Joseph A. Tetlow sj is een toonaangevende Amerikaans schrijver over de ignatiaanse spiritualiteit. Hij wil onderscheiding der geesten toegankelijk maken voor het brede publiek.
Joseph A. Tetlow sj is een toonaangevende Amerikaans schrijver over de ignatiaanse spiritualiteit. Hij wil onderscheiding der geesten toegankelijk maken voor het brede publiek.
Het laatste boek van Joseph A. Tetlow sj, Always discerning, won de First Place Catholic Press Award in Spirituality van 2017. Sean Salai sj interviewde Tetlow over het onderwerp Onderscheiding voor leken.
Onderscheiding betekent bewust leven vanuit het voortdurende samenspel van de energie van hart, hoofd en handen. Want wat we denken verandert datgene wat we voelen en wat we doen. Wat we voelen verandert wat we denken en wat we doen. En wat we doen verandert wat we voelen en wat we denken.
Hierom: ze doen het voortdurend, maar denken er niet over na, en zullen zich er waarschijnlijk niet eens bewust van zijn dat ze dat doen. Gedachten die ze op straat oppikken beïnvloeden hun gevoelens wat betreft de kerk. Dingen die ze doen binnen een consumptiemaatschappij beïnvloeden hun gevoel wat betreft vrijgevigheid, of hun liefde tot God, maar ze zijn er zich niet van bewust. Daarom is het belangrijk dat mensen een besef krijgen van wat onderscheiding betekent, dat ze leren onderscheiden wat ze al de tijd aan het doen zijn. Om een volwassen christen te zijn, dien je voortdurend te reflecteren over wat je aan het doen bent.
Om onderscheiding in praktijk te brengen, zul je moeten bidden. Je zult een biddende persoonlijkheid moeten zijn. Maar bidden betekent niet dat je voor lange tijdseenheden in vereniging met God bent. Bidden begint met het onderzoeken van je geweten en met de bewustwording van de energiekrachten die de Heilige Geest in ons heeft ingestort. De heilige Geest geeft ons een bovennatuurlijk leven en al de krachten die we daarvoor nodig hebben. Maar de meeste mensen zijn zich volledig onbewust van wijsheid, begrip, goede raad; zij zijn onwetend betreffende voorzichtigheid, rechtvaardigheid, sterkte. Onderscheiding vereist dat je over deze dingen nadenkt en bidt.
Waarschijnlijk de meest belangrijke zaak die Ignatius ons leerde was de onderscheiding der geesten. Aan welke geest geef ik gehoor? Is het een geest die leidt naar het goede, of een geest die leidt naar het slechte? Deze geesten komen misschien over ons als ideeën of als overtuigingen van ons hart. De geesten dringen er in ons op aan, dit of dat te doen, en Ignatius leert ons een onderscheid te maken tussen de bewegingen van de geesten ten goede en de bewegingen van de geesten ten kwade.
De volgende belangrijke zaak die hij ons leert, is de noodzaak om onverschillig te zijn. Dat wil zeggen, de noodzaak om niet te diep vast te zitten aan je gevoelens, of ideeën of handelingen, aan datgene wat dan ook zou kunnen leiden tot zonde, tot iets dat op een of andere manier liefdeloos is.
Ik zou zeggen dat de belangrijkste bijdrage van paus Franciscus is dat hij voortdurend onderscheidt en spreekt over onderscheiding. Zijn homilieën en zijn geschriften zitten vol onderscheiding. Franciscus is degene die de stelregel formuleerde: “[wat] je denkt, beïnvloedt of verandert wat je doet en wat je voelt” en dat wat daar op volgt.
De hele Schrift is er vol van. Wanneer je eenmaal de noodzaak hebt ingezien dat je aandacht moet hebben voor hoofd, hart en handen, merk je dat de Geschriften vol zijn met toespelingen van dien aard. Paulus vertelt bijvoorbeeld aan Timotheüs dat het uiteindelijke doel van de instructie die hij zal gaan geven is: dat liefde voortkomt uit een zuiver hart, een helder geweten en een oprecht geloof. Een zuiver hart is hart hebben voor datgene waarvan je overtuigd bent, waar je op gericht bent. Een helder geweten, dat betekent dat je gedachten er op gericht is, te weten wat juist is en wat fout. En een oprecht geloof, zoals Jacobus zegt, verdient de naam van geloof niet als het niet overeenkomt met wat je doet. De Schrift staat vol met dergelijke referenties, zodra je het patroon beheerst van hoofd, hart en handen.
