hem van te voren waren voorgelegd. Hieronder volgt een bloemlezing uit zijn overwegingen waarin hij ingaat op de kerkelijke actualiteit, de samenwerking met leken, de eigen inbreng van de jezuïeten en van de ignatiaanse spiritualiteit …
“De Europese context is er een van snelle en tamelijk agressieve secularisatie. Ik was lange jaren in Japan. Ook daar is er secularisatie. Maar al sinds 300 jaar. Het is dan ook een vreedzame secularisatie. 65% is shintoe en … 60 % is boeddhist. Inderdaad, samen meer dan 100 %. Japanners gaan anders om met godsdienst. Enkele jaren geleden was er een gemene aanslag door een religieuze sekte, waardoor het prestige van de godsdiensten in het algemeen naar omlaag werd gehaald. Van het christendom kent men vooral de kruistochten.
Ook al beschouwen vele Japanners zich niet als godsdienstig, toch respecteren ze de godsdiensten. De “vreemde” godsdienst die het meest wordt gerespecteerd is het christendom. Men respecteert het, maar men houdt er niet echt van wegens te moeilijk, te hoog (abortus … andere ethische thema’s). Ook al volgen sommigen jaren lang catechese, toch vragen ze niet om gedoopt te worden, tenzij de priester het hun uitdrukkelijk voorstelt: ze voelen zich niet waardig om zo’n “verheven” godsdienst tot de hunne te maken.
De Europese context is heel anders. In de nieuwjaarsnacht wordt in Madrid massaal gedronken. In Japan, gaat men in de nieuwjaarsnacht massaal naar de tempels om er te bidden voor een goed nieuw jaar. En dat de hele nacht. Zoals gezegd, er bestaat daar een heel andere secularisatie dan in Europa waar de secularisatie nog erg reactief is, nog niet tot rust gekomen.”
“De context hier vandaag is moeilijk. De Kerk, of alvast sommigen binnen de Kerk, hebben het moeilijk, en reageren niet altijd adequaat. Het misbruikschandaal kwam hier dan ook zo onverwacht. Toen ik er, jaren geleden voor het eerst over hoorde, kon ik mijn oren niet geloven. We weten dat priesters ook zondaars zijn, dat wisten we al. Maar dat ze zo diep kunnen vallen en kinderen beschadigen, dat was ondenkbaar. In een Kerk met een traditie als die van jullie, moet dit echt wel een heel diepe schok zijn. Hopelijk zal, eens de storm wat gaat liggen, er meer reflectie in de diepte kunnen komen.”
“De samenwerking met de leken is door de hele geschiedenis van de Sociëteit van Jezus heen heel belangrijk geweest. Nochtans worden in de geschiedenisboeken doorgaans alleen de namen van de jezuïeten vermeld, en niet die van de leken.
We hebben in de SJ enkele genieën gehad. Zoals Matteo Ricci sj. Hij heeft echter maar kunnen doen wat hij gedaan heeft, dankzij de medewerking van Chinese leken. Zonder samenwerking met leken zou de Sociëteit niet geworden zijn wat ze was en is en gedaan hebben wat ze gedaan heeft en nog steeds doet
Het zijn niet enkel leken die samenwerken met jezuïeten, maar ook het omgekeerde is waar. Hoe dan ook, de zending moet hierbij steeds centraal staan. Het is in de zending dat leken en jezuïeten mekaar kunnen vinden.”
“De basiscriteria voor een lekenmedewerker zijn dezelfde als voor een jezuïet.
1. Vertrouwdheid met het Evangelie; weten waar je in de Schrift elementen kan vinden om met de verschillende problemen om te gaan.
2. Zelfkennis en daarmee samengaand inwendige vrijheid en beschikbaarheid. Dit is de basisvoorwaarde voor onderscheiding. Deze kwaliteiten zijn nodig om te groeien en te evolueren.
