Adolfo Nicolás: “Wij zijn werkzaam op een cruciaal apostolisch moment”

Adolfo Nicolás: “Wij zijn werkzaam op een cruciaal apostolisch moment”

Jezuïeten gaan naar de grensgebieden. Ook in Europa, waar velen hun geloof in God verloren. “Dan komt de wijsheid naar voren als een nieuwe taal van God”, zegt Adolfo Nicolás.

Jezuïeten gaan naar de grensgebieden. Ook in Europa, waar velen hun geloof in God verloren. “Dan komt de wijsheid naar voren als een nieuwe taal van God”, zegt Adolfo Nicolás.

“Een jezuïet moet, zoals ik ooit in Afrika heb gezegd, drie zaken herkennen: de geur van zijn schapen, dat wil zeggen van het leven van zijn volk en hun gemeenschappen; de geur van de bibliotheek, dat wil zeggen van zijn eigen diepe reflectie; en de geur van de toekomst, dat wil zeggen van een radicale openheid voor de verrassing van God. Ik geloof dat dit is wat van een jezuïet een man met open gedachten kan maken.”

Adolfo Nicolás Pachón werd op 29 april 1936 in Villamuriel de Cerrato in Spanje geboren. Hij werd op 19 januari 2008 Generaal Overste van de Sociëteit van Jezus, als opvolger van de Nederlandse pater Peter-Hans Kolvenbach. 

Nauw verbonden met Azië

Het leven van Adolfo Nicolás is verbonden met Azië: hij trad toe tot de Sociëteit van Jezus in Spanje, in het noviciaat van Aranjuez, maar werd op 17 maart 1967 in Tokyo tot priester gewijd, waar hij vanaf 1971 systematische theologie doceerde aan de Sophia-universiteit. In 1978 verhuisde hij naar de Filippijnen, waar hij directeur werd van het pastoraal instituut van Manilla, een functie die hij tot 1984 vervulde. Zijn spirituele en theologische vorming vond plaats in Madrid, Tokyo en Rome.

Nicolás sociëteit deed in die jaren een brede bestuurservaring op, eerst als Provinciaal Overste van Japan en daarna als voorzitter van de raad van provinciaal oversten van Oost-Azië en Oceanië. 

Antonio Spadaro sj interviewde Adolfo Nicolás aan het einde van zijn generalaat in oktober 2016.

Hoe is uw gemoedstoestand aan het einde van uw opdracht als Generaal Overste?

De gebruikelijke na afloop van een zending. Ik ben klaar met nuttig te zijn in deze hoedanigheid en in alle rust kan ik beginnen uitzien naar wat ik nog meer kan doen.

Wat waren de belangrijkste momenten voor de sociëteit tijdens de jaren van uw generalaat?

De synoden. Het neerleggen van het ambt van paus Benedictus XVI. De verkiezing van paus Franciscus. Zoals gezegd bestaan er geen “onze” momenten: de belangrijkste momenten zijn die van de Kerk.

In uw ervaring als generaal overste heeft u misschien ‘de temperatuur opgenomen’ van het religieuze leven van vandaag. Wat denkt u dat die ‘temperatuur’ nu is? Bent u zich bewust van een verandering ten opzichte van het moment waarop u werd gekozen? Ziet u vermoeidheid, lauwheid of ziet u duidelijke tekenen van hoop?

Ik heb geen verandering waargenomen. Het religieuze leven gaat goed; er is een groot verlangen om de Kerk te dienen en ruimhartig te reageren op de uitdagingen van onze tijd. Ik zie ook een nieuwe hoop ontstaan door paus Franciscus, die ons heel goed kent en de plaats en de zending van het religieuze leven in de Kerk begrijpt.

Paus Franciscus heeft religieuzen gedefinieerd als zondaars en profeten. Hoe interpreteert u deze woorden van hem? Is het belangrijk voor religieuzen om zichzelf als zondaars te zien? En wat betekent het vandaag de dag om een profeet te zijn? De paus zegt dat de profeet er “een puinhoop van maakt”. Wat betekent dat?

Voor een religieus is het belangrijk om zich een “zondaar” te voelen. We zijn niet beter of slechter dan andere christenen; daarom kunnen we anderen niet beoordelen. In het verleden, misschien elke keer als we dachten dat we beter waren, ontdekten we verborgen zonden, of zonden die onzichtbaar waren gebleven – hetgeen vernederend was. Samen met de paus denken we dat een Kerk die anderen beoordeelt weinig wijsheid toont en de plaats van God, de Enige die in het hart kijkt, overneemt. 

