Een openhartig verhaal over een verrassende ervaring
Een openhartig verhaal over een verrassende ervaring
In de zomer 2015 vertrok novice Mark Logtenberg sj op pelgrims- of bedelexperiment in Spanje. In onderstaande overweging blikt hij terug op deze funderende ervaring.
‘Het derde experiment: gedurende nog een maand op bedevaart gaan zonder geld op zak. Zij zullen af en toe van deur tot deur gaan bedelen uit liefde tot God onze Heer, om te kunnen wennen aan slecht eten en slecht onderdak.’ (Constituties van de Sociëteit vanJezus)
Goed, het lijkt mij nu duidelijk waarom novicen van de jezuïeten op pelgrimgstocht gaan: het staat in hun constituties. In juni en begin juli 2015 heb ik dit gedaan in Spanje, samen met een medenovice. Lopend en zonder geld op zak. We vertrokken 1 juni uit Loyola in het heuvelrijke Baskenland en we arriveerden 3 juli in Manresa (nabij Barcelona). In totaal iets meer dan 500 km. Onderweg bezochten we het heiligdom van Franciscus Xaverius in Javier en het heiligdom van O.L.V. in Montserrat. Graag deel ik met u enkele voor mij belangrijke ervaringen.
Gehoorzaamheid boven alles
Iedereen die mij ook maar een beetje kent, weet dat ik erg tegen deze pelgrimstocht opzag. Omdat het in onze constituties staat betekent nog niet dat ik het leuk moet vinden. Werkelijk, in de eerste week moest ik mijzelf dwingen te lopen. Wat mij op de been hield, was de gedachte dat de eindbestemming elke dag dichterbij kwam. Deze tocht, tot op zekere hoogte, was een oefening in gehoorzaamheid. Ik wilde het simpelweg niet. Maar het hoort bij het jezuïet-zijn en dat is iets wat ik hoop te worden; iets waartoe ik mij geroepen voel. Ik beschouw mijzelf eerder praktisch dan spiritueel. Dit had als nadeel dat ik alle moeilijkheden duidelijk voor me zag.
Bijvoorbeeld de onzekerheid die volgt op de realisatie dat je geen geld hebt om eten te kopen. Of dat je niet verzekerd bent van een slaapplaats. De spierpijn en het vooruitzicht van blaren daargelaten (gelukkig zijn mij deze bespaard gebleven). Misschien ben ik wat oneerlijk jegens mijzelf, maar dit was mijn motief, dit was mijn waarom. Het duurde vrij lang voordat dit veranderde…
Een gevoel van waardering
Na ongeveer twee weken te hebben gelopen, lang nadat we Pamplona en Javier bezocht hadden, kwamen we aan in een klein dorpje met een adembenemed uitzicht. Het dorpje is genaamd Santa Maria de La Peña. Op een voor mij onverklaarbare wijze ervoer ik een diep gevoel van waardering. Maar bovenal voelde ik een diepe realisatie van al wat God voor ons, voor mij, gedaan had in de voorgaande twee weken. Een klein voorbeeld: de dag ervoor had het de gehele dag geregend. Alles was doorweekt, tot aan mijn slaapzak aan toe. Maar tegen alle verwachting in kwamen we aan in een dorpje (Bailo) waar iemand ons een lift gaf naar Arres. Hier was een pelgrimshostel dat gerund wordt door vrijwilligers. Zij voorzagen ons niet alleen van een warme maaltijd en een droge slaapzak, maar vooral van gezelschap. Het was een erg goede ervaring van gastvrijheid. Hoe was het mogelijk dat ik al die tijd hier niet van kon genieten?
Kennelijk had ik de schoonheid van de natuur nodig om dit te realiseren. Wanneer ik terugkijk op deze ervaring doet het mij denken aan het einde van de 1e week van de Geestelijke Oefeningen zoals beschreven door Sint Ignatius. Wanneer men reflecteert op de liefde van God voor jou en ons inadequate antwoord daarop. Maar aan het einde van deze week realiseer je je dat je nog steeds geliefd bent, zelfs al ga je nog vaker de fout in. Het voelt alsof het juk van je schouders gelicht wordt en je je meer vrijelijk kunt bewegen. Ongeveer hetzelfde gebeurde daar in Santa Maria de La Peña. Ik was een last lichter en kon een stuk meer genieten van het lopen zelf en het ritme van de dag. Er waren dagen dat we rond 5:30 ’s morgens begonnen en rond het middaguur aankwamen op onze bestemming. Voornamelijk om zo de hitte te ontsnappen. Ja, we hielden siesta’s maar het grootste deel van de dag was simpel leeg. Gek genoeg kon ik het meest genieten van deze leegte, simpelweg vrij van alle dagelijkse sleur.