3. Blijvend in dialoog staan met de jezuïeten-oversten. Om samen verder te gaan in onderscheiding van de geesten.”
Ignatiaanse spiritualiteit = lekenspiritualiteit
“De spiritualiteit van de leken wordt een hot issue. Gustavo Guttierez o.p., een vermaard bevrijdingstheoloog, noemde onlangs de ignatiaanse spiritualiteit de voor de hand liggende lekenspiritualiteit: het doet je ontdekken wat er in jou leeft, je tools … Het maakt je autonoom. Het leert je zelfstandig te onderscheiden. Je hoeft niet steeds aan de priester te gaan vragen wat je moet doen. Het is een dominicaan die dat zei! Het vraagt verinnerlijking. De vraag is dan hoe ik leer stilte te maken/vinden in een cultuur waar er bijna geen stilte is. Dit is een centraal leerpunt/uitdaging. Hoe kunnen loslaten om in verbondenheid te kunnen komen, om te kunnen horen. Want dat is altijd mogelijk. Als je maar weet hoe. Je kan het leren.”
“We beleven thans een globalisatie van de oppervlakkigheid. We leven op gevoelens, wie eerst zaait, eerst maalt. En dit dreigt ook te gebeuren in de Kerk. Samen met de leken, moeten de jezuïeten de Kerk helpen om dieper te gaan. Om beter te begrijpen wat er gebeurt, verder dan oppervlakkigheden en banaliteiten. Deze paus heeft ter zake grote verwachtingen tav de jezuïeten. “De Kerk heeft jullie nodig”, zei de Paus tot de SJ in zijn toespraak tijdens de audiëntie die hij gaf aan de deelnemers van de 35ste Algemene Congregatie op 21 februari 2010. Maar dit geldt ook t.a.v. onze lekenmedewerkers. De Paus heeft schrik voor de dictatuur van het relativisme. In het Verre Oosten is men gewend aan relativisme. Maar hier, in het Westen, is men heel systematisch. Het is het een of het ander. In het Oosten kan men veel pragmatischer zijn, meer aangepast aan de concrete werkelijkheid.”
“Het jezuïetenjargon kan een probleem zijn. Ik roep de jezuïeten op om zo weinig mogelijk jargon te gebruiken. De maatschappij went daar nooit aan. Het blokkeert de mensen. Een woord als “onderscheiding” bijvoorbeeld is in Japan onbegrijpelijk. Het is een kwestie van nederigheid om de taal van jan en alleman te gebruiken. In plaats van te spreken over ignatiaanse pedagogie kan je bijvoorbeeld ook spreken over “goede opvoeding”. Laat het toegankelijk zijn voor zoveel mogelijk mensen.”
“Een van de grote opdrachten vandaag is mensen weer muzikaal te maken: gevoelig voor de muziek van de Geest, voor God, transcendentie, stilte … en niet enkel voor de TV. Voor de verschillende sectoren zal die muzikaliteit iets anders betekenen. Het is de uitdaging voor ons om dit op een toegankelijke wijze te formuleren, op eenvoudige wijze.”
“Ignatiaanse spiritualiteit kan iets betekenen voor iedereen. Je moet ze wel op een creatieve wijze weten te interpreteren. We moeten voorgangers zijn in creativiteit. We leven in een tijd van snelle veranderingen. Dat vraagt om des te meer creativiteit. We moeten de ignatiaanse spiritualiteit herscheppen.
We staan thans voor de uitnodiging om de Geestelijke Oefeningen ook te geven aan niet-christenen. Het is eigen aan de structuur van de ignatiaanse ervaring om mensen te brengen tot het diepste van hun hart, om hun inwendige zintuigen te ontwikkelen en om te komen bij hun diepste geheim. Het is een uitdaging om mensen de ervaring te laten opdoen dat zij gedreven worden door iets/Iemand die dieper is dan zijzelf.
Het lijkt erop dat er in de ervaring van Mohammed er een analoge ervaring is aan die van de ignatiaanse spiritualiteit: een engel van God die hem zaken influistert. Blijkbaar kan deze ervaring dus ook opgedaan worden doorheen de bemiddeling van andere heilige teksten.