Infomomenten Geestelijke Oefeningen 2020-2021 3

Wat de profetie betreft, breng ik in alle nederigheid een onderscheid naar voren: er is een profetische dienst die van binnenuit de Kerk komt en die de gelovigen bereikt. Alles wat paus Franciscus over profetie zegt, verwijst hiernaar: ze “maakt een puinhoop”, ze schept een zekere verwarring, ze zet de mensen aan het denken. Er wordt nog een bijkomende dienst bewezen aan hen die geen geloof belijden. Voor hen heeft profetie weinig zin. Wat hen daarentegen bereikt is het getuigenis van een andere wijsheid, humanistisch, evangelisch, in staat om de reflectie te stimuleren en berouw in de ziel op te wekken: kan dit waar zijn? Is dit meer menselijk, meer authentiek? Dit is de religieuze functie in vele situaties die zich op of buiten de grenzen van een wereld bevinden die ons standpunt niet deelt.

Maar wat is de profetische taal van vandaag?

Ik ben altijd getroffen door het feit dat er een einde kwam aan de profetie in Israël. In het boek Daniël wordt de beschuldiging geuit dat er geen profetie meer was in Israël. Wanneer hiervoor redenen worden gezocht, is de enige plausibele dat het verbannen volk het geloof heeft verloren: in Israël is geen geloof meer. Slechts een klein deel behoudt het. Profetie kan alleen bestaan binnen een geloofsgemeenschap. 

Veel religieuzen leven vandaag de dag in een grenssituatie of op plaatsen waar het geloof niet wordt beleden. Wat is de juiste taal op zulke plaatsen? Het is interessant om op te merken dat, wanneer de profetie verdwijnt, de wijsheid naar voren komt als de nieuwe taal van God. Misschien is dat de taal voor een Europa dat het geloof heeft verloren. Misschien hebben we een nieuwe taal nodig, die zowel de wijsheid van de wijzen als de wijsheid van de gewone mensen kan gebruiken om te spreken in een taal die de wereld kan begrijpen.

Maakt deze wijsheid het mogelijk om aan de rand, aan de grenzen te staan?

Ja, en we zullen een nieuwe manier van kijken naar de wereld moeten leren, van dingen zien, om dan pas te spreken. Soms kan het heel belastend zijn om naar de grenzen te gaan en te zien hoe de anderen, de mensen daarbuiten, leven. Maar het is ook heel interessant en aantrekkelijk, want er is altijd veel goeds in andere personen, andere culturen, andere religies. Om dit te doen, te gaan naar de grenzen, is er behoefte aan mensen met een diepgaand geloof, diep geworteld en zorgvuldig gecultiveerd. Mensen die in staat zijn om met wijsheid te spreken, om zich te laten horen. 

U heeft veel gereisd en u heeft een brede visie op de wereld. Wat zijn volgens u de grootste uitdagingen in de wereld van vandaag?

Een Japanse bisschop probeerde te antwoorden op de vraag waarom zo weinig Japanners christen werden: “Jezus zei: Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven.” De meeste Aziatische religies zijn religies of spiritualiteiten van de Weg: shintoïsme, confucianisme, boeddhisme, kendo, aikido, enz. maar de meerderheid van de westerse zendelingen zijn gekomen om te prediken en te spreken over de Waarheid. In die zin is er geen echte ontmoeting met Japan geweest.

Hoe meer ik de wereld rondreis, hoe meer ik denk dat die bisschop gelijk had: Azië is de Weg; Europa en de Verenigde Staten houden zich bezig met de Waarheid; Afrika en Latijns-Amerika zijn het Leven – ze houden waarden in leven (vriendschap, familie, kinderen, enz.) die we in andere delen van de wereld zijn vergeten. Het is belangrijk voor ons jezuïeten dat Ignatius van Loyola – als ik het goed begrijp – meer geïnteresseerd was in de Weg. Dat wil zeggen, in hoe te groeien en omgevormd te worden in Christus, in plaats van in andere dingen. De uitdaging voor ons christenen is dat we alles nodig hebben, alle gevoeligheden van alle continenten, om tot de volheid van Christus te komen – wat ook de volheid van onze mensheid is. Deze visie is aanwezig in alle oproepen van paus Franciscus ten gunste van migranten en vluchtelingen. 

Heeft volgens u de sociëteit zich de uitdagingen van onze tijd eigen gemaakt? Hoe evalueert u de actuele werking van de sociëteit in zijn apostolische spanning?