Elke dag bedelen
Een andere uitdaging die ik erg moeilijk vond was het dagelijkse bedelen voor eten en onderdak. Dit was nooit gemakkelijk, het voelde zelfs onnatuurlijk. Onnatuurlijk omdat ik ervan houd om voor mijzelf te zorgen en onafhankelijk te zijn van anderen. Om afhankelijk te zijn van mensen die ik nooit had ontmoet noch waarschijnlijk weer zal ontmoeten voelde erg vreemd. En dit is zacht uitgedrukt. Bij iemand aanbellen voelde alsof ik mijzelf te veel opdrong aan anderen. Geweigerd worden is dan ook niet erg goed voor het zelfvertrouwen. Toch was een weigering uitzonderlijk. Tijdens onze reis hebben we veel buitengewoon vriendelijke mensen ontmoet die ons genoeg te eten gaven. Elke keer wanneer zij dit deden, voelde het verblijdend, simpelweg goed. Het was goede stof voor reflectie. Want zou ik een stinkende, ongeschoren vreemdeling in mijn huis laten, die zelfs de taal niet spreekt?Ik denk dat er een uitnodiging ligt in het ontvangen van gastvrijheid om gastvrijheid te tonen wanneer dat nodig is. De beste ervaring van gastvrijheid was in een Iqualada. Na een dagtocht te hebben gelopen kwamen we hier aan. Igualaga is een stadje van ongeveer 40.000 inwoners. We wisten uit ervaring dat het moeilijker was om eten te vinden in een stad dan in een dorp. Dus gingen we naar het stadhuis waar ze ons doorverwezen naar een pelgrimshostel. Daar vroegen ze ons om 10 euro p.p. voor een nacht. Dit hadden we niet en dus was er geen mogelijkheid om daar te verblijven. Vervolgens werden we daarom doorverwezen naar een nabijgelegen klooster. Maar helaas, zelfs bij het klooster werden we geweigerd. Kort nadat we het klooster verlaten hadden, kwamen twee oude dames naar ons toe en vroegen wie we waren en wat we deden.
Een vreemd gevoel van gêne
Nadat we kort met hen gesproken hadden, nodigde een van de dames ons bij haar thuis uit voor een maaltijd, maar ook bood ze ons een plek om te slapen ze bood zelfs aan ons kleren te wassen en te strijken. De volgende morgen toen we wilden vertrekken werden we eerst getrakteerd op een ontbijtje en kregen we vervolgens ook nog een lunchpakket mee. Een vreemd gevoel van gêne overvalt mij wanneer ik zoveel gastvrijheid en vriendelijkheid ontvang. Want wederom, zou ik hetzelfde gedaan hebben? Tot aan het eind bleef dit lastig, het werd er niet gemakkelijker op. Ik geloof werkelijk dat we werden geleid door Gods voorzienigheid. Naarmate de dagen vorderden groeide ik meer en meer in vertrouwen op God dat Hij voor ons zal zorgen.
De grootste uitdaging van al
Eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat mijn reisgenoot de grootste uitdaging was tijdens deze pelgrimage. Iemand met een karakter, achtergrond en interesses die volledig verschillend zijn van de mijne. Daar komt bij dat hij ook nog eens 15 jaar ouder is. Toch delen we in de roeping tot het religieuze leven. De verschillende manieren waarop we dingen beschouwen en aanpakken brachten een heel nieuw soort uitdaging met zich mee. Ik weet zeker dat ook mijn reisgenoot hiervan kan getuigen. Een van de meest belangrijke van deze uitdagingen is de acceptatie van zwakheid. Iedereen weet dat niemand perfect is. Maar om de eigen zwakte tonen tegenover iemand anders is vaak een stap te ver. Toch, wanneer een van ons niet verder kon, kon de ander dat ook niet. Daarmee deel je in elkaars pijn en zwakheid. Hoewel ik denk wel dat elke poging om alleen verder te gaan, geleid werd door een kwade geest, was het bij tijden wel aantrekkelijk. Afijn, deze kwade geest is natuurlijk tegengesteld aan de goede geest van God, die erg hard aan het werk was om ons bij elkaar te houden. De ander accepteren zoals hij is, met al zijn sterke en zwakke punten, was misschien wel de grootste uitdaging van dit alles. Maar ook hem de gelegenheid geven om mij te accepteren zoals ik ben, om eerlijk en oprecht tegenover mij zelf te zijn.
Ik heb nu veel geschreven over de verschillende uitdagingen en moeilijkheden. Dit geeft misschien reden om te denken dat deze pelgrimstocht zonder zegen was. Niets is minder waar. We waren erg gezegend met alle verschillende mensen onderweg, in het eten dat ons gegeven werd, de afwezigheid van blaren etc. Toch, de grootste genade is vaak de acceptatie en realisatie dat er een moeilijkheid is die men kan overwinnen. Wetend dat God er altijd zal zijn om voor mij te zorgen.
Mark Logtenberg sj