Pater Van Isacker in de omgfeving van de St Michaelskapel in Niel-bij-As in Belgie. Van Isacker is de zoon van de Belgische voormalig minister Van Isacker
Historicus 1913 - 2010
Historicus
1913 – 2010
Een aristocraat, zo herinner ik me Karel Van Isacker. Dat beeld lijkt voor de hand te liggen. Stamde hij niet uit een vooraanstaande Vlaamse familie? Maar nee, daardoor wordt mijn herinnering niet bepaald. Hij was een aristocraat van hart en geest en dat bleek op allerlei, soms verrassende manieren. Toen ik hem leerde kennen, als lid van de jezuïetengemeenschap van de toenmalige UFSIA, stond hij bij de studenten bekend als één van de grote persoonlijkheden op de campus. Een bezielende lesgever was hij, met respect van en voor de studenten, die ervan hield grote thema’s aan te snijden zonder zich lang te laten ophouden door de voetnoten. Daarom wordt zijn naam nu nog altijd vernoemd met enige weemoed naar de tijd toen de universiteit nog de klemtoon legde op het onderwijs en op de vorming van haar studenten. Maar op zijn succes bij de studenten liet hij zich nooit voorstaan. Ook zo toonde hij zich een ware aristocraat.
In die kleine religieuze gemeenschap kon ik een iets andere Van Isacker kennen dan de befaamde Van Isacker die zich met enige zwier bewoog in het publieke forum. Dat hij al vroeg, tot zijn eigen verbazing, benoemd werd tot hoofdredacteur van de Vlaamse Linie en al vroeg ontslagen werd uit die functie, heeft bij hem geen sporen van frustratie nagelaten. Al had hij daartoe een begrijpelijke reden gehad. Dat dit te wijten zou geweest zijn aan zijn strijdend flamingantisme, ook daarvan heb ik hem nooit gewag horen maken. Hij cultiveerde zijn frustraties evenmin als zijn eigendunk. Een ware aristocraat dus. Zo was hij ook in de dagelijkse omgang. Een intellectueel met ideeën en opinies waarover hij graag gesprekken voerde, maar die hij ons niet wilde opdringen via discussies en debatten. Een intellectueel ook die graag luisterde naar de meningen van anderen
Terecht kent men hem als een publieke figuur die het opnam voor allerlei minderbedeelden en verschoppelingen van onze samenleving. Voor de culturele minderheid van de Vlamingen, voor de slachtoffers van de repressie, voor de havenarbeiders van Antwerpen, ten slotte zelfs voor de inwoners van Doel, deze slachtoffers van de industrialisatie en van de economische expansie. Er zit een lijn in de groepen waarvan hij de verdediging op zich nam. Opkomen voor geringen en vertrapten, dat plegen ware aristocraten wel meer te doen. Ook al ging het nogal eens om riskante en zelfs hopeloze zaken. Dat hield Van Isacker niet tegen. Zijn pleidooien voor de goede zaak waren een kwestie van roeping.
Ondertussen bleef hij in kleinere kring zichzelf gelijk: een vriendelijke, belangstellende, voorkomende en sobere man. Ook een man die een ruimdenkend en verdraagzaam was, tenzij dan voor alles wat naar kleinzieligheid zweemde. Van de tijd dat hij in het Waasland bij voormalige havenarbeiders interviews ging afnemen, had hij een zware motorfiets (met helm) overgehouden. Die bleef hij nog lang gebruiken, ook toen hij al diep in de zestig was, tot ontzetting van zijn oudere en tot bewondering van zijn jongere confraters. Hij gebruikte die om nogal eens naar het kanaal te rijden en daar een frisse duik te nemen. Dat wisten we en dat mochten we weten. Door die gezonde levenstijl verwonderde het niemand dat hij niet ouder leek te worden. Hij bakte zijn eigen brood en kweekte zijn eigen yoghurt. Een uitstekende yoghurt trouwens, waarvan hij het geheim graag met mij deelde.
Eén wending in zijn leven hebben wij niet echt goed kunnen volgen. Hij werd erg gevoelig voor bepaalde neveneffecten van het concilie en, meer algemeen, voor de decadentie, voor de “ontwijding”, van onze samenleving. Deze opvatting heeft hij wel in publicaties neergeschreven, maar niet in zijn gemeenschap ter sprake gebracht. Hij had het meer voor getuigenissen dan voor discussies. Hij, die ooit de eerste jezuïet was geweest om onder ons in burgerpak te verschijnen, was nu de eerste om een Romeins boordje te dragen. Maar dit moesten wij toegeven: hij had de moed van zijn overtuigingen. Zo heeft hij zich de laatste periode van zijn leven teruggetrokken in het zeer verre Niel-bij-As. Voelde hij zich daar bitter en miskend? Nee, dat paste niet in zijn aard en niet in zijn spiritualiteit. Twee jaar geleden heeft hij nog het bezoek ontvangen van zijn vroegere communiteit. De ontvangst was heel hartelijk. Dat hadden wij meer moeten doen. Dan had hij wat meer kunnen vertellen over zijn eigen geschiedenis en niet enkel over die van anderen.
Guido Dierickx sj
Bekijk alle portretten