Persoonlijke indrukken van zijn voormalige provinciale overste
Persoonlijke indrukken van zijn voormalige provinciale overste
Vandaag kan ik zeggen dat gedurende vier dagen een groot aantal medebroeders mij op verschillende manieren heeft gevraagd wie Arturo Sosa is. Ik heb nog nooit zo vaak over een persoon moeten praten – en dan ook nog in het Engels. Het was de herhaling van een persoonlijke geschiedenis en hoe vaker ik dit deed, des te meer herinneringen kwamen er boven; en tegelijkertijd een kalme innerlijke overtuiging dat dit iemand was die ik kon zien als algemeen overste.
Veelzijdig man
Toen ik novice was en filosofie studeerde, werd hij bewonderd als een jezuïet met vele capaciteiten. Ook toen was hij iemand die in de Venezolaanse media van zich liet horen. Hij was onze docent politieke filosofie. Aan de ene kant was er weinig afstand tussen hem en zijn studenten, maar aan de andere kant was hij veeleisend. In het tweede jaar van mijn interstitie (een periode waarin jezuïeten deelnemen in bepaalde missionaire projecten van de orde en, in sommige gevallen zoals bij mij, ook speciale studies doen – rechten in mijn geval) werd ik naar het Manuel Aguirre huis gestuurd waar Arturo Sosa vier jaar lang mijn geestelijk begeleider was. Hierdoor kon ik hem veel beter leren kennen en ontdekte ik de spirituele diepgang van mijn naamgenoot. Ik herinner me de misvieringen in deze leefgemeenschap waar wij het Woord en onze ervaringen deelden in een groep van vijf of zes. In deze vieringen vertelde Arturo over zijn nauwe relatie met God als vader (hij gebruikte zelfs de term papa), als barmhartig en als de God van de geschiedenis van ons volk, die allen uitnodigde om de tekenen van de tijd te lezen in het leven van ons volk. Ik moet denken aan zijn zondagsmissen in de kerk van La Pastora (een parochie in Caracas) waar de kerkgangers actief deelnamen in de preek die hij dan afrondde met een soort samenvatting en enkele persoonlijke opmerkingen.
Geïncarneerd geloof
Hij leerde me om te kijken naar God met de ogen van de armen, zorgvuldig analyserend om zo de werkelijkheid om ons heen te begrijpen, om vanuit de geschiedenis van ons land het heden te begrijpen en wegen te vinden naar de toekomst. Arturo Sosa als politiek analist die vaak bepaalde voorstellen doet, kan oppervlakkig worden bezien als iemand die fenomenologische beschrijvingen geeft van de werkelijkheid; maar degenen die hem kennen, weten dat er veel meer is. Tussen de regels door zie je een verlangen om de uitnodiging van God te zoeken en te vinden in onze tijd; interpretaties die ons manieren laten zien waarop je de menselijke transcendentie beter kunt begrijpen en een zoektocht naar dezelfde transcendentie in onze historische context. Ik zou zeggen dat hij me leerde wat een geïncarneerd geloof inhoudt.
Man van menselijke relaties
Dit geïncarneerde geloof kan worden gevonden in zijn geschriften en in zijn intellectuele ernst, maar nog meer in zijn vermogen om in contact te komen en in relatie te treden met iedereen, vooral degenen die in bescheiden omstandigheden leven. In La Pastora wonen de armen in de goot en daar vond hij een manier om betrokken te raken met hen. Ons huis stond open voor alle armen om ons heen, de mensen van de goten en in het bijzonder de jeugd van onze buurt. Arturo had veel vrienden; hierdoor sprak hij niet slechts op basis van kennis uit boeken, maar vanuit het hart van de mensen in onze omgeving. Later zou het gaan over de Venezolaanse grens, maar daar zal ik het later over hebben.
Samenwerking met anderen
Toen ik mijn rechtenstudies en mijn interstitie had afgerond, vernam ik dat zowel ikzelf als mijn naamgenoot zouden verhuizen – hij zou mijn overste zijn tijdens mijn studie theologie. Hij had me daar gedurende een jaar begeleid toen bekend werd gemaakt dat hij was benoemd tot provinciaal van Venezuela. Dat was in 1996 en hij zou provinciaal blijven tot 2004. Gedurende deze periode werd in de Venezolaanse provincie een proces van onderscheiding georganiseerd dat ons in staat stelde een apostolisch plan van de provincie op te stellen dat tot op de dag van vandaag van toepassing is. Het plan omvat een visie voor twintig jaar. Eigenlijk is het moeilijk te geloven dat in een provincie zoals Venezuela, waar alles constant in beweging is, we in staat blijken om te worden geleid door een plan waarin we ons allemaal de hele tijd gemakkelijk herkennen. De uitgangspunten van dit plan verhelderen ons werk nog altijd en vooral de wil om samen te werken met anderen, mannen en vrouwen. De jezuïeten van de Venezolaanse provincie en de leken met wie wij samenwerken, staan open voor de noodzaak om gezamenlijk te werken in een netwerk. Onderdeel van dit plan is om organisaties op te zetten waar de gewone Venezolanen in kunnen samenwerken en om hen een zekere maatschappelijk autonomie te geven die kunnen bijdragen aan de politieke, sociale en economische processen in Venezuela (iets wat nu veel ingewikkelder is dan toen we begonnen). Dit plan beschouwt de Geestelijke Oefeningen als een geschenk dat we hebben gekregen en streeft ernaar om leken en jongeren in staat te stellen om actief bij te dragen aan het leven in onze kerk.
