Samuel Overloop sj blikt terug op zijn "regentie"
Samuel Overloop sj blikt terug op zijn “regentie”
Twee jaar mocht ik werkzaam zijn als leerkracht Latijn en Godsdienst op het Sint-Jozefcollege van Turnhout, één van de zeven jezuiëtencolleges in Vlaanderen. Na tien jaar in het buitenland gewoond en gestudeerd te hebben was de overgang naar België stevig wennen. Er was sprake van een echte 'cultuurschok'. Daarnaast was dit voor mij ook meteen de eerste echte ervaring van het leven in een jezuiëtengemeenschap zonder leeftijdsgenoten alsook de eerste werkervaring.
Deze twee jaar heten in ons jargon 'regentie' of 'interstitie naar gelang je supportersvoorkeuren bij de interland België – Nederland. Elke jezuiët in vorming gaat normaal gezien tussen de studies van filosofie en theologie in twee tot drie jaar het veld in. Zo verliest deze het doel waarvoor hij ingetreden is niet uit het oog: mensen bijstaan in het vormen van goede en levengevende relaties met God, met de medemens en met de Schepping. Op deze manier kan de jezuïet in vorming de studies theologie aanvangen met een goed idee van de vragen die mensen hebben rond God, geloof en levensbeschouwing.
Eén van de ervaringen die me zal bijblijven is de klasbezinning. Ik heb twee keer een vierdejaar mogen vergezellen op hun stapbezinning. De gesprekken die ik onderweg met deze jonge mensen heb mogen voeren getuigden over hun zin naar diepgaande en betekenisvolle relaties. Vertrekpunt van de gesprekken was meestal mijn manier van leven: een leven gewijd aan God. Ik was een vraagteken in hun ogen en daardoor alleen al durfden zichzelf ook de vraag te stellen: is een relatie met God zinvol voor mij?
Onderwijs is een mensenberoep. Je werkt samen met mensen die eenzelfde passie delen, een passie om de leerlingen zo goed mogelijk voor te bereiden op het verdere leven. Dit leidt vaak tot boeiende uitwisselingen onderling, niet alleen over het vak en de ignatiaanse pedagogie, maar ook over wat wij belangrijk vinden in het algemeen. Ook deel je in de vreugde en pijn van collega's en leerlingen. Het rouwen op school bij het overlijden van een leerling geeft een sterk gevoel van gemeenschap en samenhorigheid. Relaties worden uitgediept, prioriteiten worden bijgesteld. Ik zal nooit vergeten hoe ik in diezelfde week ook de pasgeboren spruit van een collega in mijn armen mocht houden. Deze uitersten van dood en leven en de gedeelde passies maken deze twee jaar tot een onvergetelijke en tekenende ervaring.
Een laatste element dat ik meeneem uit deze twee jaar is de ervaring van de apostolische noden in Vlaanderen. Ik heb keer op keer de dorst ervaren in onze jonge mensen naar diepgang. Het is niet de christelijke boodschap die niet meer aantrekt. Het is de manier waarop die boodschap gecommuniceerd wordt. Hoe kunnen wij als getuigen van God beter communiceren?
Een andere grote nood heb ik meer van de zijlijn ervaren, maar daarom niet als minder dringend. De zorg voor een maatschappij waar iedereen samenleeft en niet zomaar naast elkaar leeft is voor mij belangrijk geworden. Dankzij een project in Borgerhout waar ik heel af en toe eens kon binnenspringen zie ik de nood voor onderwijs in de Marokkaanse gemeenschap heel duidelijk. Wat kunnen wij jezuïeten hieraan doen met onze onderwijservaring? Hoe kunnen wij als religieuzen bijdragen aan de verbetering van de relaties tussen de verschillende religieuze en culturele gemeenschappen in België?
Regentie heeft me veel gegeven. Hoop en grote dromen voor de toekomst. Jezuïeten zijn, in de woorden van onze algemene Overste, mannen die durven dromen; geen kleine dromen, maar grote en ambitieuze dromen om van deze wereld een beetje meer Gods wereld te maken.
Samuel Overloop sj