Portret kandidaat-jezuïet

Een profielschets

Lees verder
Portret kandidaat jezuïet 3

Een profielschets

 

Lees het portret dat voorgaande Algemene Oversten van de Sociëteit van Jezus schetsen van de jonge man in wie zij een toekomstige jezuïet zien.

Pedro Arrupe sj

Algemeen Overste van 1965 tot 1983


Aan een jonge man die verlangt jezuïet te worden,
zou ik het volgende willen zeggen:

Begin er niet aan, indien dit idee je verward of zenuwachtig maakt.
Kom niet naar ons indien je van de Kerk houdt als van een stiefmoeder,
eerder dan als van een moeder.
Begin er niet aan als je denkt dat je ons daarmee een gunst doet.

Kom als de dienst van Jezus Christus het hart van je leven is.
Kom als je schouders hebt die breed en voldoende stevig zijn.
Kom als je een open geest hebt, een voldoende open verstand
en een hart dat groter is dan de wereld.
Kom als je kan grappen en samen met anderen kan lachen
en … van tijd tot tijd ook met jezelf kan lachen.

Peter-Hans Kolvenbach sj

Algemene Overste van 1983 tot 2008

Aan een jonge man die zich als kandidaat aanbiedt bij de Sociëteit, zou ik gewoon de vraag herhalen die al eeuwen wordt gesteld aan kandidaten. Vandaag hebben die kandidaten best wel geluk. In vroegere tijden liet men hen rustig verschillende dagen aan de deur wachten. Pas dan kwam de abt en stelde de vraag die me, tot op vandaag, de meest belangrijke en pertinente vraagt lijkt : “wat zoek je?”.

Als die jonge man dan bijvoorbeeld zegt :”ik zoek een plaats waar ik rustig kan bidden” of “ik voel de nood om mijn leven te ordenen” of indien hij schrik heeft voor de wereld en hij zijn toevlucht wil zoeken tot het vermeende paradijs dat de abdij zou zijn, of zelfs indien hij antwoordt dat hij zich in wil zetten voor de vierde wereld of voor de derde wereld, dan is dat heel mooi. Maar daarom hoef je nog helemaal niet het religieuze leven in te stappen.

Enkel indien hij zou zeggen : “weet u, ik voel in mij een groot verlangen om de Heer te volgen en ik voel, niettegenstaande alles, niettegenstaande mijn zwakheden en beperkingen,  dat ik nooit echt gelukkig zal kunnen zijn indien ik niet inga op die roep”, enkel dan kunnen we beginnen spreken en onderscheiden of het echt de Heer is die roept. Er is immers geen ander criterium voor het religieuze leven dan het verlangen om de Heer te volgen.

En hier gaat het Evangelie net over. Er zijn immers heel veel mensen rondom Christus. Maar er is ook dat kleine groepje dat de Heer letterlijk volgt. Gaat de Heer naar Jeruzalem, dan volgen ze Hem. Gaat Hij naar Betsaïda, dan volgen ze Hem. En ook vandaag bestaat het religieuze leven heel concreet hier in dat je 24 uur op 24 de Heer volgt tot in de kleinste details van het leven.

Indien dat verlangt in jou leeft – Sint Ignatius was nog voorzichtiger want hij zei : “indien het verlangen naar dat verlangen voelt – dan ben je welkom!