Werken aan de grenzen
Uit dit plan blijkt duidelijk dat we ons inzetten voor de armen van ons land en de grens speelt hierin al een belangrijke rol. We hebben het hier echt over iets innovatiefs. We waren aanwezig in Alto Apure (Guasdualito, El Nula, La Victoria, El Amparo y Ciudad Sucre). De uitdaging werd aangenomen om te werken aan de grenzen, grenzen in menselijk, apostolisch en sociaal opzicht. De aanwezigheid van vluchtelingen, van groepen van allerlei signatuur, legale en illegale handel – in het bijzonder van de benzine – en de realiteit van bijvoorbeeld de landarbeiders vormden een oproep voor de hele provincie (parochies, Fe y alegría, JRS onder andere). Aan het eind van zijn mandaat als provinciaal werd Arturo naar de Katholieke Universiteit van Táchira gestuurd (aan de grens met Colombia) en hij was vastbesloten om er een grensverleggende universiteit van te maken.
Arturo was toen in één van de creatiefste fases van zijn leven. Hij trof een universiteit aan van 9.000 studenten die grote behoefte had aan een nieuwe campus en dat in een tijd dat Venezuela door een economische crisis ging, hoewel deze verborgen lag achter de rijkdom van de olie. Het was een goede universiteit, maar een die niet erg open stond voor de wereld; dit veranderde hij door contacten met naburige gemeenschappen, de bisdommen, onze parochies, de scholen van Fe y alegría in de regio, vluchtelingen, landarbeiders, enz. Het werd een relatie waar onderzoek en de publicatie van gegevens uit voortkwamen, maar die ook gericht was op directe betrokkenheid en op acties met daadwerkelijke verandering als doel. Deze veranderingen kwamen tot stand in samenwerking met vele jezuïeten die met hem meekwam naar dit gebied en met veel leken die zijn droom deelden en zich bij hem aansloten.
Gespannen betrekkingen met presidenten
Uit deze verandering ontstond het Interprovinciaal Apostolische Grens Netwerk (RAIF in het Spaans). Ik heb deelgenomen aan de oprichting hiervan als onlangs benoemde provinciale overste. Dit netwerk bracht de Venezolaanse en Colombiaanse provincies samen om in de gemeenschappelijke grensstreek de evangelisatie aan te pakken, rekening houdend met de specifieke omstandigheden van de bewoners. Arturo, ondanks al zijn verplichtingen (waaronder raadgever van pater generaal Adolfo Nicolás, rector, en overste van een huis), nam de verantwoordelijkheid op zich om dit netwerk te motiveren. En zoals hij dat voorheen deed met de provincie, riep hij nu verschillende mensen bij elkaar die betrokken waren bij het pastoraat aan beide zijden van de grens om een plan te ontwikkelen; een droom, een pad dat zou ons verenigen. Hij deed dit in een tijd dat de betrekkingen tussen de twee presidenten (Hugo Chávez van Venezuela en Álvaro Uribe van Colombia) zeer gespannen waren.
Heel menselijk detail
Maar ik wil een heel menselijk detail niet vergeten. Terwijl dit alles aan de gang was, woonde er in het Pierre Favre huis (bij de universiteit, waar Arturo overste was) een oudere jezuïet die een uitstekende professor theologie was geweest, met name in de christologie: José Cruz Ayestarán. De geestelijke vermogens van deze jezuïet liepen terug, maar in plaats van hem naar ons bejaardenhuis te sturen, nam Arturo de taak op zich José zo veel mogelijk te begeleiden en stond hij hem toe om thuis te blijven wonen. Elke dag zorgde Arturo voor zijn pillen en zag hij erop toe dat José ze innam. Hij was in staat om bepaalde minder aangename kanten van hem – een onderdeel van het ziektebeeld – licht op te vatten en alle jezuïeten deden hun best om ervoor te zorgen dat José zich thuis voelde. Tegelijkertijd had Arturo hartelijke contacten met de studenten; onze parochianen in El Nula, Ciudad Sucre, Guasdualito en hun dorpen; en de leken die werkten met Fe y alegría. Het was zijn manier om God te laten zien; God, die is vader, barmhartig en betrokken.
Oude moeder
Ik vond het moeilijk te accepteren (hoewel ik er niets aan kon doen) dat de algemene overste (die hem al twee keer internationale verantwoordelijkheden had gegeven) hem naar Rome riep om de internationale huizen te leiden. Het was duidelijk dat dit een van de prioriteiten van het 35e Algemene Congregatie was en Arturo, als goed jezuïet, accepteerde deze benoeming gewoonweg. Onder anderen moest hij zijn moeder achterlaten die op dat moment (2014) negentig was. Hij had altijd gebruik gemaakt van de nationale vergadering van rectoren om haar te bezoeken, maar nu waren zijn bezoeken beperkt tot één keer per jaar (en contacten via Skype). Ik wil Margarita Abascal de Sosa bedanken voor wat ze heeft gedaan – en dat is niet weinig.
Dit verhaal heb ik de afgelopen vier dagen dus meerdere keren verteld in een poging om mijn ondervindingen over te brengen en, samen met mijn medebroeder Johnny Veramendi (afgevaardigde van de Venezolaanse provincie die pastor van Guasdualito was) die ook veel te zeggen heeft, heb ik geprobeerd om eerlijk antwoord tegen op de vraag: Wie is Arturo Sosa?
Arturo Peraza sj, provinciaal van Venezuela
Bekijk alle nieuwsberichten