"Minderjarige migranten, kwetsbaar en zonder stem "
“Minderjarige migranten, kwetsbaar en zonder stem ”
15 januari 2017
"Minderjarige migranten, kwetsbaar en zonder stem "
Beste zusters en broeders,
“Wie een kind als dit opneemt in mijn Naam, neemt Mij op. En wie Mij opneemt, neemt niet Mij op, maar Hem die Mij gezonden heeft” (Mc 9, 37; zie Mt 18, 5; Lk 9, 48; Joh 13, 20).
Met die woorden herinneren de evangelisten de christengemeente aan een inspirerend en tegelijk veeleisend onderricht van Jezus. Die woorden trekken inderdaad een duidelijk spoor naar God. Dat spoor vertrekt vanuit de geringste mens en wordt via de Verlosser een dynamiek van onthaal. Onthalen is nodig om die weg concreet tee maken. God is één van ons geworden. In Jezus werd Hij een kind. En de gelovige openheid naar God als bron van hoop wordt uitgedrukt in een liefdevolle nabijheid bij de kleinsten en de zwaksten. Liefde, geloof en hoop geven zowel spiritueel als lichamelijk vorm aan de werken van barmhartigheid die wij in het Buitengewone Jubileumjaar opnieuw ontdekt hebben.
De evangelisten staan echter ook stil bij de verantwoordelijkheid van wie tegen de barmhartigheid handelt: “Wie één van deze kleinen die op Mij vertrouwen schandaliseert en ten val brengt kan beter met een molensteen om zijn nek in volle zee gegooid worden” (Mt 18, 6; zie Mc 9, 42; Lk 17, 2). Hoe zouden wij deze strenge vermaning kunnen veronachtzamen wanneer we zien hoe mensen gewetenloos zoveel kinderen uitbuiten, ze tot prostitutie dwingen, ze inschakelen in het circuit van de pornografie, ze gebruiken als slaven of ze inlijven als kindsoldaten. Men gebruikt hen in de drugshandel en in het criminele circuit. Men dwingt ze te vluchten voor gewapende conflicten en vervolgingen, met het risico dat ze geïsoleerd en vergeten worden.
Daarom wil ik ter gelegenheid van de Werelddag van de migrant en de vluchteling de aandacht vestigen op het lot van minderjarige migranten en in het bijzonder van zij die alleen zijn. Aan iedereen wil ik vragen de zorg op te nemen voor die kinderen want ze zijn drie keer weerloos: ten eerste zijn ze minderjarig; bovendien zijn zij buitenlander en ten slotte hebben zij geen enkel verweer wanneer ze – om welke reden ook – gedwongen worden ver van huis te leven, ver van hun geboortegrond, gescheiden van de genegenheid van hun gezin.
Migraties blijven vandaag niet beperkt tot bepaalde regio’s van onze planeet. Alle continenten zijn erdoor getekend. Meer en meer krijgen migraties tragische en wereldwijde proporties. Migranten zijn niet alleen mensen die waardig werk zoeken of betere levensomstandigheden. Het zijn ook mannen en vrouwen, ouderen en kinderen die gedwongen worden te vluchten in de hoop het elders te redden en vrede te vinden en veiligheid. Kinderen zijn de eersten die de zware tol van de emigratie betalen. Bijna altijd wordt die migratie veroorzaakt door geweld, door miserie, door milieuomstandigheden en door de negatieve factoren van de globalisering. De ongebreidelde jacht op snel en gemakkelijk geldgewin brengt de ontwikkeling van perverse gesels met zich mee zoals kinderhandel, uitbuiting en misbruik van minderjarigen en berooft de kinderen van hun fundamentele rechten die vastgelegd zijn in de Internationale Conventie inzake de Rechten van het Kind.
Omdat de kindertijd zo bijzonder kwetsbaar is stelt hij unieke en onvervreemdbare eisen. Op de allereerste plaats heeft een kind recht op een gezond en beschermd gezinsleven. Het moet kunnen opgroeien onder de begeleiding en naar het voorbeeld van een vader en een moeder; vervolgens is er het recht en de verplichting om te voorzien in een adequate opvoeding, thuis en op school: dààr moeten kinderen kunnen uitgroeien als persoon en als ontwerper van hun eigen toekomst en die van hun land. Op veel plaatsen in de wereld is het meest elementaire onderwijs – leren lezen, schrijven en rekenen – in feite nog een privilege van een klein aantal kinderen. Ten slotte hebben alle minderjarigen ook het recht om te spelen, om zich uit te leven in ontspannende activiteiten. Om het met één woord te zeggen: zij hebben het recht om kind te zijn.
