Cura personalis staat voor persoonlijke zorg en begeleiding. Ook dit pedagogisch concept vindt zijn oorsprong in de Geestelijke Oefeningen. Volgens de opzet van Ignatius heeft de retraitant een dagelijks persoonlijk onderhoud met de retraiteleider. Aan hem vertelt hij zijn gebedservaringen en van hem krijgt hij nieuwe aanzetten voor verdere meditatie. De Ignatiaanse pedagogie is op deze methode geënt. De leraar begeleidt de leerling tijdens zijn groei naar volwassenheid en heeft oog voor de gehele persoonlijkheid van de leerling.
Ignatius vraagt ons om bij het begeleiden van mensen die willen groeien twee klippen te vermijden: hardvochtigheid en weekheid.
Eerst een citaat tegen hardvochtigheid:
Wanneer wie de oefeningen geeft ziet dat wie de oefeningen krijgt in troosteloosheid raakt of bekoord wordt, zal hij zich niet hard of bars tonen maar zacht en vriendelijk. Hij zal hem moed en kracht geven om verder te gaan en de listen van de vijand van de menselijke natuur voor hem blootleggen, zodat hij hem voorbereidt en toerust voor de komende vertroosting. (G.O. 7)
Dit citaat is belangrijk. Het doorbreekt de mythe van de hardvochtige leerkracht die alleen maar een verheven einddoel voor ogen heeft en elke vorm van zwakheid misprijst. Hard en bars gedrag kunnen zich niet op de originele bedoeling van Ignatius beroepen : ze zijn ermee in tegenspraak.
Het citaat begint met een belangrijke voorwaarde: ‘wanneer wie de oefeningen geeft ziet dat …’. Vaak zien we het als leraar niet of te laat, wanneer een kind om één of andere reden in moeilijkheden geraakt. Pedagogie vergt de moeilijke kunst van het zien, het opmerken. Bezig als we zijn met de inhoud van de les zelf of met het sturen van een klas, ontgaat ons vaak wat er individueel omgaat bij deze of gene leerling. Pas als we zelf als leerkracht rustig zijn en ons niet voorbij hollen, kan ons die opmerkingsgave lukken. Zoniet ontgaan ons de signalen die leerlingen uitsturen en kunnen problemen soms lang ongehinderd voortwoekeren.
Elke leerling kent in de loop van zijn schoolcarrière wel eens zo een tijd van ‘troosteloosheid en bekoring’. Die moedeloosheid kan velerlei redenen hebben : persoonlijke ontgoochelingen, het ‘beu zijn’, de soms negatieve invloed van de klas, tegenvallende resultaten, onverklaarbare stemmingswisselingen, spanningen in de familie en last but not least die vreselijke ingebakken inertie, kortweg luiheid genoemd. Mindere schoolresultaten zijn vaak eerder een neerslag van persoonlijke zwakke momenten dan van een inhoudelijk niet aankunnen van de leerstof.
De Ignatiaanse pedagogie vraagt niet dat een leraar alles ziet en als een zielknijper tot in het geheimste denken van de leerling doordringt. De leraar is evenmin diegene die alles op moet lossen. Het is al heel veel als hij opmerkzaam is en de leerling niet als mens voorbijloopt omwille van de leerstof. Gepast optreden is volgens Ignatius ‘vriendelijk’ en ‘aanmoedigend’.
Ignatiaanse pedagogie heeft lange tijd de naam gehad om zich alleen met de beste leerlingen bezig te houden en zwakkere leerlingen vroegtijdig af te schrijven. We weten niet in hoeverre deze reputatie op feiten is gebaseerd. Dat oordeel laten we over aan elke individuele lezer die er kan over meepraten. Maar laten we in dit verband niet uit het oog verliezen dat het hier om een zelfversterkende mythe kan gaan : sterkere (oud-)leerlingen kunnen zich door deze gedachte gevleid voelen en zwakkere (oud-)leerlingen kunnen er een excuus in vinden. Wie de jarenlange inspanningen van onze jezuïetencolleges kent om deze mythe te ontkrachten, zal toegeven dat deze al dan niet gefundeerde reputatie vandaag in elk geval niet meer geldt. Vele colleges doen immers hun uiterste best om leerlingen met zwakkere resultaten te omkaderen en te begeleiden. Aanmoediging en steun nemen vandaag in de Ignatiaanse pedagogie een centrale plaats in.
De andere klip van de cura personalis die Ignatius wil vermijden is weekheid. In onze huidige emocultuur bestaat het gevaar dat we te toegeeflijk worden. We laten de jeugd toe om de gemakkelijkste weg te kiezen en te rusten op lauweren die ze niet hebben verdiend. De cura personalis wil dat de leraar duidelijke bakens plaatst waar de leerling zich dient aan te houden.
Dat ignatiaanse pedagogie niet week is, blijkt onder meer uit volgend citaat:
Voor wie de oefeningen krijgt is het zeer bevorderlijk ze te beginnen met een groot en vrijgevig hart voor zijn Schepper en Heer, en Hem geheel zijn wil en vrijheid aan te bieden. (G.O. 5)
Ignatius vraagt om een ‘groot en vrijgevig hart’. In een van de komende nummers wensen we dit aspect verder uit te diepen, maar het moet nu al duidelijk zijn dat geduld en vriendelijkheid geen vrijgeleide kunnen zijn voor een doelloos project zonder uitdagingen of eisen. Een leerling die alleen aangemoedigd en begeleid wordt maar niet uitgedaagd, verliest zijn interesse en moed. Te weinig bevragen is even nefast als hardvochtig eisen. Te weinig verwachten van de leerling is een fundamenteel gebrek aan respect voor zijn/haar talent en terechte ambities.
De emocultuur waarin wij vandaag leven predikt al te vaak de schone schijn van ‘algehele gelijkschakeling’, de verdachtmaking van elke vorm van ambitie en streven naar kwaliteit, het opheffen van de persoonlijke verantwoordelijkheid inzake werk en studieresultaten… Slecht gedrag of slechte resultaten worden eindeloos herroepelijk gemaakt. De facto is dat de leerling infantiliseren.
De cura personalis vergt van de opvoeder een regelmatige bijschaving van zijn grondhouding: hij moet de koers houden tussen hardvochtigheid en verpampering. Het is geen makkelijke taak, beïnvloed als ook wij zijn door de ons omringende maatschappelijke tendensen en door onze persoonlijke karaktertrekken en beperkingen. Essentieel blijft evenwel de goedwillende aandacht voor de individuele leerling. Bereikbaar zijn zonder opdringerigheid, behulpzaam én veeleisend, nabij én afstandelijk, dat is de opdracht van de leraar. Noch week, noch hardvochtig, maar altijd bezorgd om de persoon. Van de leerling zal voornamelijk goede wil worden verwacht.
Guy Dalcq
Lees verder over ignatiaanse pedagogiek: