Langs bronnen en door woestijnen

Langs bronnen en door woestijnen

Verslag van een uitwendige en een inwendige pelgrimstocht

Verslag van een uitwendige en een inwendige pelgrimstocht

Op pelgrimstocht gaan van Loyola naar Javier. Het bleek voor mij een uitdaging en een zoektocht naar vertrouwen en overgave. Vanaf het begin werd ons voorgehouden dat we eigenlijk twee tochten begonnen. De fysieke tocht bracht mijn leven even weer terug naar een basisbestaan: wat heb ik werkelijk nodig, wat kan ik meeslepen, wat met die hitte en de vele stapdagen? Maar ook: hoe dichtbij de natuur kan je eigenlijk wel leven, welk een plezier om gewoon op weg te zijn! De innerlijke tocht volgde een bergachtig parcours. Op tocht gaan geeft tijd om na te denken en te bidden op velerlei wijzen: wie ben ik, waar sta ik, hoe sta ik tegenover anderen, wat is de plaats van God in mijn leven? Maar ook: hoe ga ik om met het aanbod van Zijn liefde? Dag na dag vorderden we op beide vlakken in een sterke dynamiek, afwisselend langs bronnen en door woestijnen.

Ignatius achterna

We waren alleszins in goed gezelschap. We reisden in het voetspoor van Ignatius van Loyola, op beide tochten. Hij legde immers een lange weg af: van hang naar wereldlijke roem over hang naar geestelijke heroïek naar een besef van zijn eigen kleinheid, maar ook van zijn kracht en waarin die geworteld was. De trots en wil om zijn leven zelf vorm te geven zijn voor mij heel herkenbare thema's. Voor de tocht bleek al dat het durven loslaten en vertrouwen ook voor anderen een belangrijk aspect was. Loslaten is echter geen achterlaten: het werd ons eerder gepresenteerd als “anders vastpakken”, zodanig dat het je niet onvrij zou maken. Ignatius' tocht en de invloed die het op zijn hele verdere leven had, leverde ons een concrete methode om hiermee op weg te gaan.

Als pelgrims op weg gaan…kunnen wij dan achterblijven?

We trokken door het prachtige landschap van het Spaanse Baskenland en Navarra. Elke dag weer mochten we genieten van die scheppingsmozaïek, waar we zelf allemaal slechts een puzzelstukje van zijn. De grootsheid vulde me met ontzag, met een diep gevoel van dankbaarheid en aanvaarding.

Er was ook een keerzijde aan die medaille. We kunnen niet blind blijven voor het kwaad dat in die schepping huist. Voor mij leidde dit deels tot een gevoel van onmacht: de taak om mee te bouwen aan Gods Rijk is immers zo groot indien we ons geconfronteerd weten met de alomtegenwoordigheid van onrecht en onrechtvaardigheid! Toch ervoer ik ook een troost: als we bereid zijn te werken met Hem en voor Hem, zal Hij werken met ons, door ons en in ons.

Een van de allermoeilijkste dingen was voor mij het erkennen van het heel concrete kwaad in mezelf en er ook een plaats aan geven. De drang om een goed mens te willen zijn en al het kwaad daarvoor te externaliseren is groot. Op onze 'woestijndag', waarin we alleen op tocht werden gestuurd, werd ik hier sterk mee geconfronteerd. Het was een contact met het diepste van mezelf, die tempel waar God woont. Geen geblindeerd of afgesloten construct, maar een bouwsel met open zicht op de wereld, waar de winden van die wereld ongemoeid doorheen kunnen waaien – verhalend van zowel goede als kwade dingen. Met de pijn kwam echter ook een heel bevrijdende ervaring: het gevoel van dankbaarheid om zelfs nu aanvaard te zijn, opgenomen in Liefde, met een heel royaal aanbod: “Ik wil met jou iets nieuws beginnen.” Na een mistige tocht, kwamen we zo boven op de berg aan – een prachtig uitzicht onder een staalblauwe hemel. Als Hij ons zo liefheeft, kunnen wij dan achterblijven?

Unidos como hermanos

Het sterke aan een pelgrimage ligt niet enkel in het individuele aspect. Het is net de uitgesproken verbondenheid met anderen, veraf en dichtbij, die het meer dan wat ook de moeite waard maakt en die kracht geeft om door te gaan.

