Waarom de Kerk geen democratie is

do 24 mei 2012 Kerk /

Guido Dierickx sj geeft drie redenen aan waarom de Kerk geen democratie is.

Guido Dierickx sj geeft drie redenen aan waarom de Kerk geen democratie is.

Er zijn drie redenen waarom de kerk geen democratie is. Dat schrijft Guido Dierickx sj en hij somt ze op: de vorming van nieuwkomers, een algemeen erkende charismatische stichter wat de totstandkoming van een klerikale elite mogelijk maakt, afscheiding van die elite van de wereldlijke elites in de samenleving.

Vele mensen ergeren er zich aan: onze kerk is geen democratie. Ze vergeten daarbij dat er in onze samenleving bijna geen verenigingen voorkomen die democratisch georganiseerd zijn. De reden laat zich gemakkelijk raden. Organisaties met vaste en welomschreven doelstellingen kunnen geen democratie zijn omdat in een democratie die doelstellingen in twijfel kunnen worden getrokken. Er wordt al eens gezegd dat de democratie in wezen een agnostische procedure is: alle beslissingen zijn juist als ze maar volgens de democratische procedure tot stand komen. Dit algemene inzicht kunnen we wat verder preciseren waar het gaat om onze kerkgemeenschap.

Vorming

Van in het begin is onze kerk weinig streng geweest bij de werving van haar leden. Er woedde een fel debat over het toelaten van bekeerlingen uit het heidendom: het debat over de “besnijdenis”. Als gevolg van de beslissing voor het opendeurbeleid werd er veel nadruk gelegd op de vorming van de nieuwe leden. Die moest worden toevertrouwd aan gevormde en gezaghebbende leden van de organisatie. Paulus eiste dit gezag voor zich op en betwistte dat van anderen. Dit is een eerste reden waarom de kerk een hiërarchische en gecentraliseerde structuur heeft aangenomen. Zonder centraal gezag nemen in de vorming de middelpuntvliedende krachten de overhand. Natuurlijk brengt centralisering bepaalde risico’s mee. Dat weten we. Maar de kosten van centralisering zijn minder groot dan de baten.

Klerikale elite

Belangrijker nog: de christelijke religie heeft een algemeen erkende charismatische stichter en laat daarom gemakkelijker de vorming van een “klerikale” elite toe. De leden van deze elite worden beschouwd als de erfgenamen van het charismatische gezag. Niet toevallig legt de kerk zoveel nadruk op haar “apostolisch” karakter en beweren haar gezagsdragers hun gezag te ontlenen aan het feit dat zij de opvolgers zijn van de apostelen en de behoeders van de verworvenheden van de traditie. De oorspronkelijke kerkgemeenschappen erkenden dit gezag in tegenstelling tot de vele gnostische sekten die hun leden toelieten de traditie naar goeddunken te interpreteren. Die zijn verdwenen, de kerk is gebleven.

Koran

Een tegenvoorbeeld. In de islam is de centrale en hiërarchische organisatiestructuur nooit echt tot ontplooiing gekomen. Wellicht omdat de persoon van de stichter hier minder belang had dan de Koran die hij heeft nagelaten. Dat boek was zo duidelijk dat er geen hiërarchisch gezag nodig was om het te interpreteren. Wel hebben geleerden zich aan de interpretatie van de Koran gewijd, maar hun gemeenschap vertrouwde erop dat ze niet al te veel konden afwijken van de heilige tekst. Dat zijn al twee redenen waarom onze kerkgemeenschap zich geen democratie kan veroorloven. Het ontbreken van een democratie betekent niet hetzelfde als het ontbreken van rechtszekerheid. In de katholieke kerk is een sterk juridische gezagsstructuur aanwezig. Het gezag van de gezagsdragers hangt af van het respecteren van de juridische procedures, zoals in een rechtsstaat. Bovendien komen in het geheel van procedures meerdere niveaus voor zodat bij een hogere instantie in beroep kan worden gegaan tegen het oordeel van een lagere. Daardoor genieten de leden van deze kerkgemeenschap toch een aanzienlijke bescherming tegen de mogelijke willekeur van hun gezagsdragers. De katholieke kerk is geen democratie, maar evenmin een dictatuur. Wie daarvan de titel van een boek maakt, verschuilt zwakke gedachten achter sterke woorden.

Een derde reden is dat de christelijke religie de religieuze elite wil afscheiden van de wereldlijke elites in de samenleving, bijvoorbeeld van de politieke en de familiale. Anders zouden die bijna onvermijdelijk de religieuze elite onder hun voogdij plaatsen. Een grote autonomie handhaven tegenover de wereldlijke elites is een hachelijke zaak voor zwak gecentraliseerde geloofsgemeenschappen. De verantwoordelijken van vele, kleine protestantse groeperingen weten ervan. Slechts waar een religie meer centraal en hiërarchisch wordt georganiseerd, krijgen de kerkelijke elites een grotere autonomie ten overstaan van de politieke en van de maatschappelijke elites.

Notabelen

De bisschop in de grote stad biedt bescherming tegen de notabelen in het kleine dorp. De katholieke kerk beschikte en beschikt bovendien over een celibataire clerus, over de bovenlokale netwerken van de religieuze orden, over seminaries en universitaire instellingen. Gelukkig maar. Zo georganiseerd is een religie beter gewapend tegen lokale, bijvoorbeeld nationalistische invloeden. Zo kan ze meer universeel en “katholiek” blijven.

Guido Dierickx sj 

Bekijk alle nieuwsberichten

Deel