Intreden in de Sociëteit ? Niet te vlug.

Francisco de Borja, hertog van Gandia in Spanje, intieme vriend van Keizer Karel en gelast met hoge functies aan diens hof, verliest in 1546 zijn vrouw, Eleonora de Aragon, die hem acht kinderen geschonken had. Hij was toen 36 jaar. Hij doet de Geestelijke Oefeningen en beslist in de Sociëteit in te treden. Aantrekkelijk perspectief wellicht, een man van zulk een aanzien in de Sociëteit te hebben. Zijn uitzonderlijke menselijke kwaliteiten en zijn diep innerlijk leven zullen hem trouwens in 1565 als 3e Generale Overste doen verkozen worden. Niettemin dringt Ignatius erop aan dat niets overhaast zou gebeuren. Francisco zal pas vijf jaar later intreden. Ignatius schrijft hem:

Lees verder

Francisco de Borja, hertog van Gandia in Spanje, intieme vriend van Keizer Karel en gelast met hoge functies aan diens hof, verliest in 1546 zijn vrouw, Eleonora de Aragon, die hem acht kinderen geschonken had. Hij was toen 36 jaar. Hij doet de Geestelijke Oefeningen en beslist in de Sociëteit in te treden. Aantrekkelijk perspectief wellicht, een man van zulk een aanzien in de Sociëteit te hebben. Zijn uitzonderlijke menselijke kwaliteiten en zijn diep innerlijk leven zullen hem trouwens in 1565 als 3e Generale Overste doen verkozen worden. Niettemin dringt Ignatius erop aan dat niets overhaast zou gebeuren. Francisco zal pas vijf jaar later intreden. Ignatius schrijft hem:

“De goddelijke goedheid vervulde mij met vertroosting toen ik de beslissing vernam die Zij u ingegeven heeft. (…) In naam van de Heer aanvaard ik u dus en verwelkom ik u vanaf nu als onze broeder. Het is immers in die hoedanigheid dat mijn hart u steeds de genegenheid zal toedragen die u toekomt, daar u zichzelf zo vrijgevig wegschenkt om God in zijn huis geheel en al te dienen.

Ik ga nu over tot de details die u van mij wil vernemen betreffende de datum en de modaliteiten van uw intrede. Nadat ik zelf, en ook anderen, deze zaak met aandrang aan de Heer heb toevertrouwd, zou ik het volgende zeggen. Naar mijn mening moet deze verandering van levensstaat rustig en bedachtzaam gebeuren, en dit tot meerdere eer van God onze Heer. Aldus zult u de tijd hebben om zo goed mogelijk al uw verplichtingen na te komen. Al uw zaken kunnen ginder ter plaatse geregeld worden, zodat u, zonder uw beslissing aan niemand uit de wereld te moeten meedelen, uzelf tamelijk vlug vrij kunt maken om uw groot verlangen in de Heer te verwezenlijken.

Meer in het bijzonder lijkt me dat u ervoor moet zorgen dat uw weledele dochters, die nu de leeftijd hebben bereikt om te trouwen, op een eervolle manier kunnen leven, zoals hun rang dat vraagt. Mocht zich ergens een goede partij aandienen, dan kan ook de markies (de oudste zoon van Francisco droeg de titel van markies van Lombay) in het huwelijk treden. Uw andere zonen mogen niet alleen onder de bescherming geplaatst worden, en de steun genieten van hun oudere broer aan wie het hertogdom te beurt zal vallen. Het past dat hun daarenboven een patrimonium wordt verzekerd dat volstaat om eervol de lessen te volgen aan een grotere universiteit, zodat zij daar de studies kunnen beëindigen waar zij zo ijverig aan begonnen zijn. Zijn zij zoals zij horen te zijn –en ik hoop dat zij zich aldus zullen gedragen- dan mogen wij aannemen dat Zijne Keizerlijke Majesteit hun de gunst zal betuigen die uzelf door uw diensten hebt verdiend, en die wij van haar ook mogen verwachten omwille van de genegenheid die zij u steeds heeft toegedragen.

U zou ook met zorg de bouwwerken waaraan men begonnen is moeten voltooien (het gaat om gebouwen die gezet werden voor de bewoners van het hertogdom, namelijk een hospitaal in Gandia en een klooster voor de Dominicanen in Lombay). Ik wens immers dat al uw ondernemingen volledig tot een goed einde gebracht zijn op het ogenblik dat het de Heer zal behagen dat uw verandering van levenstaat publiek wordt gemaakt.

In afwachting dat alles geregeld is, en aangezien u in uw studies van de Letteren een goed begin en een stevige basis hebt voor de theologie, zou ik heel graag hebben dat u zich zou toeleggen op het leren en studeren van de theologie. Ik koester de hoop dat God hierdoor gediend zal zijn. Zo het mogelijk is, zou ik zelfs wensen dat u een doctorstitel behaalt in deze wetenschap aan de Universiteit van Gandia.

Dit alles moet echter voor het ogenblik strikt geheim gehouden worden, want de oren van de wereld zouden het uitbarsten van een dergelijk nieuws moeilijk verdragen. Wij zullen wachten dat de tijd en de omstandigheden ons daar, met Gods genade, de volle vrijheid toe geven.

Wij zullen de mogelijkheid hebben om dag aan dag de vragen te bespreken die zich kunnen voordoen. Daarom houd ik hier op, maar ik laat u wel weten dat ik van u regelmatig brieven verwacht. Ik zal u eveneens regelmatig schrijven. En ik bid God dat Hij in zijn goedheid u met zijn gunst en zijn genade omgeeft, om aldus het werk van zijn barmhartigheid te vervolmaken dat Hij in uw hart begonnen is.

Ignatius