Het zou melancholiek kunnen maken. Op Birmingham Airport zit ik bij m’n favoriete “coffee shop” koffie te slurpen. Buiten regent het en schijnt dan weer de zon. “Denkend aan Holland zie ik breede rivieren traag door oneindig laagland gaan en rijen ondenkbaar ijle populieren aan den einder staan” (Marsman). Dit is niet een van de vele vluchten de afgelopen twee jaar, naar ergens op stage. Voor me ligt een enkeltje. Naar Amsterdam, The Netherlands. En achter me ligt “vow day”. Tijdens een eenvoudige mis op zaterdagmorgen deed ik mijn geloften, samen met Bart Baele (Vlaanderen), Niall Leahy (Ierland) en Ronan McCoy (Ierland).
De tekst van de geloften stootte me eerst wat af. Sommige bijzinnen van de tekst van de geloften behoeven hertaling. Ze weerspiegelen de spiritualiteit van de 16e eeuw en de dramatiek die Ignatius soms zo typeerde. Maar in de dagen voorafgaand aan de geloften troffen me twee zinnetjes die weinig aan frisheid hebben ingeboet. De eerste is de bijzin “gedreven door het verlangen U te dienen…”. Dat is steeds zo geweest. Dat was mijn motor als student en later priester van het bisdom Rotterdam, en dat bleef mijn motor toen ik later in contact kwam met de Jezuïeten. Ik voel nu nog steeds sterk het verlangen om bij te dragen aan de Kerk. Wat wel nieuw is, is de vreugde om dat als Jezuïet te doen. Wat hebben wij (!) een indrukwekkende traditie en wat doen Jezuïeten nu goede dingen (www.gewijderuimte.org, bijvoorbeeld, of de Jesuit Refugee Service). Wat is onderscheiding een geweldig instrument. Wat is “vertroosting” een mooie manier om Gods genade handen en voeten te geven – en een naam en een gezicht, even weerloos als wij mensen (Oosterhuis). Och, mocht ik bij kunnen dragen aan nuance en diepgang binnen geloven, theologie, en Kerk, zoals Jezuïeten dat vanouds doen…
Het tweede zinnetje dat me aanspreekt is de laatste zin van de geloften. Daar wordt gevraagd om genade: zoals genade mij gebracht heeft tot deze dag, moge genade mij zo verder begeleiden. Ik vind dat dat goed past bij doen van geloften. Want ik merk dat geloften voor mij gaan over vertrouwen. Namelijk het vertrouwen dat ze leven zullen geven – voor mij zelf en voor anderen. Dat is de bedoeling. “Armoede, zuiverheid en gehoorzaamheid in de Sociëteit van Jezus” is niet negatief bedoeld maar positief. Wij kiezen niet voor geen geld, geen liefde, geen eigen ideeën, maar voor mate en onthechting, en daarin vrijheid en vreugde. In het noviciaat lazen we dat het Sociëteit door Ignatius bedoeld was als “a pathway to God”. Het doen van geloften betekent voor mij dat ik vertrouwen uit spreek dat het dat ook zal zijn, zowel voor mijzelf als voor anderen.
Ik vond het mooi deze twee gedachten te bidden met de volgende tekst:
Neem Heer en aanvaard
wat ik heb en ben,
al wat schittert en al wat mij node ontbreekt.
Neem het.
Benut het zo Je wil.
Alles mag Je hebben.
Voed mij alleen met vertrouwen
en houd mijn ziel in leven;
wat een genade is dat.
(vrij naar Ignatius)
Bovenstaande gedachten zijn ernstig; maar de dag zelf van de geloften was vooral feest. Ik had een klein groepje familie en vrienden mogen uitnodigen; er was gezorgd voor mooi zonnig weer; er was een feestelijke Engelse lunch en high tea; later hadden we een feestelijke diner; ik werd bezongen door de familie in een hilarisch lied tot Ignati-Jos; enzovoorts.
Zo kwam een periode van twee jaar noviciaat tot een einde. We gaan nu verder met studeren: Bart Baele in Parijs (filosofie), Niall Leahy in London (filosofie), Ronan McCoy in Galway, West-Ierland (basisprogramma). Zelf ga ik wonen in Amsterdam. De bedoeling is dat ik ga werken aan een proefschrift in de theologie. Ik ben de Heer dankbaar voor de afgelopen jaren. Het noviciaat was, after all, een goede tijd. Ik bid om zegen over het vervolg. En ik bid om roepingen – dat er nieuwe Nederlanders en Vlamingen de weg vinden naar ons, en wij de weg naar hen.
Jos Moons sj