We werden op vele manieren ondersteund. Eerst en vooral door onze logistiekers, een dappere pijltjes- en kookploeg en tal van begeleiders. Elke keer kregen we echter ook weer beschikking over een kerk (met klokken) of andere gelegenheid om te overnachten. Natuurlijk stond niets ons in de weg een nacht onder de prachtige sterrenhemel door te brengen – voor diegenen die het aandurfden.

Ondanks het feit dat het groepsgevoel in de grote groep uitstekend was, lag voor mij de echte kern van de ervaring toch in ons achtkoppige stapgroepje. Omgaan met anderen verliep nochtans niet altijd even vlot. Ook dat was een uitdaging en een groeiproces in vertrouwen. De meeste mensen kenden elkaar immers niet en waren zo verschillend! Doorheen de dagen was er echter een duidelijke evolutie. Dit bleek vooral in de ‘deelrondes, een dagelijkse terugblik op een persoonlijk halfuur voor eigen reflectie en gebed eerder op de dag. In de eerste deelrondes was een zekere terughoudendheid merkbaar, hoewel ik wel dacht aan te voelen dat er bij iedereen de wil was daar samen in te groeien. Dat is zeker geslaagd. De laatste uitwisseling, bij het slot van Javier, was heel krachtig, in die mate dat onze groep na afloop nog lange tijd stil bij elkaar bleef zitten om het gevoel wat langer vast te houden.

In zo'n groep, waarmee je er vaak zingend op uit trekt, waar mensen elkaar ondersteunen zodra het even moeilijk lijkt te gaan en waar je in gesprekken wederzijds grootsheid en kleinheid kan erkennen, kan je ook in je vriendschap God op het spoor komen. Een gesprek of ontmoeting van mens tot mens kan dan immers resulteren in een ontmoeting op het niveau van ieders persoonlijke tempel, met de uitnodiging er binnen te komen. Zo wordt een ontmoeting tussen mensen ook een ontmoeting in de Heer.

De uitdaging: “zaad van Gods Rijk”

“…En op duizend wegen zendt U ons weer uit, om het zaad te zijn van Gods Rijk.”

Dit is de laatste regel van een lied dat we vaak gezongen hebben in onze groep. Het verhaalt hoe God voor ons Waarheid, Weg en Leven kan zijn, hoe Hij ons oproept niet bang te zijn en ten slotte…hoe we met die wetenschap uitgestuurd worden in het spoor van Christus. Dat is de uitdaging waarvoor ik me nu gesteld voel, een uitdaging van vertrouwen in mezelf, in anderen en in God.

Het zaad zijn van Zijn Rijk, een aanbod van liefde dat sterker is dan de dood,…het lijkt zoveel groter dan ik, lijkt zo'n overgave te vragen dat ik er niet toe in staat ben. Zelfs op het einde van onze tocht in Javier was ik dat niet. Twee dingen mocht ik toen echter ervaren. Ten eerste mocht ik herontdekken dat 'zaad zijn' niet noodzakelijk grootse dingen omvat. Het betekent openstaan en bereid zijn iets van de liefde die we zelf ervaren door te geven, in concreto. Als tweede was er de ervaring van tekort te schieten in mijn antwoord op het aanbod dat werd gedaan. Het weerwoord was verlossend: geef maar waar je wel toe in staat bent zonder zorgen om wat je zou kunnen of moeten geven – daarmee raak je ongetwijfeld al een heel eind ver.

Tot slot nog één kort gesprek dat me bijblijft als wegwijzer voor een grondhouding om mee door het leven te gaan. Het ging over dromen. Een medepelgrim vroeg me wat mijn grootste droom was. Ik heb vele dromen en wist ook wel iets te noemen, maar voelde me zelf niet echt tevreden met het antwoord dat ik gaf. De vraag die erop volgde was echter buitengewoon to the point: “Als je zou sterven, wanneer zou je dan het gevoel hebben dat je leven de moeite waard was geleefd te worden?” – “Eerlijk? Nu.”

“Doe al het goede
dat je kunt,
met de middelen
die je hebt,
op de manier
die je gewoon bent,
op de plaats
waar je staat,
in de tijd
die je gegeven is,
voor de mensen
die je kent,
zolang
het je mogelijk is.”

~ John Wesley ~
 

Lieven Billiet

Bekijk alle nieuwsberichten

Deel