Om een vertalingsfout te corrigeren en verkeerde interpretaties te vermijden
Om een vertalingsfout te corrigeren en verkeerde interpretaties te vermijden
In 1976 werd pater Franz Jalics sj het slachtoffer van de toenmalige Argentijnse militaire dictatuur. Deze gebeurtenissen leidden tot vragen over de rol gespeeld door de toenmalige provinciale overste van de Argentijnse Jezuïeten, pater Jorge Mario Bergoglio SJ, de huidige Paus Franciscus. Op 15 maart 2013 legde hij een eerste verklaring af en op 20 maart 2013een aanvullende verklaring. Wij bieden een vertaling van beide verklaringen van pater Franz Jalics sj, zoals die te vinden zijn op de officiële websites van de Duitstalige Jezuïetenprovincies. Hij geeft er op een sobere wijze een overzicht van de feiten die gekend zijn.
Omdat ik sinds mijn verklaring van 15maart van dit jaar zeer vele vragen om informatie ontvangen heb, zou ik de volgende aanvulling willen geven. Ik voel me daartoe nagenoeg gedwongen, omdat meerdere commentaren het tegenovergestelde te verstaan geven van datgene wat ik bedoelde.
Dit nu zijn de feiten: Orlando Yorio en ik werden niet door pater Bergoglio aangegeven.
Zoals ik in mijn vroegere verklaring duidelijk gemaakt heb, werden wij aangehouden wegens een catechiste die eerst met ons samenwerkte en later lid werd van de guerrilla (door een foute vertaling werd zij in de vorige verklaring als een man aangeduid). Driekwart jaar lang hebben wij haar toen niet meer gezien. Twee of drie dagen na haar arrestatie werden dan ook wij aangehouden. De officier die mij verhoorde, vroeg mij ook mijn documenten. Toen hij zag dat ik in Budapest geboren was, meende hij dat ik een Russische spion was.
Reeds gedurende de jaren voordien werd er in de Argentijnse jezuïetenprovincie en in kerkelijke kringen de valse informatie verspreid dat we naar de sloppenwijk getrokken waren omdat wij zelf tot de guerrilla behoorden. Dat was echter niet het geval. Ik vermoed dat deze geruchten echter de reden zijn waarom wij niet onmiddellijk vrijgelaten werden.
Vroeger was ik geneigd te denken dat wij het slachtoffer waren van een aangifte. Eind jaren negentig is mij echter na talrijke gesprekken duidelijk geworden dat dit vermoeden ongegrond was.
Het is daarom fout te beweren dat onze arrestatie gebeurd is op initiatief van pater Bergoglio sj.
Franz Jalics sj
20 maart 2013
Sinds 1957 leefde ik in Buenos Aires. In 1974 ben ik samen met een medebroeder gaan wonen in een “favella”, een sloppenwijk van de stad. Ik voelde mij bewogen door de innerlijke wens om het Evangelie te beleven en de aandacht te vestigen op de verschrikkelijke armoede. Dit gebeurde met toestemming van aartsbisschop Aramburu en van de toenmalige provinciale overste, p. Jorge Mario Bergoglio. Vanuit deze sloppenwijk hebben wij onze onderwijsactiviteit aan de universiteit voortgezet.
Het leek toen wel een burgeroorlog. In een tijdspanne van één tot twee jaar werden er ongeveer 30.000 mensen door de militaire junta omgebracht, links georiënteerde guerrillero’s en ook onschuldige burgers. Wij beiden in de sloppen hadden geen contact met de junta en ook niet met de guerrilla. Door de toenmalige gebrekkige informatie en door bedoelde foute informatie kon onze situatie ook binnenkerkelijk fout begrepen worden. In die periode heeft één van onze medewerkers zich bij de guerrilla aangesloten. Toen hebben we met haar ook alle contact verloren. Negen maanden later werd zij door de soldaten van de junta gevangen genomen en ondervraagd. Toen bleek dat zij met ons contact had gehad. Wij werden aangehouden omdat men ervan uitging dat ook wij met de guerrilla banden hadden. Na vijf dagen verhoor liet de officier die de ondervraging geleid had, ons gaan met de woorden: “Paters, jullie trof geen schuld. Ik zal ervoor zorgen dat jullie naar de sloppenwijk kunnen terugkeren.” Op een voor ons onbegrijpelijke wijze werden we dan, ondanks deze belofte, gedurende vijf maanden geblinddoekt en geboeid gevangen gehouden. Wat in deze gebeurtenissen de rol betreft van p. Bergoglio, kan ik geen standpunt innemen.
Na onze bevrijding heb ik Argentinië verlaten. Slechts jaren later hadden we de gelegenheid om met p. Bergoglio deze gebeurtenissen te bespreken. Die was ondertussen aartsbisschop van Buernos Aires benoemd. Daarna hebben we samen en voor iedereen zichtbaar de eucharistie gevierd en hebben we elkaar op feestelijke wijze omarmd. Ik heb me met de gebeurtenissen verzoend en van mijn kant uit beschouw ik ze als afgesloten.
Ik wens paus Franciscus voor zijn ambt rijke zegen van God.
Pater Franz Jalics sj
15 maart 2013