Aan het einde van zijn studies kwam de vraag 'wat nu?' in alle hevigheid op bij Wouter Blesgraaf.
Aan het einde van zijn studies kwam de vraag ‘wat nu?’ in alle hevigheid op bij Wouter Blesgraaf.
Moest hij consultant of academicus worden? Maar zijn idealen dan? Of misschien toch priester?
Voor ik een roeping in overweging nam, was ik veel met geloof bezig. Ik was lid van een interkerkelijke geloofsgroep voor studenten en verkende volop het katholieke leven.
Aan het einde van mijn studie sociale geografie stelde ik volop vragen over mijn toekomst: Wat nu?
Wat wil ik met mijn leven? Ik wil me settelen – huisje, boompje, beestje – maar de carrièremogelijkheden van mijn eigen studie trokken me niet aan. De meeste sociaal geografen worden ambtenaar of consultant. Ik vond dat niet echt inspirerend. Ik wilde werken om mijn brood te verdienen, maar ik wilde ook iets bijdragen. Dat idealisme heb ik nog altijd.
Wat dan wel? Ik zag drie opties: een academische loopbaan, of mensen in nood te helpen of priester worden.
De drie opties leken me moeilijk met elkaar te verzoenen. Ik kon niet kiezen. Precies op dat moment kwam ik de jezuïeten tegen op een katholieke jongerendag. Met een van hen raakte ik in gesprek en gaandeweg ontdekte ik dat jezuïeten niet aan één bepaald werk vastzitten. Dat mijn drie opties toch te combineren waren was een echte gamechanger. Van relatief onbekend werden de jezuïeten voor mij ineens een serieuze mogelijkheid.
Bij de jezuïeten kan ik mij geloof op een serieuze manier beleven zonder in een keurslijf te passen. We geven elkaar de ruimte onze eigen weg te vinden. Ik ben een teamspeler, maar een al te nauwe groepssfeer brengt niet het beste in mij naar boven.
De vorming tot jezuïet was een periode van groei, waardoor ik realistischer ben geworden over mijzelf. De 30-daagse retraite, tijdens het noviciaat, deed mijn gebedsleven openbloeien. In de loop van dit internationale traject ben ik veel interessante mensen tegengekomen – zowel medebroeders als mensen in de Kerk.
Bekijk alle nieuwsberichten