Topfotograaf, oorlogsheld, wereldreiziger, vliegtuigfanaat: zo onwaarschijnlijk was het leven van de Ierse jezuïet Francis Browne (1880-1960).
Topfotograaf, oorlogsheld, wereldreiziger, vliegtuigfanaat: zo onwaarschijnlijk was het leven van de Ierse jezuïet Francis Browne (1880-1960).
Francis Browne is 17 als zijn leven verandert. Door zijn beslissing om de opleiding tot jezuïet te volgen, zeker, door de Europese reis die hij voordien nog wil maken, ook wel, maar zeker door een cadeau dat hij voor zijn vertrek krijgt: een fototoestel. De gulle hand is die van zijn oom Robert Browne, bisschop van Cloyne en ook zijn voogd. Francis is wees sinds zijn achtste. Toen verdronk zijn vader, zijn moeder stierf aan kraamkoorts en heeft hij nooit gekend.
Francis Browne vertrekt op reis en zal vanaf die dag nooit meer zonder fototoestel de deur uitgaan.
Het is 1912 — Francis is nu 32 — als suikeroom Robert opnieuw voor een bijzonder cadeau zorgt: een ticket voor de allereerste vaart van de Titanic, het monsterschip waarover het al maanden gonst in de pers. Geen ticket tot in New York, maar alleen voor de aanlooproute van Southampton (Engeland) naar de Ierse havenstad Queenstown (intussen Cobh). Een oversteek van een dag, alvorens de Titanic aan zijn eerste — en enige — transatlantische reis begint.
Francis Browne geeft op de Titanic zijn ogen de kost en neemt tientallen foto’s van het leven aan boord: de dekken, de fitnessruimte, de interieurs, maar ook heel wat passagiers en bemanningsleden. ’s Avonds tijdens het diner maakt hij kennis met een Amerikaans echtpaar met wie het meteen klikt.
Zij willen voor hem een ticket tot in New York betalen als hij hen in ruil onderweg gezelschap houdt. Daar heeft Browne wel oren naar en samen met het koppel trekt hij naar de ‘Marconi-kamer’ om zijn provinciaal bij de jezuïeten om toestemming te vragen. Er zijn twee telegrafisten aan boord, die de handen vol hebben met het sturen van boodschappen van passagiers aan het thuisfront. Terwijl zijn bericht wordt geseind, maakt Browne een foto.
Het zou de enige foto worden die tijdens de vaart van de Titanic is gemaakt in de seinkamer. (Lees verder onder de foto.)
Het antwoord van de provinciaal aan Francis Browne is snel en duidelijk: geen sprake van dat hij doorreist naar New York. Letterlijk luidt het bericht: GET OFF THAT SHIP – PROVINCIAL.
Als de Titanic enkele dagen later vergaat, beseft Browne de waarde en het belang van de honderden foto’s die hij heeft genomen. Hij zijn niet alleen beelden van de eerste en enige reis van het schip, maar ook de laatste beelden van heel wat passagiers en bemanningsleden die zijn omgekomen. Brownes beelden worden wereldwijd gepubliceerd in kranten en tijdschriften en worden later gebundeld tot een boek dat nog steeds verkrijgbaar is: Father Browne’s Titanic Album. (Lees verder onder de afbeelding.)
De Titanic-foto’s zijn nog maar het begin van Brownes nevencarrière als fotojournalist. Tijdens de Eerste Wereldoorlog dient de jezuïet als legeraalmoezenier voor de Irish Guard aan de Somme en in de IJzervlakte.
Daar staat hij niet alleen in voor morele steun, het is ook zijn taak om overlijdensbrieven te sturen naar nabestaanden van collega-aalmoezeniers die de dood vonden – in totaal zouden 2.300 aalmoezeniers van de Irish Guard sneuvelen.
Leken zijn Titanic-foto’s nog lucky shots, de beelden die Browne tijdens de oorlog schiet, worden ook om hun compositie en sfeer geprezen. Hij neemt ook de beroemd geworden foto van schrijver Rudyard Kipling (Jungle Book) die wezenloos voor zich uit staart. Hij heeft net de bevestiging gekregen dat zijn enige zoon John, pas 18, is gesneuveld. Pijnlijk detail: John was meermaals afgekeurd voor militaire dienst wegens zijn slechte ogen, maar wilde per se dienen. Dankzij bemiddeling van zijn vader werd hij uiteindelijk toegelaten tot de Irish Guards. (Lees verder onder de afbeelding.)
Halverwege de jaren twintig sukkelt Browne met de gezondheid. Dokters raden hem aan een warmer klimaat op te zoeken om aan te sterken. Het wordt Australië. De massa foto’s die hij daar neemt, documenteren het leven in het toen nog grotendeels onbekende continent. Ook onderweg neemt Francis de tijd om te fotograferen, onder meer in Sri Lanka (toen Ceylon), Jemen, Napels en Lissabon.
Na zijn terugkeer blijft Francis Browne voornamelijk in Ierland. Hij wordt superior van de St. Francis Xavierkerk in Dublin en mag in 1929 toetreden tot het bestuur van de Ierse jezuïeten. Fotograferen doet hij nog altijd, al ligt de focus nu op dorpen en parochies waar hij komt en de reizen naar Engeland voor kerkelijke vergaderingen en evenementen.
Het fotoboek Flying with Father Browne zal een uniek beeld geven van vliegtuigen en de opkomst van commerciële luchtvaart. (Lees verder onder de afbeelding.)
In 1985, 25 jaar na zijn dood, wordt de fotografische nalatenschap van Francis Browne ten volle duidelijk. In de archieven van de Ierse jezuïeten stoot men op een metalen koffer waarin zijn volledige fotoarchief is verzameld.
Dat lijkt in het tijdperk van digitale fotografie al veel, dat was het zeker toen fotografie een ambachtelijke en tijdrovende bezigheid was. Het grootste deel van de negatieven was nooit ontwikkeld, gezien de benodigde tijd en de kostprijs. Meteen werd hij vergeleken met grote 20ste-eeuwse fotografen als Henri Cartier Bresson en Robert Doisneau.
Heel wat foto’s werden intussen digitaal bewaard en verschenen in 25 verschillende boeken, met als bekendste Father Browne’s Titanic Album (1997). De Titanic-film die datzelfde jaar verscheen, is trouwens schatplichtig aan Browne: de reconstructie van verscheidene decors – zoals de seinkamer – is gebaseerd op zijn foto’s.
Ook Browne zelf werd niet vergeten: in 2012 verscheen een Ierse postzegel van 55 cent met zijn beeltenis. Er kwam ook een biografie, The Life and Lens of Father Browne, en een tv-documentaire over zijn tijd aan het front in de Eerste Wereldoorlog. Zijn werk is opgenomen in de Irish Picture Library.
Met dank aan Kerknet.be die dit artikel publiceerde in 2018.