Kinderen zijn de meest kwetsbare migranten want van zodra zij het leven instappen zijn zij al onzichtbaar en hebben zij geen stem. Hun bestaansonzekerheid maakt dat ze elementaire documenten missen en daarom verborgen, onbekend blijven in de ogen van de wereld. Indien er geen volwassenen zijn om hen te begeleiden kunnen zij zich niet laten horen. Zo mislukken minderjarige migranten. Ze komen onderaan de ladder van de samenleving terecht waar de ontluistering van de mens het grootst is, waar ongelijkheid en geweld elke toekomst van teveel onschuldigen vernietigt terwijl intussen het netwerk van kindermisbruik zo moeilijk gebroken kan worden.
Hoe moeten we die realiteit het hoofd bieden?
Om te beginnen moeten wij beseffen dat het migratiefenomeen niet vreemd is aan de geschiedenis van de verlossing. Integendeel, het maakt er deel van uit. Eén van Gods geboden stelt in dit verband: « Je zal de vreemdeling niet uitbuiten, je zal hem niet onderdrukken, want je bent zelf vreemdeling geweest in Egypte » (Ex 22, 20); « Ook moet je de vreemdeling liefhebben, want in Egypte ben je zelf vreemdeling geweest » (Dt 10, 19). Dat gegeven is een teken van de tijd, een teken dat verwijst naar Gods voorzienigheid in de geschiedenis en in de samenleving die bedoeld is als een universele gemeenschap. Terwijl de Kerk de drama’s en tragedies van migraties zo goed mogelijk inschat en de moeilijkheden erkent die gepaard gaan met een waardig onthaal van migranten, moedigt zij ons ook aan om precies hier, in dit fenomeen, Gods plan te erkennen, namelijk de zekerheid dat niemand vreemdeling is in de christelijke gemeenschap die “alle naties, stammen, volkeren en talen omarmt” (Ap 7, 9). Elke mens is waardevol. Mensen zijn belangrijker dan dingen en de waarde van een instelling wordt gemeten aan de manier waarop zij het leven en de waardigheid van de menselijke persoon behartigt, vooral wanneer mensen kwetsbaar zijn, zoals dat het geval is met minderjarige migranten.
Bovendien moeten wij werken aan bescherming, aan integratie en aan langetermijnoplossingen.
Wij zijn op de eerste plaats bekommerd dat alle mogelijke maatregelen getroffen worden om minderjarige migranten te beschermen en te verdedigen. Want “die jongens en meisjes belanden uiteindelijke dikwijls op straat waar ze aan hun lot zijn overgelaten. Daar worden ze een gemakkelijke prooi van gewetenloze mensen die hen gewetenloos uitbuiten en hen tot object van fysiek, morel en seksueel geweld maken”. (Benedictus XVI, Boodschap voor de Werelddag van de migrant en de vluchteling 2008).
Overigens wordt de scheidingslijn tussen migratie en mensenhandel vaak flinterdun. Veel factoren maken migranten kwetsbaar, vooral als ze minderjarig zijn: armoede, een tekort aan middelen om te overleven. Voeg daarbij de irrealistische verwachtingen die de media voorschotelen; de lage scholingsgraad; het gebrek aan kennis van de wetgeving, van de cultuur en dikwijls ook van de taal van het gastland. Dat maakt kinderen fysiek en psychologisch afhankelijk. Maar de sterkste impuls tot uitbuiting en kindermisbruik komt vanuit de vraag. Indien er niet rigoureus en efficiënt opgetreden wordt tegen mensen die profiteren van kindermisbruik, zullen wij nooit al die vormen van slavernij kunnen uitroeien die minderjarigen tot slachtoffer maakt.
Daarom is het nodig dat migranten voor het welzijn van hun kinderen veel nauwer samenwerken met de gemeenschappen die hen opnemen. Wij zijn heel dankbaar voor de kerkelijke en civiele organismen en instellingen die met een merkwaardig engagement tijd en middelen inzetten om minderjarigen te beschermen tegen elk soort misbruik. Het is belangrijk dat er voortdurend meer efficiënte en doorslaggevende samenwerkingen tot stand komen niet alleen qua informatie-uitwisseling maar ook om de netwerken te intensifiëren die snelle en brede interventies moeten kunnen verzekeren. Men mag daarbij de kracht niet onderschatten die kerkelijke gemeenschappen aan de dag leggen wanneer zij zich in gebed en in broederlijke gemeenschap verenigen.
