Religieuze geloften duren een leven lang.
Religieuze geloften duren een leven lang.
Tot aan het einde van het leven van een jezuïet zijn de “evangelische raden” voor hem een uitnodiging om de Heer meer van nabij te kunnen volgen. Met het ouder worden, kan de concrete invulling ervan andere vormen aannemen. Getuige hiervan onderstaande tekst over de betekenis van de geloften van zuiverheid in de oude dag.
Heel zijn leven zal een jezuïet zijn tijd en talenten over moeten hebben voor anderen zonder dat hij aan een beloning denkt. Hij bouwt niet zijn eigen zaak of zijn eigen carrière op omdat hij geen eigen thuis of gezin sticht. Zijn maagdelijkheid heeft hem ook armer gemaakt. Zijn maagdelijkheidgelofte zal hem op het einde van zijn leven een armoede bezorgen die zijn vroegere opvoeding en talenten niet mogelijk hadden gemaakt. Nu behoren al die dingen tot het verleden; zij werden uitgedeeld aan de anderen.
Uiteindelijk is hij arm geworden als Christus, die “ofschoon Hij rijk was, toch arm werd om onzentwil” (2 Kor. 8, 9). Hij is een man geworden zonder gezin of eigendom, die niets opgebouwd heeft voor zichzelf, en naar God opkijkt als naar de zin van zijn leven. Deze armoede, gevolg van zijn maagdelijkheid, is niet de vernietiging van zijn jezuïetenleven, maar juist de voltooiing en vervulling.
De jezuïeten hebben hiervan een welsprekende uitdrukking gevonden in de afscheidsboodschap van pater Pedro Arrupe aan de Sociëteit. “Hoezeer verlang ik in een betere conditie te zijn om u hier te ontmoeten! Zoals u ziet, kan ik u niet eens rechtstreeks toespreken. Maar mijn algemene assistenten hebben begrepen wat ik verlang te zeggen tot ieder van u. Meer dan ooit bevind ik mij nu in de handen van God. Dit is altijd, vanaf mijn jeugd, mijn diepste verlangen geweest. En dit is nog altijd mijn enige wens. Maar nu is er een verschil : het initiatief ligt helemaal bij God. Het is voorzeker een diepe geestelijke ervaring om mij zo volledig in zijn handen te weten en te voelen”.
Alleen mag hij zich niet ontveinzen wat zo’n leven kost.
Decreet over de maagdelijkheid in de Sociëteit van Jezus nr. 16, 34ste Algemene Congregatie van de Sociëteit van Jezus