Ik zou zeggen: het belangrijkste was dat het me in staat heeft gesteld er constant op te letten. Hoe wat ik doe beïnvloedt wat ik denk en wat ik voel. Of, tijdens Vietnam en tijdens andere perioden, wat mijn gedachten deden met mijn gevoelens, en met wat ik deed. In het kort en met andere woorden: onderscheiding stelde me in staat een geïntegreerd leven te leiden. Zó dat ik in staat was de problemen die ik had als jongen, de problemen die ik had als jonge jezuïet, te integreren binnen een affectief en intellectueel leven dat me nu in staat stelt met mijn hart in vrede te leven.
Het belangrijkste is dat religieuzen de luxe hebben tijd hebben om te bidden. Priesters bezitten de gave van gebed in hun leven. Leken moeten worstelen om die te krijgen. Wanneer je leken introduceert in het levensgebed en in onderscheiding, moet je ze bemoedigen meer tijd te besteden aan gebed aan het begin van de dag of gedurende de dag.
Maar zijn we niet allemaal leerlingen, volwassen leerlingen, van Jezus Christus. Als we rijpe leerlingen zijn van een rijpe Jezus Christus, dan doen we aan onderscheiding. En dat geldt voor leken, priesters en religieuzen.
Het belangrijkste is dat het ons bewust maakt. Dat we gaan nadenken over ons handelen, over onze gedachten en onze gevoelens.
Gebed. Ik hoop dat de korte notities die ik heb geschreven mensen helpen oprecht en correct te denken over onze dienst van en lofprijzing aan God onze Heer. Ik meen dat Always Discerning op een of andere manier omvat wat ik in heel mijn leven heb proberen te doen, namelijk mensen helpen bewust te leven betreffende de manier waarop de Heilige Geest met ons bezig is. Net alleen in ideeën, maar in ons hoofd, en in ons hart en in onze handen.
Soms komt de Heilige Geest tot ons via een inspiratie om te “doen”, waardoor er verandering komt in wat we denken en wat we voelen. Soms via een inspiratie over wat we voelen, om een gevoel dat we hebben te verhelderen of te corrigeren; en soms via een idee.
Nadat ik gezegd heb “Ik houd van U, en ik heb van U gehouden, en ik dank U dat U mij hebt toegelaten van U te houden”, zal ik meteen zeggen: “Ik dank U”. Ik denk na over mijn sterfelijkheid. Ik denk na over ieders sterfelijkheid. Ik vraag me af of ik wel voldoende gepreekt heb over de dood. Wat ik zeker weet, is dat we te weinig gepreekt hebben over de verrijzenis van het lichaam.
Tijdens retraites geef ik een aantal instructies over hoe onderscheiding te verstaan en te praktiseren. Wanneer je aan iemand duidelijk maakt dat wat je denkt werkelijk invloed uitoefent op wat je voelt en doet, wanneer je begrijpt dat je een geest-in-een-lichaam bent, en dat je hele wezen daarbij betrokken is, dan leer je te gaan bidden zoals je werkelijk bent.
Vandaag de dag is er binnen de kerk een randverschijnsel waar wij jezuïeten iets mee moeten, en waarvan we ons allereerst bewust moeten zijn. Dit randverschijnsel is dit: er zijn volwassen katholieken die hun geloof zo goed mogelijk in praktijk brengen, misschien niet elke zondag, maar wel zo goed mogelijk, en die afvragen wat de kerk hen geeft. Wat hebben wij deze mensen te bieden? Het antwoord is: niet erg veel. De meest algemene reden waarom mensen de roomse kerk verlaten, is omdat ze er niet de spirituele hulp krijgen die ze nodig hebben. Die moeten we naar hen toe brengen, want wat ze nodig hebben, is dat we hun de Geestelijke Oefeningen en de onderscheiding brengen. Dat we Jezus naar hen toe brengen. Dat is hetgeen wat me de laatste 20 jaar van mijn leven gedreven heeft: volwassen katholieken ─ rijpe christenen ─ die dorst hebben. En de kerk geeft hun niets te drinken.
Bekijk alle nieuwsberichten