De 7 kenmerken van het pontificaat van Paus Franciscus

vr 14 mrt 2014 Jezuïeten / Kerk / Wereldwijd /

Door de jezuïeten van de Civiltà Cattolica

Door de jezuïeten van de Civiltà Cattolica

De Civiltà Cattolica is het tijdschrift van de Italiaanse jezuïeten dat functioneert als officieuze spreekbuis van het Vaticaan. In zijn editoriaal dd 15 maart publiceert het een omschrijving van het pontificaat van Franciscus in zeven kenmerken. Op de nieuwswebsite Zenit werd een samenvatting (http://www.zenit.org/fr/articles/les-sept-traits-du-pontificat-selon-la-civilta-cattolica)  hiervan gepubliceerd. Ik heb ze voor u vertaald.

1. “Een profetisch pontificaat”: Paus Franciscus is een “paus van het Tweede Vaticaans Concilie”. Hij weet hoe het Evangelie te lezen in het licht van de hedendaagse ervaring”. Vanuit dit perspectief nodigt hij de Kerk uit om een “Samaritaanse Kerk” te zijn, een Kerk als een “veldhospitaal”, een Kerk die een “huis voor allen” wil zijn.

2. Het gaat ook over een “pontificaat van ontmoeting”: Paus Franciscus wil investeren in de kwaliteit van de communicatie tussen de Kerk en de mensen. Het is zoals “een bisschop temidden van zijn mensen”. Hij “zendt niet zomaar booschappen uit die de anderen enkel maar moeten aanhoren”. Hij organiseert eerder “communicatieve happenings” om zo ”diegene die hij voor zich heeft actief tot betrokken partij te maken”.

Voor de Civiltà Cattolica is dit ten gronde een houding van “nederigheid”: de houding van hem “die de anderen nabij kan zijn”. De “cultuur van de ontmoeting” waarnaar de Paus verlangt is gegrondvest in de “bereidheid om te ontvangen en niet enkel om te geven”. Immers “iedereen is drager van waardevolle dingen en allen, jongeren, volwassenen en senioren, christenen, niet-gelovigen en anders-gelovigen zijn geroepen om elkaar te ontmoeten.”

“Voor Bergoglio, zo stipt de tekst aan, betekent in dialoog treden dat je samen iets doet, dat je streeft naar eenzelfde doel.”

3. Het derde kenmerk is dat van een “dramatisch pontificaat”, dat voortkomt uit de spiritualiteit van de heilige Ignatius van Loyola. Het editoraal merkt op dat er bij de Paus “een niet te ontkennen dimensie van strijd” bestaat, eigen aan de “christelijke modus vivendi”. Immers, het christelijk leven is “een gevecht tegen de mondaniteit en tegen de demon”.

Maar, zo het waar is dat Paus Franciscus meerdere malen de demon heeft genoemd, het is ook zo dat hij mensen nooit “diaboliseert”, preciseert de tekst.  Bovendien, “wordt de strijd steeds verzacht door de zekerheid dat het de Heer is die het laatste woord heeft over het leven van de wereld” en “is de belangrijkste ervaring barmhartigheid”.

4. Het ponticaat van Franciscus is ook “een pontificaat van onderscheiding”. Het wordt gekenmerkt door “een innerlijke houding die het mogelijk maakt om God te vinden daar en waar Hij wil gevonden worden, en niet enkel binnen mooi afgetekende lijntjes.”

De Paus “deinst niet terug voor de ambiguïteit van het leven en gaat er met moed tegen aan”: in deze wereld  “die steeds in beweging is” werken de gebruikelijke criteria om ondescheid te maken tussen wat belangrijk is en wat niet belangrijk is niet langer. Het leven van de Geest hanteert “andere criteria”. Daarom is het nodig dat “de handelingen en de beslissingen gepaard gaan met een aandachtige, meditatieve, biddende lectuur van de tekenen des tijds die zich om het even waar kunnen aandienen”.

5. Vijfde kentrek: “Het pontificaat van het onvolledige denken”, van het “open denken”: de Paus heeft geen “theoretisch en abstract programma dat hij wil toepassen op de geschiedenis”. Evenmin heeft hij een “a priori visie”. Hij heeft wel een “bedoeling”, een doorleefde ervaring die verwijst “naar periodes, plaatsen, mensen”, die “beetje bij beetje vorm krijgt en zich concreet vertaalt.”

Anders gezegd, zijn wijze van doen “staat in dialoog met de werkelijkheid, zoekt een plaats in de mensengeschiedenis, ontwikkelt zich in de tijd”, langs “een open weg, een weg die zich opent naarmate je erop wandelt”. Zoals hij het schreef in Evangelii Gaudium,  je dient niet ”van het pauselijk leergezag definitieve en volledige uitspraken te verwachten over alle vragen aangaande de Kerk en de wereld” (EG  16). Immers, “noch de Paus, noch de Kerk hebben het monopolie over de interpretatie van de maatschappelijke werkelijkheid of over het voorstellen van oplossingen voor de hedendaagse problemen”. (EG 184).

6. Het pontificaat van Paus Franciscus getuigt ook van “spanning tussen de geest en de instelling”: “De Kerk moet de ongrijpbare vrijheid van het Woord aanvaarden dat op zijn manier efficiënt is, en wel op heel uiteenlopende manieren. Zodoende overstijgt het ons, gaat het voorbij aan onze voorspellingen en stuurt het onze schema’s in de war.” (EG 22). Deze spanning is tevens een spanning tussen de Kerk als “pelgrimerend volk” en de Kerk als “instelling”. Het is deze tegenstelling, zo meent de Civiltà Cattolica, die “de reflectie van Franciscus inspireert aangaande wat hij “de bekering van het pausdom” (EG 32) noemt.

7. Ten slotte, zevende en laatste kenmerk: “een pontificaat van de grenzen en van de uitdagingen”: het komt erop aan om “te vertoeven aan de grenzen”. Maar vooral om te zoeken “hoe je vandaag het Evangelie kan verkondigen aan alle mensen, hoe ze ook in het leven staan”.

“De Kerk is niet enkel “vuurtoren”, maar ook “fakkel” die optrekt met de mensen; die licht geeft, soms vooraan, soms in het midden, soms achteraan om te vermijden dat iemand achter blijft.

Wat mogen we verwachten voor de toekomst? Volgens de Civiltá Cattolica biedt de toespraak van Paus Franciscus gericht tot de Congregatie van de bisschoppen dd 27.2.14 een antwoord: “We kunnen ons dus een herder inbeelden die zijn kudde wil leiden niet waar hij het wil maar waar de Heer het wil, langs een weg die niet altijd voorspelbaar is en die evenmin kan afgeleid worden van onze verlangens of angsten en waarop je de moed zult moeten hebben om “in gesprek” te gaan met God, naar het voorbeeld van Mozes.”

Bekijk alle nieuwsberichten

Deel