Waarom ik broeder-jezuïet ben (en dus geen priester)

di 22 aug 2023 Jezuïeten / Roeping en vorming /
Waarom ik broeder-jezuïet ben

Brent Gordon is jezuïet, maar geen priester. Dat zorgt weleens voor verwarring. Toch heeft het ‘broeder’ zijn binnen de Sociëteit van Jezus oude wortels. Hij vertelt over zijn ervaringen.

Brent Gordon is jezuïet, maar geen priester. Dat zorgt weleens voor verwarring. Toch heeft het ‘broeder’ zijn binnen de Sociëteit van Jezus oude wortels. Hij vertelt over zijn ervaringen.

De verwarring is begrijpelijk. Statistisch gezien hebben de meeste mensen nooit een broeder-jezuïet ontmoet. In de Verenigde Staten en Canada zijn er zijn 2.070 priester-jezuïeten en scholastieken (jezuïeten in opleiding om priester te worden) en 109 broeders (waarvan een groot deel ouder en niet langer actief). Los van deze cijfers zijn er historische redenen waarom de jezuïetenorde het priesterlijke karakter van haar missie benadrukt.

Hoewel we soms spreken van “broeders-jezuïeten”, wanneer we het hebben over jezuïeten in het algemeen en we ook een scholastiek wel eens “broeder zus of zo” noemen, is broeder-jezuïet zijn een aparte roeping met een lange geschiedenis in de Sociëteit van Jezus.

De eerste jezuïeten

Toen Ignatius van Loyola en zijn metgezellen in 1540 door paus Paulus III formeel erkend werden als een religieuze orde, was elk van hen priester. Aangezien biechthoren een belangrijk onderdeel van hun vroege missie was en ze al een opmerkelijke reputatie hadden als een groep van “geleerde en arme priesters”, werd deze kleine, hechte groep jezuïeten in het algemeen gezien als een gemeenschap van priesters.

Echter, slechts een paar jaar later, in 1546, benaderde Ignatius paus Paulus III opnieuw. De populariteit van de jezuïeten was zo snel gegroeid en er werden zoveel werken aangenomen dat hulp nodig was. Paulus III stond de jezuïetenorde toe om zowel “spirituele” als “wereldlijke” coadjutors (helpers) toe te laten. De coadjutors moesten dezelfde geloften van armoede, kuisheid en gehoorzaamheid afleggen als de andere jezuïeten, onder het gezag van Ignatius (en andere jezuïeten-superieuren) staan ​​en “delen in alle goede werken die in de Sociëteit van Jezus zullen worden gedaan”. De “wereldlijke” coadjutors die in fysiek opzicht hielpen bij de verschillende werken (bijv. artistiek, financieel en administratief), worden tegenwoordig broeders-jezuïeten genoemd.

De priesters in hun missie ondersteunen

Een broeder is een jezuïet die religieuze geloften heeft afgelegd volgens de Constituties van de Sociëteit van Jezus. Historisch gezien is het hun rol om de werken van de jezuïeten in stand te houden, de priesters in de missies te ondersteunen en om samen te werken met zowel jezuïeten als niet-jezuïeten in de uiteenlopende werken van de orde. Hoewel de rol van helper vele vormen kan aannemen in heel verschillende situaties, blijft dit het leidende principe van deze roeping.

Ik vervul de rol van broeder meestal binnen een jezuïetengemeenschap. Ik voel zeker de drang eropuit te gaan en de Heer te dienen onder de armen, gemarginaliseerden, studenten en alle mensen. Maar, op een bepaalde manier, voel ik als broeder de roeping om mijn medejezuïeten te steunen. Meestal door middel van kleine gebaren: luisteren naar, lachen met, een probleem of project uitwerken met hen die ik elke dag zie. Uiteindelijk betekent de roeping van broeder voor mij dat ik er ben en zorg dat er koffie is (voor koffie ben ik altijd te vinden).

Zoals de vaak gestelde vragen die ik in het begin noemde al aangeven, getuigt de roeping van de broeder ook van de intentie achter elke roeping. Omdat zo velen denken dat het priesterschap de standaardrol van een jezuïet is, valt de keuze om broeder te worden speciaal op. Dit aspect van de keuze maakt echter deel uit van alle roepingen.

Het keuzeaspect van je roeping

Het kan verleidelijk zijn om ons gewoon door het leven naar onze roeping te laten leiden (“Als ik de juiste persoon ontmoet dan ben ik waarschijnlijk geroepen om te trouwen”) of om te wachten tot God ons doel zonder twijfel duidelijk maakt (“Wilt U dat ik priester word, zeg dat dan maar!”). Er kan een echt verlangen zijn naar een “Damascus moment” – zoals toen Paulus, op weg naar Damascus, rechtstreeks met de Heer werd geconfronteerd en deze hem een ondubbelzinnige nieuwe richting in zijn leven gaf. De meesten van ons krijgen echter niet zo’n helderheid in het onderscheiden van hun roeping.

Een roeping heeft ook een keuzeaspect. Wanneer een koppel trouwt, worden ze in de liefde bij elkaar gebracht én moeten ze er actief voor kiezen om die liefde te behouden en te koesteren. Het gebeurt niet “zomaar”. Wanneer iemand de geloften van armoede, kuisheid en gehoorzaamheid aflegt als religieus, dan erkent deze persoon dat zijn roeping een geschenk van God is én dat hij er actief voor moet kiezen om die gave te behouden en te koesteren. Wanneer een man deze geloften aflegt als jezuïet, moet hij een roeping tot het priesterschap of het broederschap als afkomstig van God herkennen en moet hij er actief voor kiezen om een van deze roepingen te doorleven.

Iedereen is helper

Broeder zijn betekent voor mij een helper te zijn. Misschien kan de roeping van broeder ons eraan herinneren dat we allemaal coadjutors van de Heer zijn en ervoor kiezen om samen te werken met elkaar en met God om Zijn wil in ons leven te realiseren.

De vraag is niet waarom ik geen priester wil worden, maar waarom ik broeder wil zijn. Het antwoord? Omdat de Heer mij uitnodigt voor dit leven en ik ervoor kies om daarin met Hem samen te werken. De mokken koffie zijn daarbij iets extra’s.

Brent Gorden sj is een broeder-jezuïet uit midden Florida. Voordat hij in 2018 intrad bij de jezuïeten was hij afwisselend leraar op een middelbare school, seminarist en student Sanskriet. 

“Het is een vreugde om zo met God te mogen leven”

Bekijk alle nieuwsberichten

Deel