Ik geloof dat wij jezuïeten – die, zoals iedereen weet, niet zonder gebreken zijn – werkzaam zijn op een cruciaal apostolisch moment. Wij bekommeren ons om belangrijke werkelijkheden zoals armoede, uitsluiting, een degelijke opleiding voor iedereen.

U houdt veel van Japan. Wat kan de zending in dat grote land, die cultuur, ons vandaag de dag leren?

Muzikale gevoeligheid. De Japanners zijn de meest muzikale mensen ter wereld. Religie staat veel dichter bij een muzikale beleving dan bij een rationeel systeem van leerstellingen en verklaringen. De Japanners vertonen, mede dankzij de wortels van het boeddhisme, een diepe gevoeligheid, een openheid voor de dimensies van transcendentie, van dankbaarheid, van schoonheid, die ten grondslag liggen aan onze menselijke ervaring. Maar natuurlijk is dit een gevoeligheid die vandaag de dag wordt bedreigd door een mentaliteit die puur economisch of materialistisch is en die ons belet om diepere dimensies van de werkelijkheid te bereiken.

Onze huidige missie in Japan en Azië kan ons helpen de religieuze gevoeligheid te ontdekken of te herontdekken, als een muzikale gewaarwording, als een besef en waardering van dimensies van de werkelijkheid die dieper gaan dan de utilitaire redenering of materialistische opvattingen over het leven.

Maar dit heeft ook te maken met het onderwijs. Een muzikaal zintuiglijke opvoeding en dus een religieus zintuiglijke opvoeding. Spelen de onderwijsinstellingen van de sociëteit hierin een rol?

Het zou tragisch zijn als onze onderwijsinstellingen zich zouden beperken en de mens zouden herleiden tot zijn rationaliteit en zelfverstaan enkel op basis van deze seculiere en materialistische wereld. In feite zijn de beweegredenen om een proces van onderwijsvorming op gang te brengen totaal anders. Wij houden ons niet bezig met onderwijs ten behoeve van bekering, maar met transformatie. We willen een nieuw soort mensheid vormen die, als ik het zo mag zeggen, radicaal muzikaal is, die gevoeligheid voor schoonheid, goedheid, het lijden van anderen en mededogen in stand houdt. 

Wij bieden een christelijke opvoeding aan, omdat wij ervan overtuigd zijn dat Christus een horizon biedt die verder gaat dan de beperkte belangen van de economie of de materiële productiviteit; dat Christus een visie biedt van een volwaardige mensheid, een die zichzelf overstijgt in de naam van de aandacht en de zorg voor de ander; dat Christus niet alleen informatie biedt waarvan de wereld al verzadigd is, maar een diepe wijsheid. De universiteit – en wij jezuïeten hebben er zoveel over de hele wereld – is een sociale instelling met een specifieke functie in de samenleving. Via onze universiteiten willen wij de samenleving helpen met betrekking tot haar waarden, haar visie en haar idealen.

U bent Europeaan, maar u hebt uw leven in Azië doorgebracht en zult daar aan het eind van uw generalaat terugkeren. Wat betekent Azië vandaag de dag voor de Kerk, maar ook voor de wereld?

Een bron van hoop. Azië is divers, en het heeft de meest oude wijsheden van de mensheid. Als God in elk deel van de wereld aanwezig was, als Hij actief “aan het werk” was in de wereld, zoals Ignatius zegt, dan is dat zeker met bijzondere doeltreffendheid gebeurd in Azië. We zagen de vruchten daarvan op het moment van de grote aardbeving, met de tsunami en de atoomdreiging ten noorden van Tokyo. De wereld heeft nog nooit zo’n zelfbeheersing, discipline, solidariteit en onbaatzuchtige onthechting gezien als op dat moment. En het mooiste was dat dit alles niet het resultaat was van een politiek georkestreerde inspanning; het was eerder de spontane reactie van een volk, generatie na generatie, op de waarden die Japan aan de wereld heeft laten zien. Als Azië bij die gelegenheid iets tegen de wereld heeft gezegd, heb ik er geen moeite mee om in die boodschap een profetie te ontwaren.

Hoe ziet u de situatie van de Kerk in Europa? Wat zijn de uitdagingen en de ernstigste problemen die zich op dit continent voordoen? Welke risico’s moeten we vermijden?

Ik ben geen expert op het gebied van Europese vraagstukken; het deel van de wereld dat Europa in beslag neemt is weliswaar belangrijk, maar zeer klein. Het is dus moeilijk voor mij om op deze vraag te antwoorden. Mensen die er meer over weten, spreken over de secularisatie, over de crisis rond zingeving en hoop, over het gebrek aan vreugde, samen met dezelfde problemen die helaas op andere plaatsen spelen, zoals armoede, werkloosheid, geweld, enzovoort.