Op de tweede plaats moet men werken aan de integratie van kinderen en jonge migranten. Zij zijn helemaal afhankelijk van de wereld van de volwassenen. Een gebrek aan financiële middelen verhindert dikwijls dat er een adequaat beleid van begeleiding en inschakeling in de samenleving uitgewerkt wordt. Met als gevolg dat men – in plaats van voorrang te geven aan de sociale integratie van minderjarige migranten of aan programma’s om veilig en met een goede ondersteuning terug te keren – gewoon probeert de migratietoegang af te snijden wat op zijn beurt maakt dat men illegale circuits bevordert; ofwel worden migranten simpelweg naar hun thuisland teruggestuurd zonder dat men zich vergewist of dit voor hen de beste oplossing is.
De situatie van minderjarige migranten wordt nog ernstiger wanneer hun statuut niet geregulariseerd is of wanneer zij in de handen van de georganiseerde misdaad terecht komen. In dergelijke gevallen worden zij meestal in een detentiecentrum ondergebracht. Het is ook niet ongebruikelijk dat zij gearresteerd worden. En omdat zij geen borgsom kunnen betalen of naar hun land kunnen terugkeren, duurt hun opsluiting soms erg lang. Zij kunnen daar ten prooi vallen van misbruik en allerlei vormen van geweld. In dergelijke gevallen moet het recht van de Staat om de migratiestroom onder controle te houden en om het algemeen nationaal welzijn te dienen, gekoppeld worden aan de plicht om de situatie van minderjarige migranten op te lossen en te regulariseren. De Staat moet daarbij de waardigheid van de minderjarige migranten voluit respecteren en tegemoet komen aan hun noden wanneer zij alleen staan. Maar de Staat moet ook tegemoet komen aan de noden van hun ouders met het oog op het welzijn van het hele gezin.
Om de oorzaken uit te roeien van gedwongen migratie van minderjarigen is het fundamenteel belangrijk dat er op nationaal vlak geschikte procedures uitgewerkt worden en dat er in onderling overleg tussen de landen van oorsprong en de onthaallanden gezamenlijk samenwerkingsakkoorden opgemaakt worden.
Ten derde richt ik aan iedereen een dringende oproep om langetermijn-oplossingen te bedenken en uit te voeren. Gezien het om een complex probleem gaat moet de kwestie van minderjarige migranten in de wortel aangepakt worden. Oorlogen, schendingen van de mensenrechten, corruptie, armoede, verstoorde evenwichten inzake natuur en milieu zijn allemaal medeoorzaken van het probleem. Kinderen lijden er het eerst onder. Soms worden ze gefolterd, ondergaan ze fysiek geweld en zij houden er morele en psychologische kwetsuren aan over die bijna altijd onuitwisbaar zijn.
Het is bijgevolg absoluut noodzakelijk om in de landen van oorsprong de oorzaken van de migraties te bestrijden. Op de eerste plaats is hier een engagement vereist van heel de internationale gemeenschap. Zij moet de conflicten en het geweld uitroeien die mensen op de vlucht drijven. Verder vragen wij om perspectieven en een duidelijke visie met aangepaste programma’s voor de regio’s die het zwaarst getroffen zijn door onrecht en instabiliteit. Zo’n ontwikkeling moet de deur openzetten naar een echte garantie op een authentieke ontwikkeling voor iedereen en op de promotie van het welzijn van kinderen. Want zij zijn de hoop van de mensheid.
Ten slotte wil ik graag een woord richten aan jullie die kinderen en jongeren begeleiden gedurende hun hele migratiegeschiedenis: zij kunnen jullie kostbare hulp niet missen. Ook de Kerk heeft jullie nodig en zij steunt jullie in de edelmoedige dienst die jullie bewijzen. Houdt niet op het Evangelie moedig te beleven. Het roept op om Jezus te herkennen en te verwelkomen in de kleinste en meest kwetsbare mens.
Alle migrerende kinderen, hun gezinnen, hun gemeenschappen en jullie die hen nabij zijt op hun weg vertrouw ik toe aan de bescherming van de Heilige Familie van Nazareth. Moge zij over u waken en ieder op zijn weg begeleiden. Aan mijn gebed verbind ik graag mijn Apostolische Zegen.
Vanuit het Vaticaan, op 8 september 2016
FRANCISCUS