Dries van den Akker sj is actief betrokken bij het noviciaat van de Nederlandse, Vlaamse, Britse en Ierse jezuïeten in Birmingham. Hoe ziet zo’n noviciaat er anno 2018 eigenlijk uit?
Dries van den Akker sj is actief betrokken bij het noviciaat van de Nederlandse, Vlaamse, Britse en Ierse jezuïeten in Birmingham. Hoe ziet zo’n noviciaat er anno 2018 eigenlijk uit?
‘Een periode van twee jaar voor mannen die jezuïet willen worden. De nadruk ligt op het vertrouwd maken met de spiritualiteit van Ignatius, de jezuïetencultuur, de constituties en onze geschiedenis.’
‘Steeds zijn ze zes weken bij ons in huis voor onderricht en daarna gaan ze zes weken de deur uit voor stage of retraite. Als ze bij ons zijn, krijgen ze meestal van andere jezuïeten les, bijvoorbeeld over de Geestelijke Oefeningen. Iedere vrijdag gaan ze op pad om te werken op een lagere school, in een huis voor daklozen of in het ziekenhuis. Ze maken kennis met de noden van de wereld. Die kennen ze vaak al. Dit jaar hebben we vijf nieuwe novicen, waarvan er twee vijftig zijn. Die hebben de wereld gezien. Maar nu gaan ze op pad vanuit de spiritualiteit van Ignatius. Daar moeten ze vervolgens op reflecteren.’
‘Vroeger was het zeker niet te kort, maar nu ligt dat anders. Iemand die veertig is en het noviciaat binnenkomt, staat anders in het leven dan iemand van negentien, zoals ik destijds. Iemand van vijftig moet langer wennen aan bijvoorbeeld het idee dat hij niet zomaar de auto kan nemen en dat hij zijn tijd niet op zijn manier kan indelen. Dus, het kan in twee jaar, maar het is aan de korte kant.’
‘Hij moet kunnen onderscheiden. Kunnen zien: waar is God aanwezig en waar niet. Ignatius nodigt iedere jezuïet uit om twee keer per dag een levensgebed te doen. Dat betekent: terugblikken op de voorbije tijd. Zie je achteraf iets van God? Dat kunnen kleine dingen zijn, een dankjewel van iemand dat je in eerste instantie over het hoofd zag. Een dag laat indrukken achter je mijn hart. Waar ben ik geraakt, wat liet mij onverschillig? Via die bewegingen spreekt God tot ons. Je erin trainen die stem te verstaan, zodat je iedere situatie vanuit die houding tegemoet kunt treden.’
‘Toen ik jezuïet werd, hadden we nog de verzuiling. Ik werd jezuïet om ervoor te zorgen dat de katholieken katholiek bleven. Nu zijn we meer naar buiten gericht. De paus en de algemene oversten van de Sociëteit van Jezus zeggen steeds: jezuïeten, ga naar de grensgebieden. Ga naar de plekken waar ze niet leven volgens christelijke principes. Ga de confrontatie aan met de culturele waarden van vandaag en laat zien dat onze manier van leven gelukkig maakt. Daarvoor moet je onderscheiden.
Je moet kunnen zien wat goed is in de ander, wat van God komt. Pierre Favre (1506 – 1546) was een jezuïet uit de begintijd van de orde. Hij had veel contacten met protestanten. Hij geloofde dat je pas met protestanten kon spreken als het je vrienden werden. Daarvoor moet je ze respecteren zoals ze zijn. Houden van de mensen met wie je het hartgrondig oneens bent, niet als een trucje, maar echt, dat is ten diepste onze spiritualiteit. Die houding leren jezuïeten in het noviciaat: houd van de ander en ontdek in hem de aanwezigheid van God.’
Bekijk alle nieuwsberichten