Ten teken dat alle zegen van boven komt, regende het hard in Rome, voor het eerst sinds drie maanden, op de avond van de laatste geloften van Georges Ruyssen en vijf medebroeders uit India, Italië, Slovenië en de Verenigde Staten. Ondanks de regen was de Gesù, hoofdkerk van de Sociëteit van Jezus in Rome én wereldwijd, al behoorlijk gevuld, toen de stoet van priesters om 19.00 u. hun intrede deed, op de rommelige, huiselijke wijze die jezuïeten eigen is. Niets van dat alles bij Georges, die devoot en zichtbaar geroerd opging naar het altaar, samen met zijn medegeloftelingen, met pater generaal Adolfo Nicolás, de hoofdcelebrant, en met de provinciaals of hun plaatsvervangers die voor de gelegenheid waren overgekomen. De Vlaamse provinciaal werd waardig vertegenwoordigd door diens assistent pater Frans Mistiaen.
Wat ging er in het hart van Georges om, nu hij na bijna zeventien jaar in de Orde uitgenodigd werd om ten overstaan van pater generaal zijn laatste geloften uit te spreken? We vroegen het hem eerder die dag, en hij antwoordde dat hij zich heel klein voelde, onwaardig. ‘Het is alsof de Sociëteit nu zegt: “Je bent nu een custos, een bewaarder van onze traditie en manier van doen.” De verantwoordelijkheid groeit, de Sociëteit verwacht nu meer van mij. Het is niet langer: wat kan de Sociëteit voor mij doen, hoe kan ze me helpen groeien en rijpen, maar: wat kan ik voor de Sociëteit doen?’ Georges noemde het beroemde gebed van zelfgave van St. Ignatius, ‘Suscipe, Neem, Heer, en aanvaard’, als antwoord op hoe sterk de dagelijkse ervaring is van Gods liefde en genade. ‘Daarom spreek ik dat gebed elke morgen uit en vraag ik elke morgen opnieuw Zijn liefde en Zijn genade! Het uitspreken van de laatste geloften morgen in de handen van pater generaal is allicht het mooiste suscipe gebed dat ik in mijn leven zal kunnen uitspreken… en Hem dan nadien in lichaam en bloed te mogen ontvangen, hoe Hij zich terug onmiddellijk aan mij geeft met Zijn Liefde en Zijn Genade…. dat zal morgen tijdens de viering in mijn hart zeer levendig zijn.’
Zuivering
De woorden van Georges vonden ten volle weerklank in de homilie van pater generaal, die onderstreepte dat de jezuïet die zijn laatste geloften doet een offer brengt, het offer van zijn leven, maar een offer dat gezuiverd moet worden en pas echt offer is op het moment dat het, gezuiverd, aangenomen wordt door God. De huidige crisis van het christendom – om de zaak in een breder perspectief te plaatsen – wordt veroorzaakt door de “onzuiverheid” in de Kerk (bijv. het seksueel misbruik), maar ook door de crisis van het Woord van God dat niet meer wordt gehoord. Tenslotte is het Jezus die ons vrijmaakt om een onvolmaakte werkelijkheid te aanvaarden en om te vormen. Pater generaal wees daarbij op de dienst die Georges en zijn medegeloftelingen verrichten in Rome, in het centrum van de Kerk, als boodschappers van het Woord van God. Makkelijk is dat niet, maar ze waren lang genoeg in de Kerk en in de Orde om te weten waar ze nu, bij het uitspreken van hun laatste geloften, van ganser harte ja op gingen zeggen. Liefde brengt lijden voort, zoals aan Maria werd voorzegd, toen ze haar Zoon opdroeg in de Tempel. Bidden wij, zo besloot pater Nicolás, dat de mannen die zich nu definitief gaan binden, ook op het lijden ja kunnen zeggen.
Toen kwam het grote moment, vlak voor de communie, dat Georges neerknielde voor pater generaal, plaatsbekleder van God op dat moment, die hem de H. Hostie voorhield. Opnieuw zichtbaar en hoorbaar ontroerd sprak Georges zijn laatste geloften uit, in het Latijn, en wie hem hoorde, zal er niet aan getwijfeld hebben dat het werkelijk van ganser harte was.
Het regende nog steeds, toen Georges en zijn medegeloftelingen om 21.00 u. met hun gasten naar het Collegio Bellarmino liepen voor het feestelijke buffet. Alle zegen moet nu eenmaal van boven komen, ook nadat de jezuïet zijn laatste geloften heeft gedaan.
Marc Lindeijer sj