Jezuïet François Noiret is missionaris in Madagaskar. Waardoor werd hij in zijn leven verrast? "Tranen, drie kwartier lang, twee dagen achter elkaar.”
Jezuïet François Noiret is missionaris in Madagaskar. Waardoor werd hij in zijn leven verrast? “Tranen, drie kwartier lang, twee dagen achter elkaar.”
Pater François Noiret sj is missionaris en antropoloog. Élodie Maurot interviewde hem voor La Croix.
“Toen ik in 1971 op het eiland aankwam, was ik nog maar net jezuïet. Ik gaf Frans in het kader van ontwikkelingssamenwerking. Wanneer je net van boord bent gekomen, ben je een groentje. Alles is mooi, alles is leuk, alles is interessant. Dagelijks kom je voor verrassingen te staan: vlees eten met je vingers, je scheren met een glas water, zitten op een mat, leren het eten eerst aan het oudste lid van de familie te serveren als teken van respect.”
“Er zijn ook verrassingen in verband met de taal. Wanneer je alleen bent in een land waarvan je de taal niet begrijpt, heb je al snel de indruk dat iedereen je uitlacht – om gek van te worden! (lacht)”
“Ik geef het voorbeeld van een memorabele woordenwisseling met een van mijn Malagassische vrienden, Marcel. Het is 1972, het einde van de samenwerkingsovereenkomsten en van het koloniale regime. Marcel is een van mijn studenten. We zijn bijna even oud en ik woon bij hem in het huis van zijn moeder, omdat de school gesloten is vanwege de politieke situatie. Samen praten we veel over de identiteit van Madagaskar. Op een dag stel ik hem een vraag die mij volkomen onschuldig lijkt en plotseling explodeert hij van woede. Gedurende drie dagen weigert hij met me te praten. Later vroeg ik hem waarom hij boos was. Hij zei: “Je stelt vragen die ongepast zijn.” Ik weet nog steeds niet wat zijn boosheid veroorzaakte. Uiteindelijk spraken we af dat ik hem al mijn vragen kon stellen en dat hij mij kon antwoorden… of niet.”
“Soms zijn de verschillen zo gigantisch dat je je afvraagt of we wel tot dezelfde mensheid behoren. Is er wel een menselijke natuur? Zijn we allebei wel mensen? Het kost veel tijd om elkaar echt te ontmoeten. Je moet een leertijd doorlopen, zoals dat ook geldt met talen. Alle talen kunnen naar elkaar worden vertaald, ook al behoren ze tot verschillende taalfamilies – voor mensen gaat hetzelfde op.”
“Ja, de echte verrassing ontstaat in de loop van de tijd en komt op uit de diepten op een moment dat je er niet op rekent. Ik kan een voorbeeld geven. In 1983 ben ik een tijdje in Frankrijk en hoor ik dat mijn vriend Marcel is omgekomen bij een auto-ongeluk. Op het moment zelf huil ik niet. Maar twee jaar later luister ik in mijn kamer naar een Malagassisch lied, dat ik niet ken, met de tekst: “Jij bent het die ik als mijn vriend gekozen heb om je mijn vriendschap te geven.” Het doet me denken aan die vriendschap, die diep was zonder sentimenteel te zijn en die ook moeilijke kanten had. En dan, die verrassing: tranen, drie kwartier lang, twee dagen achter elkaar.”
“Het verbaast me nog steeds te zien hoeveel de zeer gewenste en diepgaande ontmoeting, waar ook naar uitgezien wordt, zich uiteindelijk afspeelt in de diepten van jezelf. Bij een ontmoeting spelen dingen die veel dieper zijn dan je beseft. Marcels familie is tot op de dag van vandaag ook die van mij gebleven, met inbegrip van gebeden tot de voorouders. De echte verrassing is dat je door de ander bent veranderd. Het verbazingwekkende is dat een identiteit iets is dat zich ontwikkelt. Ik ben een Fransman, maar ik ben ook Malagassiër geworden.”
“Ja, en God is daar ook bij. In de ontmoeting, in het leven dat doorgaat, steeds groeit en niet wil sterven te midden van menselijke rampen. De vijftig jaar die ik in Madagaskar heb doorgebracht, zijn ook vijftig jaar van politieke, economische en morele rampspoed geweest. Ik heb de verwoestingen gezien die alcohol, corruptie, armoede aanrichten… Ik ben nu 71 en de helft van mijn Malagassische vrienden is al dood. Maar de verrassing is dat het leven doorgaat. Trouwens, in de Malagassische cultuur wordt het leven uitbundig gevierd als een krachtige stroom die energie en hoop geeft. Dat maakt het leven zo aantrekkelijk.”
“Alles speelt zich af in de ontmoeting. Liederen spelen daarbij op Madagaskareen belangrijke rol. Typisch Malagassische liederen moet je op zijn minst met drie stemmen zingen. Deze stemmen vormen de verbinding tussen de mensen en dit kan vervolgens niet ongedaan gemaakt worden; het maakt je tot wie je bent. De muziek veroorzaakt een fusie, maar zorgt ook voor een scheiding.”
“Emoties verhelderen zich met de tijd en het werk van het verstand. De vorming van de jezuïetenorde heeft mij enorm geholpen. Het is belangrijk voor een jezuïet om te reflecteren over wat hij ervaart, om dit tot onderwerp van contemplatie te maken, maar ook om zijn intelligentie, zijn geheugen, zijn wil, zijn affectiviteit te ontwikkelen, met aandacht voor de onderlinge samenhang. Mijn leven als missionaris is onlosmakelijk verbonden met het academische werk dat ik verrichtte om de Malagassische cultuur te begrijpen. Als je dat niet doet, als je alleen op gevoelsniveau blijft, dan kun je niets overbrengen.”
“Allereerst door aandacht. Aandacht voor anderen zorgt voor een openheid die wezenlijk is. Zonder aandacht dooft het licht. Dan is er geen communicatie meer. Ondanks deze aandacht is er altijd het risico van verslijten, van afstomping door onwaardig gedrag: corruptie, wanbeheer, onzekerheid, nalatigheid, gebrek aan strengheid, aan ernst… De cultuur van Madagaskar is mooi, maar heeft ook zijn zwakke punten.”
“Je moet alert worden op verslijten wanneer je stopt met mensen te verdragen en als je begint met slechte dingen zeggen over de cultuur waarin je leeft. Dan is het tijd voor frisse lucht, om de batterij op te laden, om een retraite te doen. Om opnieuw het vertrouwen in het leven te vinden, en openheid en aandacht…”
“Het is me gebeurd dat ik het gevoel kreeg weg te moeten van Madagaskar. Tegenwoordig woon ik zes maanden per jaar op La Réunion. Dit is voor mij niet alleen fysiek nodig vanwege de milieuvervuiling in Tananarivo die de longen verstikt, maar ook vanwege de armoede. Ik zie de families met wie ik samenwoonde, sterven aan alcohol; je moet meisjes en jongens die door het leven getekend zijn op afstand houden.”
“Het is te zwaar voor me geworden om door de tunnels van de stad te gaan en op de trottoirs over kinderen van 3, 4, 5, 6 jaar te stappen, die daar bedelen en op elkaar liggen te slape. Hoe kun je daar niet door geschokt raken? Het is te moeilijk. Je kunt niet elke dag zo leven. Maar je moet zo lang mogelijk blijven vechten, afstand nemen en, wanneer het teveel wordt, ergens anders een beetje op adem te komen, maar niet loslaten.”
Vertaling Wiggert Molenaar sj.
Afbeelding: Hervé, via flickr.com
Bekijk alle nieuwsberichten