Het staat buiten kijf dat voor christenen de ignatiaanse spiritualiteit steunt op de Bijbel en Jezus Christus. Maar voor de niet-christenen moeten we zoeken hoe God tot hen spreekt door hun teksten.
Ook voor (post)christelijke mensen in het Westen kan het gebruik van expliciet christelijke termen een onoverkomelijke barrière zijn en kan het goed zijn om anders te werk te gaan.”
Hoe zou Ignatius optreden in de huidige Kerkcontext van polarisatie?
“Wat me opvalt als ik de grote mystici lees is dat hun grootste probleem de verstrooiing is. We zijn allen verstrooid. We zijn zo makkelijk afgeleid. Als we ons laten polariseren betekent dit dat we verstrooid zijn: dat we het belangrijkste niet meer zien, uit het oog verloren zijn. Vandaar dat Sint Jan van het Kruis zoveel aandacht besteedt aan het proberen wegwerken van de verstrooiing. Vandaag zijn er ook veel religieuzen die verstrooid zijn. Als je voor je je bed inkruipt naar een film kijkt, dan ben je verstrooid, de hele nacht tot ’s morgens toe. Dat is geen echte ontspanning!”
“Het ignatiaanse charisma is nog steeds providentieel voor de wereld. Ik meen te weten dat Paus Benedictus dit ook meent. De vijf keren dat ik hem ontmoet heb, heeft hij me dit steeds gezegd. Tegen het gevaar van een globalisering van de oppervlakkigheid kunnen wij iets van onze diepgang plaatsen. Trouwens, die mondialisering van de oppervlakkigheid bedreigt ook de Kerk. Een Evangelie zonder diepgang zou zeer problematisch zijn. Het gaat dus over een charisma van diepgang, van innerlijkheid; een charisma dat uitnodigt om de hele persoon om te vormen. Geen ignatiaanse spiritualiteit zonder groei, zonder voortdurende evolutie. Ook al kan dit veel inspanning vragen.
Het is belangrijk dat we ons niet verliezen in de crisis. Maar dat we ons naar de diepte laten leiden.
Onze demografie is ongunstig in Europa. De Europese jezuïeten hebben in de loop van de geschiedenis veel betekend voor de wereldsociëteit en de Kerk, en dat is nog steeds zo. De vraag is: wat wil God voor ons, met de aantallen die we nu hebben: onderzoek, intellectuele en spirituele traditie, diepgang … Europa moet trouw blijven aan zichzelf en de anderen niet gaan imiteren. Europa heeft nog steeds van alles te bieden aan de wereld. Het is belangrijk dat we dit blijven delen met Afrika en Azië opdat zij op hun beurt in de toekomst ook meer mogen delen. Elk geeft op zijn beurt, maar Europa is echt niet uitgespeeld.”
« De toekomst ligt in de samenwerking met de leken. Dat is trouwens nooit anders geweest.
Elke jezuïet is verantwoordelijk voor de roepingenpromotie. We moeten niet aarzelen jongeren uit te nodigen om jezuïet te worden. In Azië denken jongeren nogal eens dat ze het niet waard zijn om christen te worden, laat staan jezuïet. Dat lijkt hen onbereikbaar. Maar als je mensen uitnodigt, dan worden dingen anders.
Ik merk dat leken vragen om meer jezuïeten om mee samen te werken, om aanwezig te zijn, om te inspireren. Dit hangt uiteraard af van de roepingen. Vandaar dat het belangrijk is dat de lekenmedewerkers zich beschouwen als roepingenpromotoren. Dus, beste leken, aarzel niet om jonge mensen aan te spreken om jezuïet te worden!”
1. “Christocentrisme
Volledig gericht op Christus. We worden uitgenodigd om naar de grenzen te gaan. De grenzen tonen ons de uitdagingen aan. Maar het is het Evangelie van Jezus dat ons inspireert.
