Zuiverheid en seksuele onthouding
Zuiverheid en seksuele onthouding
Krachtens de gelofte van maagdelijkheid wijden wij ons aan de Heer en aan zijn dienst met zulk een unieke liefde, dat zij het huwelijk en elke andere exclusieve menselijke relatie uitsluit, alsmede de genitale expressie en genoegdoening van de seksualiteit. Aldus verplicht de gelofte tot een volledige onthouding in het celibaat omwille van het Koninkrijk. Door de evangelische raad van maagdelijkheid op te volgen verlangen wij naar een verdieping van onze vereniging met God, van onze gelijkvormigheid met Christus, van onze broederlijke verbondenheid met onze medebroeders jezuïeten, en van onze dienstbaarheid aan al onze medemensen, en tegelijk groeien wij naar meer persoonlijke rijpheid en zijn beter in staat tot liefde.
Deze toewijding van onszelf aan Christus brengt voor ons een vorm van affectief afstand doen en van eenzaamheid van het hart met zich mee, het afstand doen namelijk van de intimiteit van het huwelijk, van het hebben van eigen kinderen, van een affectieve band, die de normale voorwaarde is voor de menselijke ontwikkeling, en van het vormen van een gezin. Dat hoort bij het kruis, dat ons deel wordt als wij Jezus Christus navolgen, en het verbindt ons innig met zijn paasmysterie en maakt ons deelachtig aan de geestelijke vruchten die daaruit voortvloeien. Toch doet dit afstand doen niet alleen geen afbreuk aan onze persoonlijkheid en is zij geen belemmering voor het contact en de dialoog, maar zij kan zelfs ons gevoelsleven verruimen en ons bekwaam maken de mensen broederlijk te helpen om tot een vollediger liefde te komen.
Complementaire normen nrs 144 en 145