Het probleem van de migratie komt sterk naar voren. Wat is het juiste perspectief om dit fenomeen te bekijken?

Het perspectief van de paus. Er is een situatie van lijden en uitsluiting; maar wij zijn mensen, dus in staat tot solidariteit en medeleven en daarom voelen wij deze situatie als de onze en samen zoeken wij naar een toekomstige oplossing die alle mensen echt helpt. Bij deeloplossingen willen we sowieso delen wat we hebben. Totdat we een volwaardige en definitieve oplossing vinden, kunnen we delen, ook al zijn deze antwoorden niet eenvoudig. 

We moeten altijd in gedachten houden dat de communicatie tussen de verschillende beschavingen vooral via vluchtelingen en migranten verloopt. De wereld die we kennen heeft zich zo ontwikkeld. Het is nooit alleen maar een kwestie geweest van het samenvoegen van culturen: wat er gebeurde was een ware en bijzondere uitwisseling. 

Religies werden ook op deze manier verspreid. Migrantenvolkeren hebben ons de wereld gegeven. Zonder hen zouden we gevangen zitten in onze eigen cultuur, zouden we samenleven met onze vooroordelen en onze beperkingen. Elk land loopt het risico zich op te sluiten binnen een zeer beperkte, zeer kleine horizon, terwijl dankzij de migranten de harten zich kunnen openen en een land zich kan openstellen voor een nieuwe dynamiek.

Maar betekent dit niet dat we op een andere manier naar de wereld kunnen kijken?

Het moment is aangebroken dat we de mensheid moeten beschouwen als een eenheid, niet als een geheel van zoveel landen die van elkaar gescheiden zijn, met hun tradities, hun culturen en hun vooroordelen. Het is noodzakelijk om te denken aan een menselijk volk dat God nodig heeft en dat behoefte heeft aan een zekere diepgang die alleen kan voortkomen uit een vereniging van alle mensen.

Met de encycliek Laudato Si’ is het thema ecologie een integraal onderdeel geworden van de sociale leer van de Kerk. De afgelopen jaren heeft de sociëteit dit thema zeer ter harte genomen. Wat was uw persoonlijke reactie op deze encycliek?

Ik denk dat de interventie van de paus op het juiste moment kwam en dat het thema niet meer kon wachten. Het was echt dringend. We hebben allemaal een nieuw bewustzijn nodig om de initiatieven voor het veiligstellen van de schepping, die overal opduiken, positief te ontvangen. Ik ben met name getroffen door het verband dat de paus ziet tussen de natuur en de problemen van arme mensen die als eerste te lijden hebben onder de gevolgen van onze achteloosheid.

In uw tijd als Generaal Overste werd de eerste jezuïetenpaus in de geschiedenis gekozen. Wat hebt u ervaren toen u dit nieuws kreeg?

In de eerste plaats geloofden wij jezuïeten dat het onmogelijk was om één van ons tot paus te laten verkiezen – slechts tweehonderd jaar na de onderdrukking en vijfendertig jaar na de pauselijke interventie in het bestuur van de sociëteit. Zodra het onwaarschijnlijke gebeurde, krijgt de verkiezing van een Generaal Overste onder paus Franciscus wel degelijk een bijzondere betekenis. Hij is ook een jezuïet en hij kent als zodanig vele jezuïeten. Ik moet zeggen dat hij zich van meet af aan altijd zeer respectvol heeft opgesteld ten opzichte van de constituties en zeer nauw verbonden is met de manier waarop de Sociëteit van Jezus – wat echt de zijne is – wordt voortgezet.

Tijdens het interview dat ik in 2013 met paus Franciscus had, vertelde hij me dat “een jezuïet een persoon moet zijn met een onvoltooide denkwijze, met een open geest”. Wat betekent dit voor u?

Het is iets dat van groot en diepgaand belang is. Aan de basis ligt het bewustzijn – soms vergeten of onduidelijk – dat God een mysterie is, en nog meer “het mysterie van de mysteries”. Als we dat geloven, kunnen we onszelf blijkbaar niet beschouwen als degene die in het bezit is van het laatste woord over God en over alle mysteries waarover we debatteren: de menselijke persoon, de geschiedenis, de vrouw, de vrijheid, het kwaad, enz.

