Een "ignatiaanse huismoeder" vertelt
Een “ignatiaanse huismoeder” vertelt
Onderscheiden te midden van de ervaring van het anders zijn vanuit vertrouwen.
Vijf kinderen opvoeden tot volwassen mensen heeft mij als moeder onophoudelijk in beweging gehouden om mens en christen te worden. Elk van hen is mooi, anders mooi. Hun anders zijn ten diepste aanvaarden vraagt volgehouden engagement. Heel wat jaren ervoer ik een kleurrijk gamma aan innerlijke bewegingen van vreugde en weemoed. Niet op het moment zelf kon ik duiding geven aan die wisselende gemoedstoestand. Het is pas achteraf dat de innerlijke strijd een betekenis kreeg. En ik leerde dat ik kan kiezen hoe ik in het leven wil staan.
Onze kinderen wijden zich aan zeer uiteenlopende studies, staan op verschillende manieren in het leven, leggen eigen accenten in hun bezigheden, kiezen voor een levensgezel die op hun beurt sterk van elkaar verschillen. En toen onze oudste zoon besloot om naar Japan te verhuizen, om er te trouwen met zijn Japanse geliefde werd de melancholie echte tristesse. Zoveel is duidelijk: onze kinderen kiezen niet meteen de weg die ik in gedachte had. Ze gaan hun eigen weg.
En zo begon een nieuw parcours voor mij. Melancholie is een wezenskenmerk en gaandeweg is ze mijn levensgezel geworden. Van de ochtend tot de avond verblijft ze in mijn buurt. Het is een droefheid die ik herken wanneer ik ervaar dat het leven aan mij gebeurt én tegelijkertijd ontsnapt aan mijn greep. Van nature ben ik een organisator die plant en alles in de puntjes wil regelen. In een groot gezin is deze eigenschap in de praktisch organisatie een kwaliteit. Waar het gaat om kansen te laten aan de dynamiek van het leven, is ze soms een rem. De levensdynamiek wil zich niet laten opsluiten of laten vormen en kneden door mensenhanden. De Geest des leven wil ruimte. Zo heeft God de mens ook geschapen. Genesis 2 verhaalt het prachtig: de mens is beeld van God en de Heer bracht de mens in de tuin van Eden, om die te bewerken en erover te waken. Hij hield hem het volgende voor “van alle bomen in de tuin mag je eten, maar niet van de boom van de kennis van goed en kwaad; wanneer je daarvan eet, zul je onherroepelijk sterven.” God geeft zijn schepselen vrijheid en verantwoordelijkheid!
Onze kinderen leren me dat het échte leven mijn meesterschap niet altijd duldt. Dankzij hen mag ik ervaren dat het leven een geschenk is om in zijn rijkdom en verscheidenheid te laten ontplooien en ontwikkelen. Niet ik ben de maat, niet ik ben de referent. Het is de Zielskern die in ieder centraal staat. Dat aanvoelen geeft me elke dag de uitdaging, de opdracht ook om bewust om te gaan met die sterke drive van “het in goede banen willen leiden” van wat zich aandient. Onder het mom dat mijn managerallure kwaliteitsbevorderend is voor het gezin, is het een duistere kant die me soms van het ontwikkelende leven weg probeert te brengen. De stem die klinkt als ‘zorg voor een goede sturing’ leerde ik kritisch beluisteren. En ik stel haar de vraag: ‘Ben je wel zo nobel als je je aandient?’
In dat proces heeft de dagelijkse melancholie een vitale functie gekregen om te onderscheiden waar het op aankomt en om me op te roepen om een levengevende keuze te maken. De ignatiaanse spiritualiteit heeft me helpen richting geven in mijn omgang met levensgebeurtenissen. Het dagelijks gebed met de Schrift is daarin van fundamenteel belang geworden. Meer dan het lezen en het verstandelijke nadenken over een bijbeltekst mag ik door de verbeelding deel uitmaken van het verhaal. Mijn positionering in het verhaal brengt me in relatie met mensen uit de leefgemeenschap van Jezus en met Hem. Ik mag deelgenoot worden van wat de intense relatie tussen Jezus en zijn mensen ten diepste beroerde en ik kom daardoor zelf tot een intieme en persoonlijke relatie met Hem. Deze ontmoetingen zijn vaak een bron van ontroering en vreugde. Ze brengen me dichter bij mijn hart. Ik mag ervaren dat Jezus ook mij aanspreekt in mijn uniciteit en dat Hij me met een onovertrefbare mildheid ruimte geeft om ten volle te leven. En het is precies in die persoonlijke ervaring dat ik de richting aangeboden krijg waar ik best naartoe kan gaan.
Tegelijkertijd voel ik ook dat ik als mens de vrijheid behoud om een keuze te maken; maar de ervaring van diepe vreugde trekt me in een bepaalde richting waardoor ik kan onderscheiden wat ik te doen heb. Wanneer ik een richting insla, is het de blijvende troostvolle nasmaak die me bevestigt in mijn keuze. Niet altijd is het maken van keuzes zo evident. Soms is het een hele worsteling, vraagt het ook een ruime periode alvorens ik een richting kies. Ik word ook meermaals wegtrokken van het goede pad met schijnbaar goede alternatieve die zich aandienen. De zekerheid mogen ervaren dat God met mij geduld heeft, maakt mijn leven lichter. Zijn geduld verlost mij van krampachtig ‘moeten’ en schept vertrouwen tot overgave om meer te leven vanuit zijn dan mijn wil.
De gelovige zekerheid dat God mij en geen enkel mens dieper laat vallen dan in zijn hand helpt me ook om de steeds weerkerende weemoed recht in de ogen te kijken. Ik erken ze als deel van mezelf. Tegelijkertijd leer ik ze met mondjesmaat af te richten en geen dominerende positie te geven in mijn bestaan.
In de mate dat ik betrokken blijf bij de keuzes van mijn kinderen, bij hun wel en wee en hen kansen geef om hun leven op hun manier te leven, ontluikt er een bevrijd gevoel in mezelf. Hun tegenslagen raken me nog steeds en ik blijf hen nabij vanuit het besef dat ik niet over alles macht heb, dat ik niet voor alles verantwoordelijk ben. Het vraagt geduld met mezelf en het is een oefening in vertrouwen, in liefdevol vrij laten om zelf meer vrij te worden. En het helpt me wanneer ik mijn focus verplaats naar de diepere dimensie in de mens die tegenover mij staat. Het anders-zijn in de ander graag zien wordt mogelijk wanneer ik in de ander de Andere ontmoet. Hij trekt me uit mijn ik-gerichtheid naar zich toe. Deze ervaring laat me toe te zeggen “je bent mooi, anders mooi.”
Vera Van de Peer