“De terugblik op mijn leven tijdens het Derde Jaar ging verder dan alleen maar een “ontcijferen” van mezelf aan de hand van mijn verleden. Tenslotte blijf ik als mens toch altijd “vreemd” aan mezelf. Maar, zo stelde ik vast, het is juist in dat vreemde aan mezelf of aan wat ik mee maak in het leven, dat God naar me toekomt. Vanuit deze ervaring probeer ik mijn leven te (her) lezen als een zoekplaats naar God. Natuurlijk beschouw ik God niet als de onmiddellijke oorzaak van de één of andere gebeurtenis in mijn leven. God is nooit in het gebeuren zelf, Hij staat wel langs de kant van hem of haar die de gebeurtenis ondergaat. Door mijn leven op deze wijze te herlezen, en er ook de nodige tijd voor uit te trekken om hierover met anderen in dialoog te gaan, vind ik er een zekere eenheid in terug.
Eén gevoel komt hierbij het sterkst naar boven, namelijk het gevoel van dankbaarheid. Dankbaarheid naar God, de mensen en de dingen die me in het leven omringen. In dit leven moet ik me niet bewijzen, noch hoef ik mijn grenzen te overschrijden. Ik mag als mens voor God zijn, diegene die ik “nu” ben. Mensen uit mijn familie- en kennissenkring, anderen die slechts heel even mijn levenspad hebben gekruist of zij met wie ik samenleef en -werk laten me dit tot op vandaag ervaren. Door zo trouw te blijven aan mezelf en aan mijn “levensgeschiedenis” krijgt mijn leven als jezuïet meer en meer diepgang.
Maar hiermee is mijn levensverhaal uiteraard niet af, telkens opnieuw zal ik het moeten leren onderschrijven en af en toe is dat niet zo gemakkelijk. Je botst wel vaker op het één of ander dat je liever anders gezien had. Maar door mezelf te situeren ten opzichte van God, de mensen en de dingen die me gegeven zijn leer ik, om het met de woorden van Johannes te omschrijven, de waarheid beter kennen en deze waarheid zal me steeds meer tot een vrij mens maken.(Joh 8,32)”
Leo De Weerdt sj
Derde jaar in Frankrijk