Ignatius van Loyola (1491-1556)

 

Lees verder

 

Beginsel en fundament

De mens is geschapen om God onze Heer te loven,
eerbied te bewijzen en te dienen
en aldus zijn ziel te redden.

Alle overige dingen op het aardoppervlak
zijn geschapen met het oog op de mens,
om hem het doel te helpen nastreven
waarvoor hij geschapen is.

Daaruit volgt dat de mens er gebruik van moet maken
voor zover ze hem helpen dat doel na te streven,
en dat hij ervan moet afzien
voor zover ze daarbij een hinder zijn.

Daarom is het nodig dat wij ons onverschillig maken
voor alles wat geschapen is,
in al wat aan de vrijheid van onze vrije wil
wordt toegestaan en niet verboden is.

Zozeer dat wij van onze kant
gezondheid niet méér verlangen dan ziekte,
rijkdom niet méér dan armoede,
eerbewijzen niet méér dan verguizing,
een lang leven niet méér dan een kort,
en zo in al het overige.

Het enige wat wij moeten verlangen en kiezen
is wat ons dichter brengt bij het doel
waarvoor wij geschapen zijn.

(Geestelijke Oefeningen nr 23)

 

Suscipe

Neem, Heer, en aanvaard
heel mijn vrijheid,
mijn geheugen,
mijn verstand
en heel mijn wil,
alles wat ik heb en bezit.

U hebt het mij gegeven,
aan U, Heer, geef ik het terug.

Alles is van U,
beschik erover geheel volgens uw wil.

Geef dat ik U mag liefhebben,
die genade is mij genoeg.

(Geestelijke Oefeningen nr 234)

 

Ziel van Christus

Ziel van Christus, heilig mij.
Lichaam van Christus, wees mijn redding.
Bloed van Christus, bedwelm mij.
Water uit Christus’ zijde, reinig mij.
Lijden van Christus, sterk mij.
O goede Jezus, verhoor mij.
In uw wonden berg mij.
Laat mij van u niet gescheiden worden.
Verdedig mij tegen de boze vijand.
Roep mij in het uur van mijn dood,
En laat mij naar u toe komen
Om met uw heiligen u te loven,
In de eeuwen der eeuwen. Amen.