Ter ontspanning begint Hilde kaarsen te maken in haar tuin. Dat mondt al snel uit in een liefdevol gebaar waarmee ze uiting kan geven aan haar grotere verlangen: iets bijdragen in deze coronacrisis.
Ter ontspanning begint Hilde kaarsen te maken in haar tuin. Dat mondt al snel uit in een liefdevol gebaar waarmee ze uiting kan geven aan haar grotere verlangen: iets bijdragen in deze coronacrisis.
Dag 11 van het thuiswerken is voorbij. De ene dag lukt al beter dan de andere. Een volledig gewijzigde agenda, een nieuw ritme, andere vormen van communicatie… het is zoeken. Soms is de timing weg, dan weer even de motivatie. Maar ik houd vol, zoals iedereen dit in deze coronatijd probeert.
Nu is het weekend. Ook dat is aanpassen. Gezellig met iemand afspreken? Verboden! Ik stort me dan maar op het knutselen, daar heb ik wel zin in. Ik besluit kaarsen te maken.
Saai, denk je bij jezelf? Het wordt een onverwachts bijzondere dag.
Familie en vrienden ondersteunen mijn creativiteit graag door mij geregeld ‘kosteloos recycleerbaar materiaal’ te bezorgen. Ik trek mijn knutselkast open en begin de vele kaarsenresten te sorteren op kleur. Vervolgens zet ik me in de tuin om de restjes in stukjes te snijden, dat smelt beter. Het is een werkje dat tijd kost. Je moet opletten om niet in je vingers te snijden, maar verder vergt het nauwelijks inspanning. De focus op één handeling geeft tijd en ruimte voor gedachten.
Ik zit in de zon… heerlijk. Ik hoor spelende kinderen… Hé, ik ben dan toch niet écht alleen. Een glimlach verschijnt op mijn gezicht als ik de Zuid-Amerikaanse gitaarklanken van één van mijn buren hoor. Ze versterken spontaan de warmte van de zon. En dan zie en hoor ik vogeltjes. Die doen me altijd aan God denken. Ik weet niet goed waarom; hun eenvoud, hun vrolijk gefluit? Ik kijk rond in mijn tuintje en voel me verbonden met de natuur. De hyacinten kondigen al aan dat het ook dit jaar Pasen zal worden, met of zonder coronacrisis.
Plots overvalt me toch een triest gevoel: ik ga hier weer een hele dag alleen zitten. Tot mijn buurman door de haag vraagt wat ik aan het doen ben? “Kaarsen maken”, antwoord ik, “om aan mensen uit te delen die thuis zitten.” En vervolgens schiet door mijn hoofd: mensen die de Goede Week thuis zullen moeten vieren, soms helemaal alleen. Die gedachte maakt me blij. Ik maak deze kaarsen niet alleen voor mezelf. Ik wil er ook mee verbinden. En de boodschap geven dat we – ieder van thuis uit – samen Pasen zullen vieren. Ik zie het al zo voor me. Een kaars voor mijn 81-jarige tante die alleen is, voor die vriendin met haar zieke man, voor de koorleden die het zingend vieren missen… een warme stroom van verbondenheid wordt nu al werkelijkheid in mijn gedachten.
Ik ben met felle kleuren begonnen: rood, geel, groen. Ik kijk ernaar. Als ik nu eens een regenboog van kaarsen probeer te maken? Teken van zijn Verbond. Ai! Rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo, violet. Zal me dat lukken? Waarschijnlijk niet. Ik laat me er niet door ontmoedigen. Het Verbond hangt gelukkig niet enkel van ons af. Mijn regenboog zal niet af zijn en de grootte van de kaarsen zal heel verschillend zijn, maar dat maakt me niet uit. Het gaat me om het symbool. Hij zal het wel ver-vol-maken.
Een regenboog verbindt. Vele mensen – bekend en onbekend – passeren mijn gedachten en mijn hart: onze geestelijke begeleiders die nu via Skype of telefoon met hun retraitanten op weg gaan, de gedetineerde die aan de aalmoezenier uitroept dat hij ook wil helpen, ons GCL-groepje met onze eerste geslaagde Skype-bijeenkomst, de dame die haar hotel openstelt voor daklozen, de ad hoc gemeenschap waarmee ik elke dag via livestream zing en bid, de vele mensen die ziek zijn of angstig, mijn familie en vrienden… De stroom van mensen waarmee ik me verbonden voel lijkt eindeloos. Het stemt me dankbaar.
Het monotone werk van kaarsen maken wordt als het ware een gebed. Ik zou zo graag veel meer bijdragen in deze coronacrisis, maar ik ben beperkt in mijn kunnen, ik ben beperkt in mijn mogelijkheden. Het is een sterke oefening in loslaten, een vernieuwde oproep tot overgave. Ik voel me verbonden met de contemplatieve religieuzen die – nu misschien nog meer dan anders – erop vertrouwen dat ook hun bidden bijdraagt. Ik geloof het, ik ervaar het.
Ik was gestart met ‘gewoon wat knutselen’, wat mooie kaarsen maken, en zie wat ik mocht ontvangen: een warm gevoel van verbondenheid met zoveel mensen, dichtbij en veraf, bekend en onbekend.
Het geeft mij de gelovige zekerheid dat wij echt wel samen de Goede Week en Pasen zullen vieren, ook al is het fysiek afgezonderd, ook al is het aan de computer of de tv.
Hij is het licht, met Hem komt er nieuw leven.
Steek je samen met mij thuis een kaarsje aan bij de vieringen van de Goede Week en Pasen? In verbondenheid met elkaar. In verbondenheid met Hem.
Door Hilde Van Linden
Bekijk alle nieuwsberichten