Onze denkwijze is altijd “onvolledig”: open voor nieuwe gegevens, nieuwe inzichten, nieuwe oordelen over de waarheid, enzovoorts. We hebben veel te leren van de stilzwijgende nederigheid, van eenvoudige bescheidenheid.

Een jezuïet moet, zoals ik ooit in Afrika heb gezegd, drie zaken herkennen: de geur van zijn schapen, dat wil zeggen van het leven van zijn volk en hun gemeenschappen; de geur van de bibliotheek, dat wil zeggen van zijn eigen diepe reflectie; en de geur van de toekomst, dat wil zeggen van een radicale openheid voor de verrassing van God. Ik geloof dat dit is wat van een jezuïet een man met open gedachten kan maken. 

Wat is de plaats van de eucharistie en de andere sacramenten in het jezuïetenleven?

Over de eucharistieviering hebben we zo veel en zo lang de nadruk gelegd op de Ware Aanwezigheid dat we veel andere aspecten ervan, die ons dagelijks leven raken en beschouwen, vergeten zijn. De eucharistie is een uitwisseling van gaven: we ontvangen brood als onze dagelijkse voeding; we nemen een deel van dit brood en bieden het aan God aan. De Heer transformeert dit brood en geeft het terug aan ons. De eucharistie is dus een uitwisseling van gaven die nooit ophoudt en die ons leven kan veranderen. 

De eucharistie helpt ons vrijgevig en open te zijn. Ignatius beleefde deze realiteit; hij nam zijn belangrijkste beslissingen tijdens de eucharistieviering. Ik ben getroffen door de manier waarop paus Franciscus de eucharistie viert: met pauzes, waardigheid, in een ritme dat uitnodigt tot meditatie en verinnerlijking. De jezuïeten vieren op deze manier.

In zijn preek in de Chiesa del Gesù op 3 januari 2014 zei paus Franciscus: “Het is alleen mogelijk om naar de grenzen van de wereld te gaan als we ons op God richten!” Wat zijn naar uw oordeel deze grenzen vandaag de dag?

Ik ben er altijd van overtuigd geweest dat de uitdagingen van de Sociëteit van Jezus eenvoudigweg die van de mensheid zijn: armoede, discriminatie, gebrek aan gezond verstand, geweld, afwezigheid van vreugde. Onze vraag is: hoe gaan we deze uitdagingen aan? En hier komt de doorslaggevende factor, dat is de religieuze dimensie, die deze voorkeur voor “de ander” omvat en het soort onthechting die het mogelijk maakt dat iemand zich verplaatst naar de positie waar we de veiligheid en zekerheid verliezen waaraan we gehecht zijn.

Paus Franciscus hecht veel waarde aan het motto: “Laat u niet afschrikken door de grootste onderneming, maar zet u in voor de kleinste, dat is goddelijk”. Wat betekent dit beroemde grafschrift van Ignatius volgens u?

Er bestaan over de tekst verschillende theorieën en interpretaties; voor mij is het een lofzang op de innerlijke vrijheid, iets wat Ignatius zeker in overvloed had. Het is niet het werk dat we doen, noch de omvang, noch de maatschappelijke betekenis ervan. Niets anders doet er toe dan Gods wil, en de mensen zijn ruimschoots in staat om zich daarbij aan te sluiten en voldoening te vinden in het begrijpen en uitvoeren ervan. Niemand kan doen alsof hij de wil van God met zekerheid kent. We zijn allemaal zoekers en er wordt ons altijd gevraagd om te onderscheiden wat Gods wil werkelijk is.

U verlaat uw functie, zoals pater Peter-Hans Kolvenbach dat deed. Moet de regel van “generaal voor het leven” dan veranderen, gezien het feit dat zelfs paus Benedictus XVI heeft besloten het Petrusambt af te leggen?

Dat dacht ik ook, maar paus Franciscus heeft me doen geloven dat er inmiddels voldoende bepalingen in de wetgeving van de sociëteit staan om onze dienst af te sluiten zoals onze laatste drie generaals dat hebben gedaan. De paus suggereerde ook dat het zou volstaan als de vier gekozen assistenten een actievere rol zouden spelen door de generaal voor te stellen dat het tijd is voor zijn ontslag. In de hedendaagse wereld met de vooruitgang van de geneeskunde op het gebied van de verlenging van het leven is het niet mogelijk dat een groep die ernaar verlangt om te dienen en die flexibiliteit moet brengen in die dienst, onderworpen is aan de laatste drie of vijf jaar van zwakte van zijn generaal overste.

Dit interview verscheen in La Civiltà Cattolica.

Bekijk alle nieuwsberichten

Deel