We moeten hierbij zo creatief als mogelijk zijn. In de Kerk hebben we een ongelofelijke schat aan inhoud. Maar ook een verschrikkelijk woordgebruik. Zelf voor onze spiritualiteit moeten we zoeken naar een nieuwe woordenschat. We hebben vaak een hermetisch jargon dat onbegrijpelijk is. We moeten echt de Sociëteit herstichten. Het is maar door de SJ te herstichten dat we ze ons eigen kunnen maken. Nieuwe beelden, nieuwe woorden … Enkel maar herhalen, leidt tot verarming, verwarring …
2. Kerktrouw
Ignatius neemt nooit afstand van de hiërarchische Kerk. Hij weet dat we niet efficiënt kunnen optreden voor de Kerk als we afstand nemen van haar. Hij situeert zich dus bewust in het hart van de Kerk, om zich vanuit dat hart te laten bekeren, met heel veel nederigheid. De beste wijze om als christenen in te werken op de samenleving is via de Kerk: dat kleine groepje mensen dat ten dienste staat van het Evangelie om het naar de wereld te brengen.
Ten tijde van Ignatius waren er veel schandalen in de Kerk. Het is in die Kerk dat hij zijn roeping heeft gevonden. Hij heeft zich ingezet voor de hervorming van de Kerk. Maar steeds in harmonie met de Kerk, ook al kan die kritisch zijn. Voor Ignatius was het werken aan de eenheid in de Kerk erg belangrijk.
We moeten niet in de eerste plaats de Kerk proberen te hervormen doorheen theologische discussies. Maar wel door naar de wereld te gaan en daar actief te zijn. Niemand ligt wakker van theologische discussies. En nochtans heb ik mijn hele leven theologie onderwezen! De theologie kan ons behoeden voor fundamentalisme, sentimentalisme …. Maar de grote uitdagingen liggen in de wereld!
3. Universalisme
Het is eigen aan het ignatiaanse om de hele wereld voor ogen te hebben. De Geest kent geen grenzen. “
“In de tijd van Ignatius, waren de broeders ten volle medewerkers voor het Rijk. Na de heroprichting van de Sociëteit van Jezus (1814) werd de leefwereld van de broeders sterk ingeperkt. Allerhande klasse- en standenverschillen werden overgenomen uit de samenleving, en maakten dat de broeders in dienst kwamen te staan van de priesters. Dat was niet de visie van Ignatius die wilden dat de broeders, net als de paters, ten dienste stonden van het Rijk.
Thans staat de broeder, net als de priester-jezuïet, in de zending. Toch zitten we nog in een overgangstijd, tussen de beide beelden. We willen de broeders die nog leven in het oude beeld niet kwetsen. Daar waren en zijn heiligen bij. Maar je hebt nu net zo goed broeders die les geven aan de universiteit.
Het oude beeld verdwijnt, het nieuwe wordt overheersend. Het is een groot probleem dat het aantal broeders thans klein is geworden.
We hebben de broeders nodig voor de kwaliteit van ons religieus leven. Immers, door het feit dat zij geen priester zijn, moeten zij zich, bij manier van spreken, wel meer toeleggen op het religieuze leven as such. De broederroeping heeft iets heel puur: alles achterlaten om zich helemaal toe te vertrouwen aan de Heer.
We hebben dus meer dan ooit broeders nodig in de Sociëteit van Jezus.”
Ligt er geen belangrijke taak weggelegd voor onze oude paters en broeders: hun oude dag zo beleven dat zij tekenfunctie krijgen in onze maatschappij?
“Soms zegt men: wat spijtig dat Jezus gestorven is 33 jaar oud. Hoe zou hij geweest zijn als hij bejaard was … ?!
Onze wereld heeft modellen nodig. Kinderen kiezen vaak op een bepaalde leeftijd een model dat ze gaan navolgen. Er zijn thans zo weinig modellen voor de jongeren. Ook de ouderen hebben modellen nodig. Drie tips voor oudere mensen (genomen uit een boek van een Japanse protestant) die ook voor het religieuze leven belang kunnen zijn.
Voor meer foto’s klik hier:
Bekijk alle nieuwsberichten