50 jaar jezuïeten in Nigeria

vr 21 dec 2012 Wereldwijd /
50 jaar jezuïeten in Nigeria

Een succesverhaal gepaard met grote zorgen

Een succesverhaal gepaard met grote zorgen

De eerste jezuïet arriveerde in Nigeria in 1962. Zeven jaar later werden de eerste inheemse novicen geaccepteerd in de Sociëteit. Sindsdien is zowel het aantal jezuïeten gegroeid als ook hun apostolische betrokkenheid. Sinds 2005 is de NoordWest Afrikaanse provincie zelfstandig met een veelbelovende toekomst, ondanks de zorgen over het terroristische geweld in Noord-Nigeria

Van onderwijs tot medische zorgen

In 1962 zond de provinciaal van New York, pater John McGinty, drie leraren naar de universiteit van Lagos, de grootste stad van Nigeria. Dit gebeurde op verzoek van de Apostolisch Gedelegeerde voor Nigeria en de toenmalige Generale Overste pater Janssens sj. Al snel kwamen andere verzoeken: voor leraren aan zowel middelbare scholen als seminaries in Nigeria en Ghana, schoolpastores enz. Na een bezoek van pater McGinty in 1965 werd besloten tot de oprichting van een communiteit waar vele jezuïeten, zowel priesters als scholastieken konden gaan wonen. Zij hadden een enorme hoeveelheid werk te doen. Het succes van hun werk vroeg dat ze hun aanwezigheid uitbreidden naar andere delen van het land. Ondanks de bloedige burgeroorlog van 1967 tot 1970 bleven de jezuïeten hun dienst verrichten, energiek en volhardend, terwijl ze zich aanpasten aan de soms gevaarlijke uitdagingen in Nigeria. Sommigen moesten vluchten naar andere gebieden, terwijl anderen het land moesten verlaten. Maar de burgeroorlog verminderde het enthousiasme van de Sociëteit niet. Deze jezuïeten waren gedwongen hun eerste taak te laten vallen, om nieuwe rollen als zorgverleners aan gewonde oorlogsslachtoffers op zich te nemen. Een betrouwbaar criterium om hun succes te beoordelen was de snelheid waarmee ze Nigerianen konden recruteren.

Zichtbare corporate identity

Om een zichtbare corporate identity te realiseren nam de Sociëteit de verantwoordelijkheid op zich voor de St. Joseph Catholic Church in Benin City in het zuiden van Nigeria in 1980. Toen er aan de bisschop van Benin City werd gerapporteerd dat de jezuïeten zich teveel bekommerden om de armen en een vluchtplaats voor ‘zondaars’ waren, verplaatsten zij hun activiteiten naar de gevangenissen en de nabij gelegen leprakolonie. Het catecheseprogramma zorgde voor zo’n 300 volwassen dopelingen per jaar. In dezelfde stad werd in 1992 een ignatiaans retraitecentrum gebouwd, dat tot op vandaag functioneert voor religieuzen, leken en nietkatholieken.

In Lagos, een stad met meer dan acht miljoen inwoners, heeft de Sociëteit onder meer de zorg op zich genomen voor enkele parochies, het ziekenhuispastoraat en voor een school die kwaliteitsonderwijs aanbiedt tegen een zeer lage prijs.

In 1986 werd Ghana officieel toegevoegd aan de Nigeriaanse missie. Een permanente residentie werd gebouwd in Cape Coast, waar jezuïeten woonden en werkten als seminariepastores, leraren en retraitebegeleiders. In 1999 werd door de aartsbisschop van Accra de St. Antoniuskerk toegewezen aan de Sociëteit, alwaar een bloeiend parochieleven tot stand is gekomen.

Vorming van jezuïeten en onderwijs

Een van de belangrijkste ontwikkelingen van de afgelopen decennia was de bouw van een noviciaat, om inheemse mannen op te leiden om verantwoordelijkheid voor de groeiende werkzaamheden op zich te kunnen nemen. Nog altijd worden veel kandidaten voor de vorming tot jezuïet toegelaten. Een andere grote stap was de opening van een middelbare school, Loyola Jesuit College, in 1996 in de Nigeriaanse hoofdstad Abuja. De school staat bekend als een van de beste middelbare scholen in het land.

Op 22 juli 2005 werd de Nigeria/Ghana missie een onafhankelijke provincie, de Noord-West Afrikaanse provincie tijdens een uitbundige viering, voorafgegaan door drie dagen van gebed, sharing en planning. De nieuwe provinciaal pater George W. Quickley begon vrijwel onmiddellijk met het verkennen van nieuwe grenzen. Er zijn vandaag de dag ongeveer 110 jezuïeten werkzaam in de provincie, waarvan 90% van inheemse afkomst. Naast Nigeria en Ghana werken er ook jezuïeten uit de provincie in Liberia, Gambia en Sierra Leone.

Vliegtuigongeluk

Op 10 december 2005, kwamen maar liefst 60 studenten van het Loyola Jesuit College om bij een vliegtuigongeluk in Port Harcourt, Nigeria. Deze droevige en emotionele tragedie bracht de Sociëteit tot een diepere reflectie over gebieden waar ze een begin kan maken om de ernstige infrastructurele problemen aan te pakken in de landen die de provincie vormen. De provincie is inmiddels vergevorderd om een nieuwe middelbare school op te richten in Port Harcourt, om zo tegemoet te komen aan de verzoeken van de ouders van de kinderen die het leven lieten en om hun gedachtenis levend te houden. De school die momenteel wordt gebouwd gaat de naam Jesuit Memorial College dragen. De provincie heeft nog andere toekomstplannen: er werd een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd naar de komst van een centrum voor sociale en theologische reflectie, onder meer om een geschikte locatie te vinden in één van de vijf landen die deel uitmaken van de provincie. 

Zorgen

Zorgen om de toekomst zijn er ook. De Nigeriaanse bisschoppen brachten onlangs een verklaring uit naar aanleiding van de bloedige aanslagen op christelijke gebedshuizen in het noorden van het land. Ze roepen de Nigeriaanse overheid op tot het waarborgen van de veiligheid en de bezittingen van alle burgers. Natuurlijk wijzen de bisschoppen op het belang van optreden op christelijke wijze, in een geest van vrede, liefde en vergeving. Maar de bisschoppen waarschuwen eveneens dat ‘het geduld van veel christenen opraakt als er geen tekens van verbetering zijn. Zij roepen hun christelijke broeders en zusters op vurig te blijven bidden en Gods bescherming te vragen en een verandering van hart van diegenen die geweld, onrust en zorgen verspreiden onder onschuldige mensen.’ 

Gabriel Ujah Ejembi sj

Bewerkte vertaling: Ward Biemans SJ

Met dank aan het tijdschrift "Jezuïeten"

Bekijk alle nieuwsberichten

Deel