2. Schrijf even neer wat je, tijdens het kijken, hebt gevoeld of wat je hebt gedacht.
3. Inleiding tot de meditatie
Lichaamshouding aannemen die comfortabel is: tussen spanning en ontspanning
Teken maken (kruisje, buiging) om voor jezelf aan te geven dat de gebedstijd begint
De tijd nemen om tot stilte te komen, om in “aanwezigheid” te komen, om jezelf voor God te plaatsen.
Genadevraag: uitspreken tov de Heer van datgene wat er, bij het begin van de meditatei, leeft in je hart: suggestie voor deze meditatie: “Heer, geef mij de genade om voor U te komen, om bij U te mogen vertoeven in rust en vertrouwen, toon mij hoe Gij werkzaam in mijn leven, hoe Gij uitnodigt tot meer leven”.
4. Centraal deel van de meditatie
Het mannetje op de bank heeft een droom. Er is iets dat hem uitnodigt om vérder te gaan, om zichzelf te overstijgen. Het is niet iets van één keer. Een hersenschim. Maar wel iets dat steeds terugkomt.
Wat is mijn droom, wat verlang ik? Wat drijft mij ten diepste? Waar en wanneer komt er creativiteit in mij, iets dat mij uitnodigt om mijn grenzen te doorbreken? Waartoe word ik vandaag geroepen door God?
Maar het mannetje heeft schrik. Waarvoor? Wil hij alles zelf beheersen en in handen houden? Het maakt hem krampachtig. Hij wil wel verder, maar ook weer niet. Het lukt hem om die diepe droom te onderdrukken. De prijs is hoog: het maakt hem heel ongelukkig.
Hoe ga ik om met die uitnodiging die ik diep in mezelf hoor klinken? Geef ik er ruimte aan? Durf ik er voor te gaan, ook al weet ik niet waarheen het me leiden zal? Of verkies ik om me al te vlot te installeren in veilige middelmatigheid en routine? Welke concrete vormen nemen die weerstand, angst, gemakzucht, vluchtmechanismen … aan in mijn dagdagelijkse leven?
Ons mannetje is nederig. Hij ziet onder ogen en geeft eerlijk toe dat hij vastzit, dat hij cirkeltjes loopt. Die bewustwording maakt een overgave mogelijk. Iets gaat doorbreken in hem. Het wordt hem gegeven. Zo maar. Eigenlijk ongevraagd. Zijn verdienste is dat hij er zich niet meer tegen verzet. Dat hij toelaat dat zijn diepste verlangen in hem doorbreekt en hem – letterlijk – vleugels geeft.
Is het mij al overkomen dat ik me naar omhoog, boven mezelf uit, voelde getrokken worden, dat ik me overgaf, me toevertrouwde, blind ?
Hoe voelde dat?
Misschien verlang ik nu wel om God de genade te vragen om mij meer aan Hem toe te vertrouwen.
5. Slot van de meditatie
Meditatie afsluiten met een gesprekje: met God, met Jezus, met Maria of met iemand anders in wie je vertrouwen hebt. Je vertelt wat je graag kwijt wilt over de voorbije meditatie: danken, een voornemen formuleren, een puntje uit de meditatie vermelden. Op een heel gemoedelijke toon: “Zoals een vriend/vriendin spreekt met een vriend/vriendin”.
Tot slot kan je nog een gebed van de Kerk bidden (Onzevader, Weesgegroet …) en een afsluitend kruisteken maken.
6. Terugblik
Neem nog even de tijd om – zo mogelijk schriftelijk – terug te blikken op de voorbije meditatie.