Hoofdpersonage in historische roman "Waar de tijgers thuis zijn" van JM Blas de Roblès
Hoofdpersonage in historische roman “Waar de tijgers thuis zijn” van JM Blas de Roblès
Jezuïet Athanasius Kircher was een homo universalis uit de zeventiende eeuw. Hij speelt de hoofdrol in de sterke roman “Waar de tijgers thuis zijn” van de Franse schrijver Jean-Marie Blas de Roblès.
De barok triomfeert en wordt jezuïetenstijl gedoopt. In die jaren is Athanasius Kircher (1602-1680) een katholieke Leonardo da Vinci: een briljante geest, een harde werker, de waarschijnlijke uitvinder van de camera obscura en een buizentelefoon, een gepassioneerde onderzoeker van de hiëroglyfen en door zijn kennis van het koptisch de vader van de egyptologie, een debater met libertijnen, een opvoeder van prinsen, een vroege bewonderaar van China en een vulkanoloog. Kircher keek door microscopen en leidde daaruit tijdens een pestplaag af dat micro-organismen de besmetting overbrachten. Hij schreef veertig sublieme boeken over geneeskunde, taalkunde, aardrijkskunde en geologie.
Kircher kende onze Pieter Paul Rubens en correspondeerde met Ferdinand Verbiest. De Duitser was een geniale jezuïet die in Rome woonde. In het Romeins College bracht hij een ‘Wunderkammer’ van fossielen, opgezette dieren, gesteenten en papyrussen samen. Hij werd intellectueel gevoed door het internationale netwerk van zijn medebroeders die langs de weg van de onverschrokken kennis en het kosmopolitisme wilden evangeliseren. Niks boezemde hen schrik in: noch de rare zeden en volkeren die zij mee exploreerden, noch hitte, koude, uitputting of dood. Kircher is een typische vertegenwoordiger van de wetenschapper-jezuïet zoals daar zijn Giovanni Cassini, Maximilian Hell, Roger Boscovich, Fresco Maria Grimaldi, Giovanni Riccioli; gewaardeerde correspondenten van Pierre de Fermat, Christiaan Huygens, Gottfried Leibniz en Isaac Newton.
Kan je over een vrome, diepkatholieke intellectueel uit de zeventiende eeuw een roman schrijven die internationaal scoort en onlangs, na een eerste vertaling in het Nederlands met harde kaft, in paperback verscheen? Ja. Jean-Marie Blas de Roblès is de Franse schrijver van “Là ou les tigres sont chez eux”. Hij kreeg voor de kanjer van 895 bladzijden, in mijn pocketeditie van de reeks J’Ai Lu, de Prix Médicis in 2008.
Kircher is de centrale figuur van “Waar de tijgers thuis zijn”, zoals de Nederlandse titel luidt, en aan het woord is zijn duivel-doet-al en medebroeder Caspar Schott die na de dood van zijn vereerde meester een biografie compileert. Dat hagiografische werk opent de erudiete Eléazard von Wogau in het Brazilië van nu. Hij bestudeert met wisselende stemmingen het schitterende leven en werk van de jezuïet en wetenschapper. Rond Von Wogau wentelt een brede kolk van mensen, herinneringen, intriges, volksgebruiken, oerwoud, alchemie, seks, carnaval, astrologie, vastgoedfraude, moord.
In “Waar de tijgers thuis zijn” lopen constant vijf verhalen door mekaar. Het boek is taai maar van een blitse taaiheid die voor wie volhoudt het leesplezier steeds hoger doet klimmen. Blas de Roblès past bij de makers van meanderende verhalen à la James Joyce, Jorge Luis Borges en Umberto Eco. Hij wroette tien jaar op zijn “tijgers” en soms bezwijk je midden in een hoofdstuk onder de overlast aan woorden en gebeurtenissen. Laat het u toch niet afschrikken.
Een nuttig thema dat op een speelse en anekdotische manier wordt aangeraakt en het boek tot meer maakt dan verstrooiing, is de zogenaamde letterdieverij van Kircher. Ging hij teksten, ideeën stelen en stak hij daardoor meer pluimen op zijn bonnet dan mag? Plagiaat is historisch een relatief begrip: processen tegen namaak en intellectuele dieverij werden maar gevoerd na de opkomst van de industrialisering. Ludwig van Beethoven plagieerde Wolfgang Amadeus Mozart alvorens zichzelf te worden zoals Mozart de componist Christoph Willibald Gluck imiteerde, die verwerkte dan weer noten van Jean-Philippe Rameau. Inspiratie is een mooiere term voor imitatie. Geen enkele grote of kleine geest is een wit vel. Volgens de tekstdetective Edmond Malone waren er op 6.043 verzen van William Shakespeare 1.771 van voorgangers, 2.373 werden door de toneelauteur aangepast en amper 1.899 verzen vloeiden uit zijn eigen pen. Ignatius van Loyola, stichter van de jezuïeten, is tot vandaag bekend om zijn Geestelijke Oefeningen. Hij liet zich leiden, tot in de letterlijke bewoordingen, door de Geestelijke Oefeningen van de zestiende-eeuwse franciscaan Garcia Cisneros.
Frans Crols