De Portugese jezuïet Gonçalo Fonseca werkte enkele jaren in Syrië. Hij geeft een lezenswaardige terugblik op die periode. Met centraal een episode waarin militairen hun macht misbruikten en zijn vrienden ontmenselijkten. "Zij stonden op uit hun ontmenselijking, hervonden hun gesmoorde stem, stonden tussen mij en de militairen in en beschermden mij."
De Portugese jezuïet Gonçalo Fonseca werkte enkele jaren in Syrië. Hij geeft een lezenswaardige terugblik op die periode. Met centraal een episode waarin militairen hun macht misbruikten en zijn vrienden ontmenselijkten. “Zij stonden op uit hun ontmenselijking, hervonden hun gesmoorde stem, stonden tussen mij en de militairen in en beschermden mij.”
Syrië was voor mij een mysterieuze bron van onverwachte ontdekkingen van menselijkheid; een echte leerschool van het hart. Ik heb leven en dood, liefde en haat, hoop en wanhoop, geloof en angst naast elkaar gezien gedurende bijna mijn hele verblijf in dit land.
Ik doorkruiste menselijke landschappen waarvan ik het bestaan niet eens kende. Op mijn landkaart van hoe de mens te begrijpen vond ik nieuwe wegen en mijn levensreis kreeg een heel nieuwe wending. Terugdenkend aan het boek Schau der Gestalt van Hans Urs von Balthasar, over theologische esthetiek, geloof ik dat deze nieuwe richting voortkomt uit vervoering door de Liefde, de concrete Liefde van God in de vorm van Christus. De Liefde die geduldig en vriendelijk is, die zich verblijdt met de waarheid. Zij beschermt altijd, vertrouwt en hoopt (Paulus, 1 Kor 13).
Liefde die beschermt zou een manier kunnen zijn om de missie van Jesuit Refugee Service (JRS) waarvan ik deel heb mogen uitmaken, te interpreteren. De mission statement van JRS geeft aan dat zij bestaat om de zaak van vluchtelingen en andere gedwongen ontheemden “te begeleiden, te dienen en te bepleiten”opdat zij kunnen genezen, leren en hun eigen toekomst bepalen. Zij speelt een onvoorstelbare rol in het herstel van hun waardigheid.
Waardigheid is de eigenschap gewaardeerd, gerespecteerd of gezien te worden. Het eerste artikel van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties van 1948, benadrukt juist dat “alle mensen vrij en gelijk in waardigheid en rechten (worden) geboren”. Zoals alle oorlogen, hebben de Syrische oorlog en de verwoestende gevolgen ervan de waardigheid van mensen aangetast, zo niet hun leven. Wanneer iemand wordt ontmenselijkt (d.w.z. beroofd van mensenrechten zoals vrijheid, vrijheid van meningsuiting, veiligheid, onderdak, onderwijs, toegang tot gezondheidszorg of basisbehoeften) wordt zijn of haar waardigheid ontkend en wordt de persoon een zwerver op zoek naar een plek om thuis te horen. Het streven naar vrede en hoop is ook een streven naar herstel van waardigheid.
De waardigheid herstellen is een daad die een gezamenlijke deelname vereist. Er is iemand voor nodig die op zijn minst de menselijkheid van de ander erkent, zodat diens waardigheid belicht wordt. Door haar missie te vervullen, vermenselijkt JRS degenen die begeleid, gediend en vertegenwoordigd worden. Door de meest kwetsbaren en hen die beroofd zijn van hun essentiële mensenrechten te vermenselijken, neemt JRS deel aan het herstel van hun waardigheid en draagt zij bij tot een meer vreedzame en rechtvaardige samenleving.
Dit inzicht over het herstel van waardigheid werd versterkt door een specifieke levenservaring. In Syrië voelde ik me niet altijd veilig, maar wel altijd beschermd. Paradoxaal. In feite was de context niet veilig; sommige situaties die ik meemaakte waren ronduit bedreigend. Echter, degenen met wie ik werkte – of met wie ik bevriend ben – speelden altijd een glansrol terwijl zij mij beschermden. Dit was zeker gebaseerd op respect, maar ook op liefde. Liefde en bescherming zijn in hun definities inwisselbaar. Met mijn beperkte mogelijkheden zag ik mijzelf ook als iemand die hen beschermde – en liefhad.
Een zeer schrijnende episode bracht me tot nieuwe inzichten over het herstellen van waardigheid. Bij een routinecontrole werden een paar vrienden en ik aangehouden door militairen. Niets ongewoons, maar die dag besloten zij, om welke reden dan ook, de ondervragingen en verzoeken om documenten zodanig uit te breiden dat het vernederend werd. Ze commandeerden, fouilleerden en controleerden met de arrogantie die “macht” vaak met zich meebrengt. Ik zag hoe mijn vrienden, onbewogen, van hun waardigheid werden beroofd en ontmenselijkt. Ze legden zich neer bij hun lot. Ik, geterroriseerd, maakte me op voor hetzelfde. Ik dacht er zelfs niet aan om te protesteren. Ik wist dat de gevolgen op zijn minst zeer onaangenaam konden zijn.
Toen “mijn beurt” aanbrak, beseften mijn vrienden dat ik dezelfde vernedering zou ondergaan die zij zojuist doorgemaakt hadden. Zij stonden op uit hun ontmenselijking, hervonden hun gesmoorde stem, stonden tussen mij en de militairen in en beschermden mij; ondanks de mogelijke gevolgen van die opstandigheid. Zij, die hun lot stoïcijns hadden aanvaard, konden niet accepteren dat ik iets dergelijks zou ervaren. Op de een of andere manier bleven represailles uit.
Een diepe stilte daalde over ons. Schaamte, angst, opluchting, onbegrip. Heftige hopeloosheid bewoonde deze stilte die enige tijd later werd doorbroken door een nerveus grapje. Maar er was ook een gevoel van schoonheid dat ik pas later begreep.
Met enige “afstand”, maar nog steeds vervuld door emoties, begreep ik de mysterieuze schoonheid van die gebeurtenis. Door mij uit liefde te beschermen, herstelden zij hun eigen waardigheid die even tevoren was weggerukt. Door mij te behoeden voor ontmenselijking, handhaafden zij hun menselijkheid door de donkere paden van onrecht te belichten. Zij werden waardiger en menselijker.
Ik begreep dat Liefde ook de eigen waardigheid herstelt of vernieuwt. Ik begreep opnieuw hoe Christus, die de mensheid aan het kruis liefhad, niet alleen de door de zonde aangetaste mensheid herstelde, maar zijn menselijkheid ten volle vervulde. Ik begreep opnieuw dat de loop van mijn eigen menselijkheid – en roeping – nieuwe wendingen aannam, niet alleen omdat ik mezelf opnieuw herkende als geliefd, maar ook omdat ik nieuwe dimensies van de liefde leerde kennen.
In deze video vertelt Tom Smolich sj over het werk van JRS in Syrië. Tom is internationaal directeur van JRS en bezoekt Syrië in de nasleep van de aardbeving in februari 2023. Hij vertelt dat de JRS als hoofddoel verzoening bewerken heeft. Dat start bij medische zorg en onderwijs. Ze trekken samen op met moslims. Pas als er verzoening is, kan gebouwd worden aan een nieuwe samenleving, met de mensen die de oorlog niet ontvlucht zijn.
JRS heeft onmiddellijk gereageerd op de crisis door mensen onderdak, voedsel en basisbehoeften te bieden om de barre weersomstandigheden het hoofd te kunnen bieden. De gezondheidsklinieken van JRS zijn weer geopend om mensen te helpen die door de aardbeving zijn getroffen en vrijwilligers begeleiden de getroffen gemeenschappen naarmate er nieuwe behoeften ontstaan.
“Naast het fysieke puin dat zoveel levens heeft verwoest, ligt er nu ook een enorme hoeveelheid psychologisch puin bovenop de stad. Naast de materiële hulp moet dit een belangrijk onderdeel zijn van de reactie om mensen te helpen herstellen”, aldus pater Tony O’Riordan SJ, landendirecteur van JRS Syrië.
Giften hiervoor kunnen overgeschreven worden naar:
Vanuit België:
Hubeje vzw (met attest vanaf €40)
IBAN: BE43 4352 0990 0101
BIC: KREDBEBB
Mededeling: “Aardbeving JRS Midden Oosten”.
Vanuit Nederland:
Sint Claverbond:
IBAN NL85INGB0000828228
BIC: INGBNL2A.
Mededeling: “Aardbeving JRS Midden Oosten”.
Jouw gift gaat rechtstreeks naar Syrië!
Bekijk alle nieuwsberichten